In de zedenzaak waarbij de 39-jarige Jurgen B. terecht staat voor misbruik van de 5-jarige M.J. heeft kantonrechter Albert Ramnewash een politieagente van de afdeling Jeugdzaken gehoord. Volgens de agente is het touw dat Jurgen vermoedelijk zou hebben gebruikt, niet in de woning teruggevonden. Het slachtoffer is consistent bij zijn eerdere verklaring gebleven door steeds aan te geven dat Jurgen hem heeft misbruikt. “Als ik lieg mag mijn geslachtsdeel bederven”, zei de verdachte tegen de agente om haar te overtuigen. Jurgen zou het strafbare feit op 25 januari 2014 hebben gepleegd. Hij zou de onderbroek van het kind in de voorkamer hebben uitgetrokken, waarna hij de benen van het kind aan een bed in een slaapkamer vastbond. Hierna zou hij zijn vingers in de anus van het kind hebben gestopt. Toen de moeder van het kind het strafbare feit ontdekte, bracht Jurgen haar vuistslagen op haar neus toe, waardoor zij letsels opliep. De moeder van het slachtoffer verklaarde eerder op de terechtzitting dat zij op die bewuste dag naar het werk moest en iemand nodig had om op M.J. te letten. Normaliter let de moeder zelf op het kind. De moeder besloot toen om Jurgen, die werkloos is, te vragen om op het kind te letten. Op 20 mei zal openbare aanklager Reshna Jhinkoe een strafvoorstel doen.
FR