Krijgsraad-president Iwan Rasoelbaks hoorde gisteren de twee getuigen, L.D. en L.N., in de zaak waarbij de militair politie Melvin E. verdacht wordt voor het verstrekken van vier kilogram cocaïne aan deze getuigen. L.D en L.N, die beiden al eerder door de kantonrechter zijn veroordeeld voor het overtreden van de Wet Verdovende Middelen, verklaarden beiden dat zij de verdachte niet kenden en dat zij het verderfelijk spul van een zekere Pengel hadden gehad. De drugs moesten zij bij hun terugreis naar Nederland in hun handbagage in snoepvorm meenemen. Pengel is een Surinamer die in Nederland woont en is een kennis van L.N.
De getuige L.D. verklaarde onbewust de drugs te hebben meegenomen. Omdat Pengel een goede vriend van zijn zus is, stemde hij in om het pakje snoep voor hem mee te nemen. L.N, de zus van L.D, verklaarde dat zij bewust de drugs had meegenomen en dat de verdachte militair niets aan haar had gegeven. De auditeur-militair vond het frappant dat beide getuigen ontkenden de verdachte te kennen, terwijl ze beide met hem op de luchthaven hadden gesproken. Het bekijken van de zakken van L.D. door Melvin op de luchthaven is opgenomen op de camerabeelden. Volgens de plaatselijke autoriteiten kwam dat verdacht over. Ook is vastgelegd dat L.D. naar de kamer van Melvin met de zakken was gegaan, terwijl dat niet mocht. Deze zaak wordt op 12 mei verder behandeld.
FR