Het Openbaar Ministerie heeft een strafvoorstel van twee jaar gedaan tegen de verdachte Kenneth J. Volgens de openbare aanklager, Cynthia Klein, is het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte daadwerkelijk het strafbaar feit heeft gepleegd. ‘De verdachte ontkent, maar tegenover zijn ontkenning hebben wij de verklaring van de getuigen’, zei Klein. Aan Kenneth wordt verweten dat hij in de ochtenduren van 5 januari 2014 een zwartgelakte Mercedes Benz van de benadeelde S.H. met een witgelakt busje heeft klemgereden. Kenneth stapte uit het busje en begaf zich naar de wagen van S.H. Hij gaf te kennen dat S.H. te hard zou hebben gereden en dat hij uit het voertuig moest stappen. Volgens S.H. had de verdachte een kogelvrije vest aan en had hij ook nog een wapen bij zich. Hij gaf aan een politieagent te zijn. Ook de arbeider van S.H. werd gefouilleerd. Kenneth nam het voertuig, SRD 1500 en twee mobiele telefoons van de benadeelde weg.
De verdachte heeft vanaf het begin aangegeven dat hij onbewust in deze zaak betrokken is geraakt. Hij zegt dat hij op aanwijzing van zijn neef achter het stuur van het voertuig van S.H. moest gaan zitten en samen met zijn comparant Greg weg moest rijden naar Moengo. De neef bleef achter met S.H. Onderweg ontdekten zij dat er iets aan de hand was met het voertuig en stopten zij dus bij de woning van de oma van Kenneth op Perika. Greg had daarna de accu van het voertuig verwijderd en vervolgens het voertuig met een dekzeil bedekt. Kenneth vond het vreemd dat het voertuig afgedekt werd. Raadsman Cedric Mijnard haalde in zijn pleidooi aan dat de benadeelde in eerste instantie bij de politie had verklaard dat hij door een lange creoolse man van 1.60 m was beroofd, terwijl hij op de terechtzitting de verdachte nauwelijks kon herkennen. S.H. heeft hiernaast meer tegenstrijdige verklaringen afgelegd. De verdachte was volgens Mijnard niet op de hoogte van de beroving. Op 15 mei zal kantonrechter Sieglien Wijnhard een uitspraak doen in deze zaak.
FR