Ontwerpwet corruptiebestrijding: misleidende cosmetische kunstgreep!

Er wordt reeds lange tijd geklaagd over de toenemende corruptie in ons land en de afgelopen maanden vormen misschien wel het hoogtepunt in meldingen van vermeende corruptieve handelingen binnen onze samenleving. In de afgelopen vijftien jaren hebben alle landen op het Zuid-Amerikaans continent, ook Suriname, zich formeel gecommitteerd aan de internationale anticorruptiestandaarden zoals vastgesteld door de Inter-Amerikaanse Conventie tegen Corruptie (IACAC) en recenter hebben vele landen, met uitzondering van Suriname, zich ook aangesloten bij de Verenigde Naties Conventie tegen Corruptie (UNCAC). Anticorruptieconventies vereisen van Staten dat zij maatregelen adopteren om ervoor zorg te dragen dat hun publieke sector wordt bestuurd door de meritocratische principes, efficiënt en transparant (UNCAC art.7 en IACAC art III.1). Per contra worden in de regio, ook in Suriname, de meeste publieke functionarissen in dienst genomen en gepromoveerd op gronden van patronage en cliëntelisme en niet op basis van verdiensten.
Zowel onder de UNCAC (Art.6) als de IACAC ( art. III.9) zijn de partijen verplicht om een anticorruptielichaam in het leven te roepen verantwoordelijk voor de ontwikkeling en implementatie van preventieve anticorruptiemaatregelen. Over deze instituten heb ik de laatste maanden wel vaker gesproken en geschreven. Hoewel de instelling van anticorruptielichamen op zich van betekenis is, zijn ze van geen betekenis in corruptiebestrijding bij gebrek aan de noodzakelijke autonomie en onafhankelijkheid. Ze verworden tot politieke instrumenten van diegenen in de uitvoerende macht , om aan de ene kant de machthebbers te beschermen en aan de andere kant leden van de oppositionele partijen te schande te zetten.
Vereisten voor succes!
Om hun doel daadwerkelijk te kunnen bereiken moeten anticorruptielichamen vrij zijn van politieke interferentie, transparant zijn conform de vereisten in IACAC (art.III.4) en UNCAC (art.10). Participatie van de burgerij (IACAC art.III.1 en UNCAC art.13) en een onafhankelijke media inclusief sterke “investigative journalism” zijn onontbeerlijk. Het stimuleren van maatschappelijke organisaties en individuen om elke (vermeende) corruptieve handeling waar zij getuige van zijn of mee geconfronteerd worden aan te geven, speelt een heel belangrijke rol. In het kader hiervan heeft de politieke partij DA91 een corruptiemeldpunt gelanceerd. Onontbeerlijk is ook de politieke wil.
Toetsing van de ontwerpwet
Na maanden van steeds heviger wordende kritiek op het handelen van regeringsfunctionarissen en instituten, met stijgende aanwijzingen en vermoedens van corruptief handelen, is de regering ertoe overgegaan om een ontwerpwet voor corruptiebestrijding aan te bieden aan de DNA. Maar voldoet deze ontwerpwet wel aan cruciale voorwaarden voor corruptiebestrijding en wat zijn dus de intenties van de huidige regeerders met deze indiening? Als we de ontwerp wet aan die test onderwerpen zien we het volgende beeld.
nnnn
Het onderwerpen van de ontwerpwet aan deze formule resulteert erin dat zelf het ontwerp corruptie ademt i.c. een corruptieve geest heeft!
Consequenties
Het is triest te moeten constateren dat deze ontwerpwet niet gemaakt is om gehoor te geven aan de roep van de samenleving voor effectieve bestrijding van de corruptie. Het willen doen alsof men van goede wil is om corruptie te bestrijden, geschoeid op populistische gronden, met de instelling van een hol instituut zal herbevestigen de reputatie van symbolische hervormingen, wat op zijn beurt de geloofwaardigheid van het politiek leiderschap verder zal ondermijnen.
Misleiding
Na dit alles in ogenschouw te nemen, is de enige conclusie die rest, dat de door de president aangeboden ontwerpwet voor corruptiebestrijding, slechts dient als een schild voor de huidige regering om zich achter te verschuilen naar internationale organisaties zoals de OAS en een zwakke poging om de publieke opinie te beïnvloeden. Anticorruptie-instituten die onder deze omstandigheden worden ingesteld, zijn nimmer effectief en ook niet bedoeld om daadwerkelijk corruptie te bestrijden. De ware eisen van het Surinaamse volk voor hervormingen worden wederom genegeerd door de huidige beleidsmakers. Het is slechts een misleidende cosmetische maatregel met als enig doel het als een wapenfeit aan te voeren, de president en de zijnen te beschermen tegen onderzoek en weer over te gaan tot de orde van dag zonder enige rem op corruptief handelen. Het uiteindelijk doel van een dergelijke opstelling is de verdere ondermijning van de legitimiteit van de politiek.
Angelic Alihusain-del Castilho

error: Kopiëren mag niet!