‘De Justitieminister moet niet blaffen voor zijn tijd’, reageert VHP-assembleelid en ex-minister van Openbare Werken Ganeshkoemar Kandhai op de aantijgingen van minister Edward Belfort van Justitie en Politie gedaan aan het adres van Kandhai en de voorzitter van de VHP Chandrikapersad Santokhi. De uitlatingen houden verband met de bouw van het hoofdbureau van politie aan de Gemenelandsweg. Volgens de minister moet zowel Kandhai als Santokhi zich verantwoorden. Ook zou de bewindsman voornemens zijn gerechtelijke stappen te ondernemen.
‘Laat de minister een onderzoek instellen en laat hij naar de rechter stappen. Wie houdt hem tegen. Waarom blaft hij dan voor zijn tijd’, zegt Kandhai. Bij de aanbesteding voor de bouw van het hoofdbureau van politie zat Kandhai aan als OW-minister, terwijl Santokhi de minister van Justitie en Politie was. ‘Er is beslist geen geld uit de begrotingen aangewend voor de bouw’, volgens Kandhai. ‘Het project is gefinancierd uit het Sectorfonds. Verdragsmiddelen waren omgezet in dit fonds.’
Was minister 4 jaren in winterslaap?
Alvorens het project uitbesteed werd, moest een projectimplementatie-unit (PIU) in het leven geroepen worden. Hierin hadden zitting deskundigen van OW en Justitie en Politie. Als voorzitter zat aan de korpschef van politie, Humphrey Tjien Liep Shie. Alles werd voorbereid en besproken. Ook een architectenbureau heeft de nodige adviezen uitgebracht. Hierna werd de aanbesteding verricht. Op 3 december 2009 werd het contract getekend met de aannemer. Een bedrag van Euro 2 miljoen ging gepaard met de aanbesteding van het project.
Volgens Kandhai moet niet over het hoofd gezien worden dat in december de meeste bedrijven met bedrijfsvakantie gaan. Vanaf januari werd het terrein bouwrijp gemaakt en in mei, vlak voor de verkiezingen in 2010, vond de eerstesteenlegging plaats. De toenmalige regering zat aan tot 13 augustus 2010. Kandhai is benieuwd hoeveel bouwwerkzaamheden hebben plaatsgevonden in de periode vanaf mei tot augustus 2010. ‘Want na 13 augustus is meneer Kandhai niet meer verantwoordelijk. Ik kan niet vanuit het parlement naar het terrein aan de Gemenelandsweg gaan voor het houden van toezicht. Het zijn de huidige beleidsmakers die erop moeten toezien dat zaken ordelijk verlopen’, bijt Kandhai van zich af. Het verbaast hem des te meer dat de minister vier jaren later rekenschap wil vragen aan hem en Santokhi. ‘Waar was de Justitieminister al die jaren. Was hij in een winterslaap?’
Ook is het voor Kandhai een vraagteken op grond waarvan de minister in het prille begin kan beoordelen, gelet op het feit dat er slechts rijen stenen zijn opgetrokken, dat de bouw van inferieure kwaliteit is en dat er instortingsgevaar bestaat. ‘Laat hij maar zijn onderzoek instellen, want ik vrees voor niets. Ik heb altijd naar eer en geweten mijn werk gedaan. Ik had slechts één agenda en dat was het gemeenschapsbelang dienen.’ Het is voor Kandhai een groot vraagteken waarmee de minister thans bezig is. Volgens hem is er maar één antwoord op deze vraag en dat is ‘een politiek scenario’ om hem en Santokhi in een kwaad daglicht te zetten.
‘Hij is een leugenaar’, is het commentaar van Santokhi naar het adres van Belfort. Ook Santokhi denkt dat Belfort bezig is met een politiek scenario.
Asha Gajadien-Bhagwat