Parlementariër Asiskumar Gajadien geeft in gesprek met Dagblad Suriname aan dat hij sinds oktober overzichten heeft gevraagd bij het ministerie van Financiën van de vrijstellingen van brandstofheffing, verbruiksbelasting, die verleend zijn aan bedrijven. Tot heden heeft hij de overzichten niet gekregen, maar uit zijn eigen onderzoek is gebleken dat aan bedrijven vrijstelling is verleend voor bijkans 1.2 miljoen liter brandstof per maand. Dit komt neer op 40.000 liter brandstof dat een bedrijf per dag gebruikt voor de bedrijfsvoering. Dit, gedurende de afgelopen 2 jaren. Gajadien kaart dit aan omdat andere bedrijven in dezelfde branche nog geen 1000 of 2000 liter per dag gebruiken. Hij wil dan weten waar de resterende 38.000 liter naar toe gaat. De vrijstelling bedraagt SRD 1.70 per liter en voor 40.000 liter brandstof wordt er omgerekend SRD 68.000 vrijstelling verleend. Op maandbasis komt dat neer op iets meer dan SRD 2 miljoen. Gajadien daagt de minister van Financiën uit om op basis van transparantie, informatie aan het parlement te doen toekomen. ‘Laat de samenleving zien om welke bedrijven het gaat en waarvoor ze vrijstelling krijgen’, benadrukt Gajadien. Hij heeft ook begrepen dat de inkomsten fors zijn gedaald voor verdiensten uit de verbruiksbelastingen. De daling komt neer in de orde van 40%.
Voorzitter Simons niet integer
Gajadien is van mening dat als men ontwikkeling wil hebben, Suriname een integere leider moet hebben. Een integer parlement niet alleen, maar ook een integere voorzitter. Het parlement heeft onder andere als taak om de regering te controleren en de regering zou verantwoording moeten kunnen afleggen over wat met de middelen is gebeurd. Voorzitter Simons is volgens Gajadien geen integere voorzitter. Ze heeft wel betere voorzieningen kunnen treffen voor het parlementair administratieve, maar op het gebied van de controlerende functie van het parlement merkt hij bitter weinig op. Gajadien is verder van mening dat de regering geld aan het verspillen is, terwijl men die gelden kon gebruiken voor het instellen van een spaar- en stabilisatiefonds. De governor van de Centrale Bank van Suriname geeft al 2 jaar op internationale fora aan dat er zo een fonds komt, terwijl de regering in Suriname onlangs het concept heeft ingetrokken. Er is een discrepantie tussen wat de regering zegt en wat de governor zegt, geeft Gajadien verder aan. In alle internationale rapporten wordt aangegeven dat er een spaar- en stabilisatiefonds komt, dit al gedurende 3 jaar. ‘Wanneer het gaat om iets structureels doen voor de samenleving, wanneer het gaat om verantwoording af te leggen, dan trekt deze regering zich direct terug, omdat zij niet in staat is verantwoording af te leggen’, benadrukt Gajadien.
Genaro Alpin