‘Met de introductie van de Naschoolse Opvang in 2012 door president Desi Bouterse krijgt het onderwijs wederom bijzondere kansen geboden. Dit bijzonder idee heeft een impact gehad op meer dan 70.000 jonge leerlingen. De voordelen zijn tot nog toe niet meer te ontkennen. Van opvang ten behoeve van ouders die anders geen opvang hadden voor hun kinderen tot behoeftige kinderen die niet met een lege maag lessen meer hoeven te volgen. En dan nog moeten wij er meer uit halen. En wij gaan er meer uit halen. Na maanden van evaluaties en brainstormsessies met alle actoren zijn thans sterke optimalisaties gepleegd aan het project.’Dit zei minister Ashwin Adhin bij de opening van de conferentie Naschoolse Opvang Nieuwe Stijl.
De minister van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) beschouwt het project als een gouden middel dat elke minister van onderwijs zou wensen gehad te hebben. Hij ziet het als een opstap naar veel hogere doelen. ‘Het onderwijs moet het maximale uit het potentieel van het kind halen en ook het kind voorbereiden voor maatschappelijke dienstbaarheid’, zegt de minister. ‘Onderwijs moet immers voldoen aan de eisen van de maatschappij. Het project Naschoolse Opvang en Begeleiding is daarom bij uitstek die opstap om ons daarheen te geleiden. De meest markante problemen zullen tot het verleden moeten behoren.’
Het project heeft een bijzondere impact op het onderwijs en zal de nieuwe stijl deze impact vele malen vergroten. De impact van het project kan op verschillende niveaus bekeken worden. ‘Allereerst, de impact op macro-niveau (dat is het beleidsniveau), waar wij zien dat het duidelijk de randvoorwaarden schept voor het onderwijsbeleid middels voeding voor het kind, zodat het in staat is door te trekken en onderwijsinhoudelijke opvang voor de kinderen. Ook zal qua beleid de Naschoolse Opvang en Begeleiding voor die zo hard nodige cultuuromslag kunnen zorg dragen, waar wij als ouders en leerlingen ons gaan leren wennen aan langere schooltijden. Intussen is het concept ‘Wet basisonderwijs’ ook al gereed gemaakt en is de voorziening al getroffen voor de uitbreiding van de schooltijd in deze wet.’ Op meso-niveau bekeken (dat is het schoolniveau) gaat het om een reorganisatie van het schoolwerkplan en regelgeving. ‘Het gaat hier om de verzelfstandiging van de scholen te bewerkstelligen. Elke school zal ingericht worden met keukens en leermiddelen voor langere schooltijd. Het schoolmanagement wordt getraind voor langere schooltijden en aan de andere kant wordt de ouderparticipatie vanuit de buurt verhoogd.’
Op micro-niveau (het klasniveau) zal de inrichting afgestemd worden op differentiatie bij de kinderen en planning voor activiteiten ten behoeve van talentidentificatie. De basis voor de optimale ontplooiing van de persoonlijkheid van onze leerlingen wordt gelegd. Een goede voorbereiding verhoogt de kans op een geslaagde les. Op het nano-niveau (dat is het leerlingniveau) gaat het om de didactische leer en ontwikkelingsprocessen middels differentiatie, waarbij de unieke leerling centraal staat en volledig in staat moet zijn om zich tot het maximale te ontwikkelen. Investeren in jong potentieel kader en jongeren stimuleren te kiezen voor een beroep in de technische sector of anderzijds, zal uiteindelijk leiden tot bemensing van alle sectoren in het land.