Sport wordt in Suriname gezien als een middel om een aantal sociaal-maatschappelijke doelen te bereiken. Dat wordt ook formeel onderkend door de regering door middel van een apart ministerie van Sport- en Jeugdzaken. Er is veel kritiek op dit ministerie, omdat veel aandacht een bepaalde richting uitgaat. Op dit stuk zal het een en ander nog uitdrukkelijker gezegd worden. Voetbal is een laagdrempelig sport dat het meest bedreven wordt in Suriname en in de meeste landen van de wereld. Sport is inderdaad een middel om de maatschappelijke cohesie te versterken, individuele skills aan te leren, zelfvertrouwen op te doen, (inter)nationale bekendheid te verwerven en om de gezondheid in tact te houden. Er is al decennialang een voetbalcompetitie in Suriname gaande, waarover academici en onze universiteit geen aandacht heeft. Wie je wel regelmatig in onze stadions ziet, zijn stagiaires die niet vurig zitten te kraken, maar zitten te observeren wat er op en rondom het veld gebeurt. Recentelijk troffen wij twee vrouwelijke studenten uit een Nederlandse universiteit aan in het Essedstadion. Deze studenten zijn bezig te onderzoeken of sport ook in Suriname verbroedert. Dat is een interessante vraag waar onze universiteitsstudenten wellicht niet stil bij zouden staan. De maanden april en mei zijn interessante maanden voor dit voetbaljaar. Voor het WK moeten de competities af zijn. Teams uit de Eersteklasse zijn aan het strijden in de laatste wedstrijden om te promoveren naar de Hoofdklasse. Teams uit de Hoofdklasse strijden ook om kampioen te worden. In beide Topsectieklassen strijden teams ook in hun laatste wedstrijden om niet te degraderen. Bovendien is in deze maanden gaande het (9de) Lidbondentoernooi (een samensmelting van het voormalige Randdistricten- en Districtentoernooi), waar uiteindelijk 3 teams de grote overstap zullen maken van voetbal in de Sectie Lagere Klassen (bij de verschillende lidbonden van de SVB) naar de Topsectie (de Eersteklasse). In deze maanden is heel duidelijk voor wetenschappers te zien in welke fase de Surinaamse samenleving zich bevindt, hoe de maatschappelijke verhoudingen zijn en waar de verschillende groepen in het land tegenover elkaar staan. Vooral tegen de achtergrond van een multi-etnisch land is het heel interessant om te zien wat er gaande is. Het Surinaams voetbal wordt thans in het stedelijk gebied in en rondom Paramaribo gedomineerd door binnenlandbewoners, die kort of lang terug in de stad of de randdistricten zijn komen wonen, vaak onder zeer moeilijke huisvestingsomstandigheden, en af en toe ook met een slechte werkmoraal. Daarmee is de stedeling (hoofdzakelijk de stadcreool) verdreven van zijn hegemonie in het Surinaamse voetbal. Een groep Javanen doet het ook goed, zeker in vergelijking met Hindoestanen, die in overwegende mate op de tribunes zitten met een blik Parbo of een club runnen. Deze hele ontwikkeling heeft te maken met onder andere de urbanisatie en de minder sport minded opvoeding van een deel van de stedelijke bevolking. Suriname wordt vaak neergezet als een harmonische samenleving, maar er is zeker op bepaalde momenten een wantrouwen te bespeuren tussen bepaalde groepen. Op dit moment zit een aantal Topsectie- en bekende randdistrictenclubs in handen van clubeigenaren en bestuurders met niet-Westerse namen. Dat komt mede omdat een aantal personen een legacy van de voorouders of een buurt voortzet. Vanwege de urbanisatie, de opendeurpolitiek die sportclubs hanteren en het zich aandienende sporttalent, zitten de clubs uiteindelijk vol met de nieuwe burgers die in het stedelijk gebied komen wonen en sportief zijn aangelegd. Maar het wantrouwen tussen de twee groepen in teams (bestuursleden en fans uit een bepaalde groep en de spelers uit een andere) is bij een nadere beschouwing duidelijk te merken. De voetballers vergewissen zich meestal buitenproportioneel ervan dat ze niet misbruikt worden. Dat doet men door bij bestuursleden steeds aan te kloppen voor geld (leningen, huishouden, ziekte, reis naar binnenland) en voor schoenen die om de haverklap kapot gaan, vooral wanneer reclame wordt gemaakt van de nieuwe bezending bij de 2-3 bekende sportzaken. De periode van het aankomen van de nieuwe dure schoenen en de periode waarin schoenen massaal kapot gaan, vallen heel vaak samen. In deze periode begroeten spelers uit hetzelfde dorp elkaar dan niet meer door elkaar in het gezicht, maar naar elkaars schoenen te kijken. Jaloezie voert dan de boventoon. De clubbestuurders zijn ook op hun qui-vive en waken ervoor dat ze niet gechanteerd en uitgemolken worden door de spelers. Aan het einde van het seizoen wordt de balans opgemaakt wie meer heeft gehad aan de ander: de club of de speler. En dan blijft er een hele schare ontevreden clubbestuurders en fans over. Wat we nu zien, is dat de nieuwe bewoners geen affiniteit en misschien zelfs een afkeer hebben van het gevestigde voetbalsysteem in het stedelijk gebied. Wat de situatie verergert, is de spanning tussen de ‘haves’ en de ‘havenots’ die doorwerkt tot in voetbalclubs. Spelers halen het bloed onder de nagels van vooruitstrevende clubs en scheppen daar behagen in. Een belangrijke tactiek van belangrijke spelers is bijvoorbeeld de dreiging om in het weekend van wedstrijden naar het binnenland te gaan voor broodwinning. Door de week verdraagt men de werkloosheid wel, maar in het weekend wordt het gemaakt tot een clubprobleem. Als men met geld over de brug komt, dan wordt de trip niet meer gemaakt. De afwijzing of afkeer van het sportsysteem in het stedelijk gebied maakt dat een aantal spelers hooguit een jaar bij een club speelt en zo clubs afloopt naar de hoogste bieder. Opmerkelijk is dat hele families sporters drijven naar dit gedrag en hen aanspreken als men niets haalt bij de club. Frappant is dat in het dagelijks leven van deze burgers doorgaans geen vooruitgang te bespeuren is, ondanks de royale betalingen in sommige gevallen. Men blijft afhankelijk en zwak. De combinatie van studeren, voetballen en studieondersteuning is er niet meer bij. Wat hoogtij viert is onder druk zetten, chanteren, afpersen en loyaliteit kopen. Wat er technisch te koop is op de Surinaamse velden is triest. De teloorgang van het Surinaamse voetbal heeft wel wat te maken met de problematische urbanisatie en de algemene maatschappelijke effecten hiervan.