De minister van Justitie en Politie, Edward Belfort, gaf in een eerder interview aan dat de 105 gedetineerden, die in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidsstelling (vi), er recht op hebben. Dit is volgens Sharmila Kalidien-Mansaram niet waar. ‘De minister liegt als hij dat zegt’, zegt Kalidien. ‘De wet zegt dat de minister vi kan verlenen, maar hij moet niet’.
De wet zegt dat een veroordeelde, die tweederde deel van zijn straf heeft uitgezeten, onder een aantal voorwaarden in aanmerking kan komen voor vi. Door de jaren heen zijn er commissies geïnstalleerd, die aangeven wie in aanmerking komt voor vi en wie niet. ‘Waar op er getoetst wordt, is voor Kalidien niet duidelijk. Een algemene voorwaarde om in aanmerking te komen, is dat de kans op recidive klein moet zijn. Bij vi gaat het namelijk meer om de ‘first offenders’.
Nu heeft de informatie de samenleving bereikt dat het overgrote deel van de gedetineerden die in aanmerking komen voor vi, recidivisten zijn, waaronder ook zware criminelen. Belfort gaf aan dat de criminelen na de vi in de gaten zullen worden gehouden en dat de samenleving niet ongerust hoeft te zijn.
‘De timing van de minister is niet perfect, omdat er nu een misdaadgolf gaande is in de samenleving’, vindt Kalidien. ‘Dat er nu criminelen los komen, zal ook demotiverend kunnen werken op de politieagenten, die hun leven op het spel zetten door achter criminelen aan te zitten, om achteraf te horen dat die vrij komen. De druk wordt nu ook groter als politieambtenaren de vrijgelatenen in de gaten moeten houden, terwijl ze hun handen al vol hebben met criminaliteitsbestrijding.’ Volgens bronnen van Kalidien zijn de beschikkingen al getekend voor de vrijlating van de 105 gedetineerden.
Consuela Raalte