Kantonrechter Robert Praag stelde de rechtszaak tegen de roofverdachten, Rabinder S. en Wagimin L., uit tot 26 maart 2014. De twee getuigen die op de terechtzitting moesten verschijnen om duidelijkheid in deze zaak te brengen, waren niet gedagvaard. De openbare aanklager, Claudia Bruining, gaf aan dat er zijdens het Openbaar Ministerie meerdere malen geprobeerd is om contact met deze getuigen te maken. Namens het Openbaar Ministerie ziet zij af van het horen van deze getuigen. De magistraat besloot om de raadslieden meer tijd te geven om zich voor te bereiden. Rabinder en Wagimin zouden op 26 september 2013 tezamen en in vereniging een gouden halsketting, toebehorende aan Graciella P., door middel van geweld hebben weggenomen.
De beroving vond plaats ter hoogte van het Shell Servicestation aan de Tourtonnelaan. De benadeelde vertelde dat zij van een bakkerij kwam en op weg was naar huis toen zij twee heren op een brommer zag. Graciella P. herkende de verdachte Rabinder positief toen de betreffende strafzaak op 12 februari 2014 voorging. Zij zag het gezicht van de verdachte duidelijk, toen hij de gouden halsketting wegtrok. ‘Geef me mijn ketting terug, het betekent veel voor mij’, schreeuwde de benadeelde nog. Zij was ten tijde van de beroving hoog zwanger. De mannen hielden haar al een tijdje in de gaten. Wagimin zat op de brommer met zijn rug gekeerd in de richting van de benadeelde en Rabinder stond naast hem. Rabinder moet degene zijn die de halsketting daadwerkelijk wegnam.
Volgens de benadeelde had de verdachte Wagimin een zwarte broek en een blauwe trui aan en had hij ook een zwarte ‘pothelm’ op. Rabinder was bij de spiegelconfrontatie bij de politie ook positief herkend. In eerste instantie had de benadeelde bij de spiegelconfrontatie de verdachte niet herkend. Pas bij de tweede keer had ze dat kunnen doen. De roofverdachten moeten door het besluit van de kantonrechter nu een maand wachten op de verdere behandeling van hun rechtszaak.
FR
