Chandrikapersad Santokhi, parlementariër en voorzitter van de VHP, heeft in zijn periode als minister van Justitie en Politie samen met de Franse minister van staat, Nicolas Sarkozy, die later president werd van Frankrijk, het veiligheidsverdrag getekend. Echter is dit verdrag nog niet geratificeerd door Suriname, terwijl Frankrijk daarentegen het verdrag reeds in 2007 heeft geratificeerd. Santokhi geeft in gesprek met Dagblad Suriname aan dat er in het grensgebied tussen Suriname en Frans-Guyana veel strafbare feiten worden gepleegd, doch dat vanwege jurisdictieproblemen de opsporings- en controlewerkzaamheden worden bemoeilijkt. De werkzaamheden worden ook bemoeilijkt vanwege het feit dat de grenslijn door verschillende delen van de Marowijnerivier loopt. In bepaalde gevallen valt de grenslijn samen met de middellijn en soms met de vaargeul.
Op basis van dat gegeven is het veiligheidsverdrag tot stand gekomen. Middels dit verdrag zouden Surinaamse en Franse politionele autoriteiten elkaar ondersteunen bij het opvoeren van de veiligheid in dat gebied door nauw samen te werken en elkaar te trainen in onder andere elkaars rechtssystemen en cultuur. Men zou gezamenlijk opereren, waarbij het ene land bijvoorbeeld komt met boten en het andere met personeel. In bepaalde gevallen zou men leefgemeenschappen moeten aandoen, die soms 1 kilometer landinwaarts zijn en soms een halve kilometer. Op basis daarvan is in het verdrag opgenomen dat tot 2 km landinwaarts geopereerd mag worden. Verder is in het verdrag opgenomen dat aan de Surinaamse zijde, de Fransen alleen als waarnemer mee mogen, maar geen opsporingsactiviteiten mogen uitvoeren. Hetzelfde geldt voor de Surinamers aan de Franse zijde. Hiermee wil men eenheid in optreden waarborgen, de samenwerkingsgeest bevorderen opdat de samenwerking in het gebied een goed verloop zal hebben.
Santokhi is van mening dat Suriname dit verdrag ook moet ratificeren. Er is een artikel opgenomen in dat verdrag, welke aangeeft dat als een land niet wenst deel te nemen aan alle bepalingen, dat er dan een uitzonderingsclausule wordt opgemaakt. Hij heeft begrepen dat men een probleem heeft met de 2 km landinwaarts. Daarvoor kan er een uitzonderingsclausule worden opgemaakt, maar men moet ook duidelijk aangeven waarom men van die bepaling afziet. Santokhi ziet niet in waarom een simpele samenwerking niet geregeld kan worden, vooral gezien het feit dat Frankrijk een bevriende natie is en er een ambassade van Suriname aldaar gevestigd is. Door het ratificeren van dit verdrag zal de veiligheid in dat gebied opgevoerd worden, met als positief gevolg dat meer toeristen het gebied zullen aandoen en meer mensen gaan investeren in dat gebied. Verder zullen verschillende vormen van criminaliteit, zoals mensenhandel, bestreden worden.
Rechtshulp verdrag
Het samenwerkingsverdrag regelt niet dat verdachten, die in Suriname worden opgepakt, uitgeleverd worden aan de Franse autoriteiten of omgekeerd. Voor het uitleveren van verdachten is er een speciaal rechtshulpverdrag. Op de vraag waarom hij zich niet sterk heeft gemaakt als minister van Justitie en Politie om het verdrag te laten ratificeren, geeft Santokhi aan dat het concept reeds was gestuurd naar het parlement. Er was ook al een commissie van rapporteurs benoemd, die moest nagaan welke de beste methode is om het verdrag te ratificeren. Men had ook contact met hem opgenomen voor nadere informatie en het concept was ook naar het ministerie van Buitenlandse Zaken gestuurd voor een eventuele uitzonderingsclausule. Het wetsontwerp is uiteindelijk niet meer op de agenda gekomen. ‘Als je het niet ratificeert, geef je een verkeerd politiek signaal naar je buurland en een diplomatiek signaal dat je geen interesse hebt om de veiligheid in het gebied op te voeren’, benadrukt Santokhi.
Genaro Alpin