De situatie rond de subsidie van babymelk heeft voor een heisa gezorgd in de samenleving. Vanuit de samenleving is behoorlijk gereageerd op de maatregel van de president wat betreft het terugdraaien van de subsidie. Er is toch een aanwas aan baby’s elk jaar en hier stelden wij altijd dat de Staat en de samenleving daar waar de verantwoordelijkheid van ouders ophoudt, verantwoordelijk is voor alle kinderen. We leven per slot van rekening niet in een land met een miljoenenbevolking. De vele reacties die zijn gegeven in het land doen een paar alarmlichten branden. In de eerste plaats is duidelijk dat de regering niet eerlijk is geweest met deze maatregel, dus niet bereid was open kaart te spelen. Ten tweede is duidelijk geworden dat de samenleving niet gemakkelijk een mening kan vormen zonder een demografische achtergrond. Ten derde blijkt dat de overheid bij het terugdraaien van de maatregel weer alleen denkt aan verkiezingen die voor de deur staan. Kennelijk is het moeilijk geworden voor de politiek om in aanloop naar de verkiezingen over een jaar, gewoon en normaal te gedragen en te denken. Toen de overheid de maatregel nam om de subsidie stop te zetten, werd door de overheidsvoorlichting, met name in programma’s, de indruk gewekt dat het een maatregel was in het kader van de volksgezondheid. Moeders moesten nu overstappen op de veel gezondere borstvoeding, dat jaren geleden ook actief door Volksgezondheid via de RGD werd gepropageerd. Terwijl aan de ene kant grondig werd ingelicht waarom borstvoeding beter was dan andere babyvoeding, werd aan de andere kant ook een praktijk voortgezet van het subsidiëren van babyvoeding. Kritische burgers hebben anders aangekeken tegen de stopzetting van de subsidie. De meeste afschaffingen van subsidie hebben te maken met bezuiniging (soms noodgedwongen) of wanneer er sprake is van grof mismanagement en de subsidie dus neerkomt op verspilling. Het is bekend dat de overheidsinkomsten door onder andere lage goudprijzen onder druk staan. We weten ook dat er over het algemeen veel verspilling is binnen de administratie. Maar in de betreffende branche van verstrekking van babyvoeding zou er veel verspilling zijn. Dat is gebleken toen op de overheidszender de burgerij mocht inbellen om een reactie te geven. Beweerd werd dat veel babyvoeding onder de tafel tegen een winst werd doorverkocht. Er werd zelfs beweerd dat ook volwassenen verzot zouden zijn op de babymelk. Als dit allemaal waar is, dan kan wel van mismanagement op dit stuk worden gesproken. De regering zou voorts ook een betalingsachterstand hebben die nu is ingehaald. Veel ouders zagen de verstrekking van babymelk als de verwelkoming van hun kind door de Staat. De maatregel had veel schijn van een economisch oogpunt, maar uiteindelijk werd borstvoeding als reden gehanteerd.
De reactie die de burgerij gaf, was heel interessant. De oppositie zag haar kans hier schoon om fel ertegen in te gaan en de coalitie reed wijselijk mee, omdat niemand nu als volksonvriendelijk wil overkomen. Bovendien, ouders zijn uitermate gepijnigd als hun kroost wordt genegeerd. Men zag een gevaar voor de gezondheid van de kinderen als de voeding duurder zou worden. Zwakke gezinnen zouden gevaar lopen. Ook vond men dat bezuinigingen elders moesten plaatsvinden. De burgerij reageerde toch wel gemengd op de maatregel. Een deel kon het zich niet voorstellen dat de regering bezuinigt wanneer het gaat om het wel en wee van onze kinderen. Een ander deel vond dat ouders babyvoeding moeten kunnen kopen en dat er sprake moet zijn van gezinsplanning met daarin de gedeelde verantwoordelijkheid van beide ouders. Maar de realiteit is dat niet elke geboorte van een kind het resultaat is van een geplande zwangerschap. Wij ontkwamen ook niet aan de indruk dat ook werd gerefereerd aan de eenoudergezinnen met veel kinderen. Vaders zouden nergens te bespeuren zijn. Een deel van de belastingbetalers zou deze situaties niet willen aanmoedigen met subsidie van babyvoeding. Maar hoe je het draait of keert, elke Surinamers die eenmaal is geboren verdient de intensieve aandacht van het collectief, met name de regering. Verwaarlozing en ondervoeding van Surinaamse kinderen moet nergens op ons territorium en onder geen enkele voorwaarde worden getolereerd. Investeren in het fysiek, psychisch en moreel welzijn betaalt zich terug en de burgers die eraan hebben meegewerkt, kunnen en zullen er nooit spijt van krijgen. Voordat de DNA-leden antwoord kregen op het waarom is de maatregel al teruggedraaid. Het besluit tot terugdraaien werd eergisteren genomen en medegedeeld. De president neemt de credit voor het terugdraaien van de subsidie. Hij zou de vicepresident hebben geschreven/opgedragen om de maatregel tot stopzetting van overheidssubsidies op babymelk met onmiddellijke ingang terug te draaien. Wat de president nu dus doet, is de prijs van babymelk als het ware te halveren, als we ervan kunnen uitgaan dat die was of zou worden verhoogd. Wat opvalt is de munt die de politiek met dit laatste besluit wenst te slaan. Dit besluit van het staatshoofd moet geplaatst worden in de sfeer van het sociaal contract met het volk van Suriname, wordt door het kabinet van de president gezegd. Dat deze regering een sociale agenda aan het uitvoeren is, daarover bestaat er geen twijfel. Ondoenlijk lijkende zaken als pensioen, minimumloon en een zorgstelsel lijken in samenhang met elkaar na minimaal 40 jaar van de grond te komen. Maar om nu de issue van de babymelk te plaatsen tegen de achtergrond van het sociaal akkoord lijkt enigszins overdreven. De Surinaamse kinderen moeten niet verwaarloosd worden. Babyvoeding lijkt daarbij een belangrijke rol te spelen. Maar wat de overheid zeker moet doen, is voorkomen dat mensen zich verrijken en misbruik maken van die subsidie. Door de subsidie efficiënt te maken, wordt sowieso tegelijkertijd bezuinigd, waardoor de belastingbetaler minder ruimte heeft om te klagen.