Geeralisatine
Met gemengde gevoelens reageren wij op het artikel van de heer drs. Eddy Monsels, verschenen in Dagblad Suriname van 7 maart 2014 met de kop: “Richard Kalloe in beeld met oude coupgeruchten”. Een artikel van de heer Kalloe waarin hij zijn mening ventileert over Afro-Surinamers / Creolen is voldoende voor de heer Monsels om alle medewerking te verlenen bij een eventuele steniging van Kalloe. De heer Monsels is van mening dat de heer Kalloe zonder enige terughoudendheid zeer grof aan het generaliseren is geweest naar de Afro-Surinamers toe. De reactie van de heer Monsels is begrijpelijk en terecht. Met voorbeelden illustreert hij de onjuistheid van zulke generalisaties. Tevens wijst hij op het risico dat de totale groep zich gekwetst kan voelen.
De VHP
De heer Monsels legt een verband tussen de heer Kalloe en de VHP. Hij vindt dat, ofschoon de VHP sterk op Hindoestaanse kiezers steunt, zij nu een snel groeiende partij is. De oorzaak van deze groei ligt volgens hem in het feit dat de VHP nu begrepen heeft dat zij er zal moeten zijn voor ‘alle’ Surinamers. Hier verschillen wij van mening met de heer Monsels.
Dat de VHP tot nu toe veelal steunt op de Hindoestaanse bevolkingsgroep komt niet doordat deze partij niet open was voor ‘andere’ bevolkingsgroepen, maar eerder door de volgende feiten:
a. de andere bevolkingsgroepen wilden niet integreren omdat hun groepscohesie vrij sterk was;
b. de VHP was met uitzondering van de regeerperiode van Jules Sedney (1969- 1973) in alle andere regeringen het ‘tweede wiel’;
c. de VHP was het buigende riet en altijd zeer meegaand;
d. omdat bij de andere groepen de ‘behoefte’ niet aanwezig was om lid te worden van de VHP.
De politieke realiteit is nu een andere. Enkele kenmerken zijn:
1. sinds 1987 werken NPS en VHP samen; rivaliteit op etnische basis is daardoor minder sterk;
2. nu durft de VHP te gaan voor het presidentschap van het land;
3. in de komende politieke combinatie zal de VHP een betekenisvolle rol vervullen;
4. de NDP’ers belagen eerder de VHP dan het Nieuw Front;
5. het vertrouwen in de nieuwe leiding van de VHP is thans vrij groot.
De heer Santokhi is met zijn team nadrukkelijk, daadwerkelijk en oprecht bezig om elke Surinamer te interesseren de VHP te ondersteunen. Uiteraard elimineert deze aanpak vele hindernissen voor de sympathisanten. Een goede zaak.
Hindoestaanse suprematie
De heer Monsels vindt dat sommige Hindoestaanse VHP’ers erop uit zijn Hindoestaanse suprematie in Suriname te vestigen en dat de heer Kalloe zich mogelijk kan voegen bij deze kleine groep. Deze boute uitspraak van heer Monsels vraagt om een toelichting. Van 24 december 1973 tot 28 december 1977 heeft de NPK1 geregeerd. Van de 12 ministers ( NPS 5, PNR 3, KTPI 2 en PSV 2) behoorde geen één tot de Hindoestaanse bevolkingsgroep. Was er toen sprake van Creoolse suprematie? Wie had er bezwaar daartegen? En wie praat nu nog erover?
Professor Maarten Schalkwijk concludeerde destijds dat het vreemdelingenbeleid van de Front-regering er op gericht was om economische hegemonie van de Hindoestaanse Surinamers te ondermijnen door veel Chinezen tot Suriname toe te laten. Bovendien hadden vele lagen van de Hindoestaanse Surinamers het gevoel dat het buitenlandse beleid van de Front-regering geen ruimte bood om Indiërs in Suriname te laten arbeiden. Onder leiding van de heer Ram Sardjoe heeft de VHP dit alles laten gebeuren. De aversie tegen de heer Sardjoe is niet zo maar uit de lucht komen vallen. Het gevoel dat men in een underdog positie verkeerde, was duidelijk merkbaar. Is het dan vreemd dat deze miskende Surinamers schreeuwen om erkenning? Het streven naar erkenning is geen poging tot het vestigen van een Hindoestaanse suprematie. Wij denken dat de heer Monsels een grove denkfout maakt.
De VHP kent een rijk verleden; daaruit blijkt niet dat de VHP ooit heeft gestreefd naar suprematie. De verbroederingspolitiek die de VHP hoog in haar vandaal draagt, laat geen ruimte voor dat soort experimenten.
Hindoestaanse regering
De heer Monsels schrijft: “indien “niet- denkers” in hun schaarse momenten van nadenken ervan uitgaan dat een komende Hindoestaanse regering zal gaan voor een Hindoestaanse Heilstaat mogen ze het vergeten”. De term Hindoestaanse regering vinden wij bizar. Het zijn toch ook Surinamers? Er wordt nooit gesproken over een Creoolse of Javaanse regering. Waarom wordt er wel over een Hindoestaanse regering gesproken? Was NPK 1 een Creoolse regering? Waarom moet de ‘etniciteit’ zo benadrukt worden zodra de VHP in beeld komt? Waarom deze ‘discriminatie’? De heer Monsels is aan de gemeenschap een antwoord schuldig.
Stof tot nadenken
De heer Monsels gelooft niet in een Hindoestaanse Heilstaat, omdat volgens hem de heer Santokhi zo’n Heilstaat niet wil en de Heilstaat-gedachte een ledenwervend bindmiddel zal zijn voor alle niet- Hindoestaanse krachten. Hij waarschuwt tegen een beleid met het predicaat ” Indians Only” . In zijn perceptie zal zo’ n staat slechts voor de Hindoestaanse belangen opkomen. Het gevolg zal een ‘geweldig’ verzet zijn. Op de ministeries Sociale Zaken, ATM en RO is volgens deze definitie van de heer Monsels sprake van “Marrons Only”. Waarom is er nu geen verzet of protest daartegen? Waarom altijd tegen de VHP? Rechtvaardigt de heer Monsels het geweld? Bovendien is angst vaak een slechte raadgever. Wij denken dat de heer Monsels, jammer genoeg, de politieke processen met twee maten meet.
Harmonieuze samenleving
Evenals de heer Monsels hebben wij als Surinamers en niet als Hindoestanen het volste vertrouwen in de zakelijke benadering van de Surinamer Santokhi, mede gelet op zijn streven om te komen tot een combinatie met een breed draagvlak. De heer Monsels kan er zeker van zijn dat bij een gezamenlijke inzet en strijd, een harmonieuze samenleving geen fata morgana zal zijn. Hij hoeft niet met zijn eigen stenen gestenigd te worden. Wat een besparing.
Soerdj Badrising/Jack Mohanlal