Mijnheer de president,
Gaarne uw aandacht voor het volgende. Recent hebt u een vrije dag toegevoegd aan het lijstje van vrije dagen. Dit besluit uwerzijds heeft veel stof doen opwaaien en heeft derhalve vele reakties uitgelokt. Terecht, omdat velen zich reeds afvroegen of er niet reeds teveel feestdagen zijn toegekend. Van de zijde van de werkgevers en ondernemers werd het bezwaar geopperd, dat ze in de kosten gejaagd werden. Ze zouden óf een produktiedag verliezen óf het bedrijf die dag draaiende houden, met als consequentie, dat conform de geldende wettelijke regelingen, de werknemers extra betaling zouden ontvangen en daarnaast nog aanspraak maken op een extra vrij dag.
De late beslissing voor het toekennen van een vrije dag heeft ook geleid tot ongerief in het onderwijs. Eenmaal geplande repetieties en tentamens hebben helaas geen voortgang kunnen vinden, terwijl de leerlingen zich hierop hadden voorbereid. Het aantal effectieve lestijden is door het toekennen van een vrije dag verminderd en de leiding van de school zal aanpassende maatregelen moeten nemen om de achterstanden in te lopen. Andere gvoelige sectoren zoals de volksgezondheid en de rechterlijke macht zijn ook niet gespaard gebleven van ongemak als gevolg van de late toekenning van een nationale feestdag.
Aan het begin van de zittingsperiode van deze regering is er een commissie benoemd, die als primaire taak heeft gekregen: ‘het saneren van het aantal feestdagen’. Terwijl de commissie nog bezig is met haar werkzaamheden en er dus nog geen rapportage heeft plaatsgevonden, hebt u gemeend nog een feestdag welliswaar eenmalig, aan het lijstje toe te voegen.
Ik doe mijn best om uw situatie in deze begrijpen aangezien er in het verleden reeds precedenten geschapen zijn, waardoor u geen andere keus dacht te hebben, dan aan de groep Surinamers die nog geen vrije dag toegekend gekregen had, ook een vrije dag toe te kennen. Wat u wel moet begrijpen, is dat u hierdoor het werk van de commissie een stuk moeilijker gemaakt hebt, maar ook meer precedenten geschapen hebt.
Om een einde te brengen aan dit fenomeen, wil ik het volgende voorstellen. De lijst van vrije dagen saneren en terug brengen naar slechts dié dagen die een nationaal karakter hebben en slechts deze nationale dagen gelijk stellen aan de zondag. De overige dagen, die reeds toegekend waren, de status te verschaffen van een verlofdag. Dit houdt in, dat degenen op wie deze dag van toepassing is, hetzij religieus, cultureel of anderzins, in de gelegenheid gesteld worden om verlof op te nemen, waardoor ze hun religieuze, culturele of andere verplichtingen, handelingen of gebruiken kunnen nakomen of plegen. De overige categorieen krijgen ook een verlofdag toegekend, maar mogen dan zelf bepalen wanneer ze hun verlofdag willen opnemen. Voor de werkgevers en ondernemers betekent zulks dat ze hun bedrijf of onderneming op die dag draaiende kunnen houden. Ze kunnen n.l. conform de geldende regels, overige werknemers in de gelegenheid stellen om hun verlof te genieten op een dag van hun keuze zonder een produktiedag te verliezen, of hun produkteproces in gevaar te brengen. De werkgever wordt hierdoor niet meer in extra kosten gejaagd. Voor onderwijsgenietenden betekent het, dat er geen stagnatie plaatsvindt in het onderwijsproces.
Ik hoop met dit aangedragen voorstel een bijdrage geleverd te hebben ter oplossing van één van de vele problemen waarmee wij, vanwege de gedifferentieerde samenstelling van onze bevolking, te kampen hebben. Het voorstel lijkt mij acceptabel voor alle partijen. Hopende dat u mijn voorstel in welwillende overweging zal nemen en eventueel wil voorleggen aan bovengenoemde commissie,verblijf ik,
Hoogachtend,
Andro I. H. Loods