In een programma op de overheidsradio wordt assimilatie in het kader van natievorming beter geacht. Als de uitspraken van de betreffende mevrouw als een advies/oproep aan de regering kunnen worden gezien, dan duwt deze mevrouw de Surinaamse regering richting de mensenrechtenschendingen zoals die plaatsvinden in Turkije en Iran. Waarom iets als een verbroederingspolitiek volgens de presentatrice niet goed zou zijn, is het feit dat groepen daarbij hun cultuur (en taal) behouden. Volgens haar zou het niet goed zijn voor de natievorming. De persman van de overheid is de eindverantwoordelijke in dit programma en hij heeft deze mevrouw niet tot de orde geroepen. Wat deze mevrouw dus propageert, is dat er een beleid wordt gevoerd waarbij wordt afgeraden, ontmoedigd of in het uiterste geval verboden dat bepaalde talen in Suriname worden gesproken, bepaalde cultuuruitingen plaatsvinden en bepaalde religiën worden beleden. De assimilatiepolitiek, zoals de mevrouw het wenst te propageren, ligt ten grondslag aan veel onderdrukking in de geschiedenis van de mensheid. Het is het dwangmatig wegvagen van culturen door wettelijke verboden, discriminatie en stigmatisering. De internationale gemeenschap heeft de assimilatiepolitiek afgewezen en dat blijkt ook uit het internationaal recht en de steeds herhaalde standpunten van meertaligheid van de Unesco. Als de assimilatie de norm moet zijn, waarom wordt vanaf de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in het internationaal en de nationale wetgeving van de respectieve landen steeds benadrukt dat de vrijheid van cultuur en godsdienst een fundamenteel mensenrecht is? Een ieder heeft recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, staat in de Grondwet. Niemand mag op grond van zijn geboorte, geslacht, ras, taal, godsdienst, afkomst, educatie, politieke overtuiging, economische positie of sociale omstandigheden of enige andere status gediscrimineerd worden. Een ieder heeft het recht op cultuurbeleving, stelt de Grondwet. De Staat bevordert de democratisering van cultuur door het genot van cultuur en culturele scheppingen aan te moedigen en middels culturele en recreationele verenigingen, voorlichtingsmedia en andere geschikte kanalen de toegang van alle burgers tot die culturele scheppingen te verzekeren. De Staat bewaart en beschermt de culturele erfenis van Suriname, stimuleert het behoud hiervan, bepaalt de Grondwet verder. Uiteraard is een ieder vrij om zich cultureel te profileren, zoals hij of zij het zelf wil. Maar een minderwaardigheidscomplex dat men heeft van de eigen afkomst en de wijze waarop men noodgedwongen haar eigen leven heeft moeten inrichten, moet men niet gaan opdringen als een norm. De normen liggen verankerd in de Grondwet en die duiden alles behalve in de richting van assimilatie. Het is zeer te betreuren dat de meer geïnformeerde eindverantwoordelijke zich blindstaart op de felheid van de mevrouw. Maar een ‘loose canon’ zal zorgen voor disrupties in de samenleving en op een overheidszender hebben de aandeelhouders en belastingbetalers (de burgers) er belang bij dat ten minste de basisbeginselen van de Grondwet en het internationaal ten aanzien van cultuur en diversiteit in stand worden gehouden.
In landen waar inheemse en tribale volken leven, heeft men de assimilatiepolitiek willen toepassen, hetgeen betekende dat deze hun aparte manier van bestaan en hun taal, cultuur, rituelen en gebruiken moest opgeven en ‘modern’ moest worden. De VN heeft in 1989 met de aanname van IAO-verdrag no. 169 en in met de VN-verklaring in 2007 definitief de assimilatiepolitiek afgewezen en als norm gesteld het respect voor culturen en leefwijzen. Waar culturele groepen zaken aanhangig maakten tegen een assimilatiepolitiek van hun regering, hebben internationale rechters altijd besloten dat zulks een schending van mensenrechten betekent. In 2002 werd de VN Verklaring voor de Culturele Diversiteit aangenomen. De VN riep 21 mei tot Internationale Dag van de Culturele Diversiteit. Ook in Suriname is in de koloniale periode de assimilatiepolitiek gevoerd om alles te vernederlandsen. De koloniale overheid voerde na de afschaffing van de slavernij een welbewuste assimilatiepolitiek. Gouverneur Rutgers (1928-1933) verwoordde de kern van de assimilatiepolitiek als volgt: ‘ … om de gehele bevolking, blank en bruin, zwart en geel, onverschillig of het Europeanen of Amerikanen, Afrikanen of Aziaten zijn, om te smelten tot één ongedeelde taal- en cultuurgemeenschap’. Deze politieke zou mede zijn gevoerd, omdat alles wat nog aan Afrika herinnerde, als een negatieve factor wed gezien in de blanke plicht ter ‘verheffing van de neger’, zoals Van Lier het beschreef. Fontaine beschrijft hoe tegenover het bestuur van de EBG-scholen de wens werd uitgesproken dat het ‘neger-engels’ mocht verdwijnen en ‘vervangen’ door de Nederlandse Taal (met hoofdletters). Dr. Herman Daniel Benjamins (onderwijsinspecteur 1878-1919) was de verpersoonlijking van de kruistocht tegen het Sranangtongo op school. Zonder succes was hij niet, omdat onderwijzers tot in 1949 hun afkeer uitspraken tegenover het Sranangtongo. De volgende gouverneur (Kielstra) verwierp deze assimilatiepolitiek, die geloofde in het vreedzaam co-existeren van de verschillende bevolkingsgroepen. Het gevolg van deze assimilatiepolitiek was dat een groot deel van de Creoolse bevolkingsgroep, vervreemd, verward en geestelijk verminkt raakte. Men vervreemdde van zijn eigen cultuur, zijn somatische kenmerken en waarden en normen, aldus E.K. Marshall in zijn dissertatie van 2003 over natievorming. Julius Koenders en Henny de Ziel (Trefossa) worden beschouwd als de eerste tegenstanders van de koloniale assimilatiepolitiek, die meer respect eisten voor de zwarte cultuur. Wi Egi Sani borduurde daarop voort met cultureel en politiek nationalisme, waaruit uiteindelijk onze onafhankelijkheid zou voortspruiten. De assimilatiepolitiek was in Suriname meer gericht op de Creolen. Op de immigranten werd de assimilatiepolitiek na 1895 toegepast. Wil de mevrouw op de overheidszender in het middagpraatprogramma en met haar ook de eindverantwoordelijke ons terugbrengen naar het koloniale verleden? Welke bevolkingsgroepen moeten volgens haar nu worden verminkt? Zware begeleiding kan de zaak nog redden, maar het verantwoordelijke ministerie, dat gaat over SRS, moet waken dat schending van de Grondwet niet op de overheidsradio wordt gepropageerd.