Er leek even wat commotie te ontstaan in het parlement nadat minister Adhin had aangegeven dat er bezorgdheid was vanuit het onderwijsveld ten aanzien van zwangere tieners. Teneinde meer duidelijkheid hierover te geven, heeft de minister aangegeven dat er duidelijke richtlijnen zijn vanuit het ministerie hieromtrent. ‘Gelijke rechten voor zwangere studenten staat buiten kijf. Er bestaat al jarenlang regelgeving op dit stuk. Het gerucht als zou het Minov een zwangere tiener van het Havo ontzegd hebben deel te mogen nemen aan het eindexamen, wordt ten stelligste ontkend. Het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling werkt met van tevoren aangegeven richtlijnen, die vooraf reeds vastgesteld zijn voor studenten die zwanger worden.
De regels die gehanteerd worden op het ministerie zijn als volgt:
1. De zwangere student wordt door de school behandeld net als elke andere student.
2. Studenten die in verwachting zijn, blijven net zo lang onderwijs genieten zoals is aangegeven op de schriftelijke verklaring van de arts/gynaecoloog.
3. Ten aanzien van punt 2 kan worden afgeweken als het onderwijsproces ernstig verstoord wordt. In dit geval neemt de directeur van de school onverwijld contact op met de respectievelijke Inspectie. De student blijft deelnemen aan het onderwijsproces totdat er enig besluit is genomen door de desbetreffende Inspectie. ‘Er is continuïteit van beleid en de regelgeving die er bestaat vanaf 2009 is dus nu nog steeds van kracht. Wat ik heb trachten aan te geven en te bepleiten in het parlement is om een brede discussie niet uit de weg te lopen. Als het inderdaad blijkt dat er vanuit het veld bezorgdheden geuit worden omtrent ongeregeldheden, zoals gevaar voor de tienermoeder en dat de leerkracht en scholen nog niet toegerust zijn om zwangere leerlingen te begeleiden, dan zal ik die bezorgdheden als minister nimmer terzijde schuiven.’
‘Deze zaken heb ik aangehaald aan de hand van enkele hoorsessies met leerkrachten en de Inspectie. Ik vind het jammer dat men veelal sentimenteel gereageerd heeft en het eenzijdig bekijkt. Het is zeker niet correct om kritiek te leveren op leerkrachten of een schoolleiding en te miskennen dat zij dagelijks met deze praktijksituaties te maken hebben, maar onder andere onvoldoende medische achtergrond bezitten ter begeleiding. Het is belangrijk indien wij vernieuwd beleid willen op dit stuk, dat wij een bredere maatschappelijke discussie voeren, zodat zoveel mogelijk zaken meegenomen kunnen worden in de nieuwe regelgeving. Zo kan het instellen van een strafrechtelijk onderzoek bij zwangere minderjarigen zoals voorgesteld, ook meegenomen worden. Vanuit mijn positie zal ik alle invalshoeken, zowel van het parlement alsook uit het onderwijsveld, aanhoren alvorens nieuwe regelgeving te introduceren en de nodige faciliteiten te creëren voor het opvangen van dit soort gevallen. Vooralsnog is er al bestaande regelgeving en zullen wij het wederom doen uitzenden’, aldus de minister.