‘De omgekeerde wereld heeft jammer genoeg een deel van de financiële wereld bereikt. Een topbankier in ons land ventileerde onlangs dat er recentelijk een goed monetair beleid in ons land is gevoerd’, aldus Van Coblijn de voorzitter van de afdeling Paramaribo van de Nationale Partij Suriname. ‘Deze opinie delen wij volstrekt niet om de volgende redenen. Uit cijfermateriaal van de Centrale Bank van Suriname blijkt dat de maatschappelijke geldhoeveelheid fors is toegenomen, terwijl de monetaire reserve met honderden miljoenen is teruggelopen. Het financieringstekort van de overheid op kasbasis wordt ook steeds groter, terwijl de schuldpositie door het leengedrag van de overheid verder is verslechterd. Het gaat in deze om miljarden SRD, die de afgelopen jaren door de overheid zijn geleend. Ook kan worden opgemerkt dat in januari 2014 de overheid weer fors schatkistpapier bij de banken heeft geplaatst. Uit de beweging van de monetaire variabelen en onder meer het downgraden van de creditrating van Suriname kan worden opgemaakt dat het op monetair gebied ook niet goed gaat.’
Wat tevens een merkwaardige ontwikkeling kan worden genoemd, zijn de tientallen miljoenen, die aan het Nederlandse bedrijf Ballast Nedam zijn uitbetaald. Zelfs voor leegloop heeft dit grote Nederlandse constructiebedrijf een rekening ingediend en is ook uitbetaald. Dit onderwerp is zelfs in het parlement aan de orde geweest. Hoeveel van onze Surinaamse broeders en zusters hebben de afgelopen jaren grote schade opgelopen vanwege handelingen van de overheid en zijn hiervoor nooit gecompenseerd. ‘Hoe kan je van je land blijven houden, als de overheid de voorkeur geeft aan buitenlandse bedrijven boven het lokale belang?’
‘Terwijl er enkele jaren geleden nog SRD 3,00 betaald werd voor een liter benzine, is de prijs de afgelopen periode zelfs boven SRD 5,00 geweest. Brood, melk, rijst, eieren en groenten zijn allemaal basisproducten, producten waarvoor mensen met een laag inkomen fors geld hebben moeten neertellen. Dan nog hoor je politici zeggen dat de prijsstijging als normaal geaccepteerd moet worden. Wij zien verder dat bepaalde politieke partijen fors geld uitgeven aan hun partijcentra. Partijloyalisten worden gemanoeuvreerd in dik betaalde posities. Daarnaast zien wij hoe staatsmiddelen worden verkwist. Dit is een ongezonde situatie en moet zo snel mogelijk worden gestopt.’
Hoe lang moeten wij als volk dit gedrag blijven accepteren, vraagt Van Coblijn zich af. ‘Dit gedrag en beleid zullen vroeg of laat een hoge prijs van ons allen en vooral de jongeren en de sociaal zwakkeren opeisen.’