We waren gewaarschuwd

Surinaamse regeringen – zowel het NF als de NDP – hebben er een gewoonte van gemaakt om slechts met de helft van de economieanalyses, die gemaakt zijn door bijvoorbeeld het IMF en de Wereldbank, naar buiten te treden. Dat was ook het geval in bijvoorbeeld oktober 2013. Er zijn al sinds de NF-tijd van de zogenaamde ‘stabiliteit’ waarschuwingen geweest over de gevaren en bedreigingen voor de Surinaamse economie. Die zijn door de regeringen onbesproken gelaten en door de oppositie genegeerd, omdat met zich vanwege kennelijk de politieke jaloezie blindstaarde om de lofprijzingen. Noch de NF-regeringen noch deze heeft stappen gezet richting het wegnemen van de bezwaren, die kleven aan onze economie en die ons als samenleving kwetsbaar maken. Het half verduisterd houden van die informatie komt pijnlijk naar voren nu één van de bureaus, dat voor de businessgemeenschap vaststelt hoe veilig het is om geld te lenen aan of output te krijgen van de Surinaamse economie, zijn beoordeling met een tand terugzet. Concreet heet het dat wij door Moody’s van ‘BA3 positief’ terug zijn naar ‘BA3 stabiel’. Aanleiding vormen een verslechtering van de staatsfinanciën en stijgende staatsschulden (volgens velen een handelsmerk van NDP-gelieerde regeringen). Ook zou het gaan om de goudprijsdaling, waarin enige dagen terug een stijging is opgetreden . Een NF-voorzitter heeft het evenals Moody’s over de contradictie van sterke economische groei aan de ene kant en verhoogde schulden en verslechtering van de staatsbegroting. Moody’s praat van een substantiële verslechtering van de staatsbegroting, doelende op het begrotingstekort en wijt dit aan salarisverhogingen en andere hoge uitgaven van de staat. De staatsschuld zou van ca. 16% in 2009 omhoog geschoten zijn naar bijna 26 % in 2014.
Het IMF had eerder in zijn laatste rapport gewaarschuwd voor uitdagingen en negatieve ontwikkelingen. De IMF-Artikel IV-missie concludeerde samenvattend dat de economische groei in Suriname zich zou voortzetten, maar dat het tempo daarvan in 2014 zou afnemen. Er zouden significante risico’s zijn wat betreft het economisch vooruitzicht van Suriname, vanwege o.a. de situatie rond de goudprijzen, zoals wij hier benadrukten in oktober 2013. Het IMF benadrukte weer de noodzaak om de begrotingssituatie en de belastinginningen en het belastingsysteem (begroting(stekort)en) te versterken onder meer om buffers te kunnen aankweken voor moeilijkere tijden. Fiscale aanpassingen werden aanbevolen, alsmede verhoging van de concurrentiekracht van de economie. De begrotingspositie van Suriname was verzwakt vanwege de uitgaven, merkte het IMF toen op. Het instituut sprak van een ‘hoge sprong’ in de overheidsuitgaven. Het IMF kon in oktober 2013 geen uitspraak doen over de korte termijn economische vooruitzichten van Suriname. Die zouden sterk afhankelijk zijn van de goudprijs; deze sector nam immers 67% van de exporten en 13% van de belastinginkomsten voor haar rekening. Olie neemt 29% van de inkomsten voor haar rekening. Opmerkelijk is dat het IMF toen een terugval in de goud- en olieprijzen voorspelde ook voor 2014. Het IMF voorspelde dat het begrotingstekort kan gaan toenemen in 2014 door de dalende marktprijzen. De betalingsbalans kan volgens het IMF verder gaan verslechteren, maar hogere inflaties en een zwakkere munt zullen niet het resultaat zijn. Het IMF waarschuwde de regering voor de ‘significante’ daling van de goudprijs. Het IMF noemt de economische groei van 4¾ % in 2012, evenals in 2011, robuust en een van de hoogste in de regio, voornamelijk aangedreven door grondstoffenprijzen in het bijzonder door de goudprijs. Opmerkelijk is ook dat het IMF ten aanzien van de oliesector praat over ‘beperkte reserves’. Op de lange termijn verwachtte het IMF voor Suriname een matige economische groei, alleen als de marktprijzen een bepaald niveau handhaven. Het IMF voorspelde dat de sectoren buiten goud en olie niet zullen bijdragen aan de economische groei zolang geen verbetering plaatsvindt van het businessklimaat in Suriname. Het IMF wees de Surinaamse regering erop dat de financiering van de participatie van Suriname in de 2 gouddeals de staatsschuld zal doen toenemen met 8% van het bbp in 2013. De Surinaamse participatie in goud stelt ons land meer bloot aan de fluctuaties van de goudprijs. Wij spraken in oktober 2013 over een verontrustend IMF-rapport. Regionaal bekeken vindt Moody’s de groei van meer dan 4% nog goed. Vanuit de coalitie zou in juli 2013 zijn beweerd dat de goudindustrie met een prijs rond de USD1100 per troy ounce, nog rendabel zou zijn en dat de prijsdaling van tijdelijke aard was. Twee dagen geleden is bericht dat de prijs door een sterke seizoenvraag klimt naar ca. USD 1320. Intussen heeft Iamgold de uitbreidingsinvesteringen in Suriname dit jaar uitgesteld en dit zal een impact hebben op de economie, zei de president. Moody’s suggereert een verhoging in de uitgaven in aanloop naar de verkiezingen, een kwaal van Surinaamse regeringen in het algemeen. Moody’s geeft aan dat de instelling van spaar- en stabiliteitsfonds op de korte termijn geen positief impact zal hebben op Suriname’s kredietwaardigheid, vanwege andere negatieve factoren zoals een begrotingstekort. Wat nu tot een upgrading kan leiden, is versmalling van het begrotingstekort, een vermindering van de staatsschuld of een substantieel spaar- en stabilisatiefonds. Een verder terugschroeven is volgens het bureau ook mogelijk bij een toenemende staatsschuld. Feit is dat het de NDP niet is gelukt om een consistent, sterk en strak financiënbeleid neer te zetten op het ministerie van Financiën. Drie ministers in 4 jaar tijd is daar het bewijs van. Aan de vooravond van de verkiezingen, waar men de kiezers moet verwennen, zit deze regering met een financieel probleem. Hopelijk wordt er niet gesneden op de verkeerde plekken.

error: Kopiëren mag niet!