Killinger meki kabaal. De naam Killinger zal altijd verbonden zijn met het Killinger-komplot. Frans Pavel Vaclav Killinger werd geboren in Hongarije in 1876 en stierf zestig jaar later in 1936. Een man met een hunkering naar militarisme zoals in dit artikel zal blijken. In 1894 nam hij voor het eerst dienst in zijn geboorteland Hongarije. In die dagen hoorde het land tot het Oostenrijks-Hongaarse koninkrijk, geregeerd door de Habsburgse monarchie. Later zou dit koninkrijk de oorzaak zijn voor de eerste wereldoorlog, maar enkele jaren nadat Killinger dienst nam in het Hongaarse leger, werd hij al ontslagen.
Frans Killinger pakte zijn spullen en vertrok richting Zwitserland en Duitsland. Zijn plan was om naar Transvaal te vertrekken. Transvaal en Oranje Vrijstaat waren twee gebieden in Zuid Afrika waar Boeren woonden. Het waren Nederlandse kolonisten die na de overname door Engeland een eigen vrijstaat gesticht hadden. Dit leidde tot twee Boerenoorlogen.
Killinger wilde meevechten in Transvaal, maar werd te Hamburg in Duitsland opgepakt. Hij wist echter in Nederland terecht te komen. Hier kwam hij in Harderwijk in het Koloniaal Werfdepot. Dit werd ook het riool van Europa genoemd en niet zonder reden. Het was het belangrijkste werfdepot voor de KNIL, een koloniaal leger wat met name in Atjeh (Indonesië), oorlog voerde. Alleen de maatschappelijke verschoppelingen werden hiernaartoe gestuurd. Frans Killinger bleek echter te goed voor het riool. Hij werd afgekeurd voor de KNIL, maar hij mocht wel dienen in Suriname.
Op 18 december 1899 kwam hij aan in Suriname. In 1904 had hij het al tot inspecteur van politie gebracht in Paramaribo. Vanaf dit moment nam de geschiedenis een minder conformistische koers. Frans Killinger besloot om dictator te worden.
Hij zou van Suriname een vrijstaat maken met een opmerkelijk agendapunt. De gasfabriek te Paramaribo zou niet gebouwd worden. In die tijd had de Nederlandsch Indische Gasmaatschappij een concessie gekregen voor de levering van stadsgas in Paramaribo. Hiervoor was een gasfabriek noodzakelijk en met de bouw hiervan werd dat zelfde jaar nog begonnen.
Killinger had andere ideeën. Hij vond dat de stad zijn elektriciteit moest worden opgewekt door een waterkrachtcentrale. Ook wilde hij de wijd verspreidde corruptie aanpakken en uitbannen. Hij wilde de volledige macht bij de politie leggen.
Bij zijn plannen rekende hij op steun op de arme inlandse bevolking, met name de arbeiders van Brits-Indische afkomst. Op één van zijn verlofperiodes ging hij naar Europa en besprak zijn plannen met enkele geldschieters. In deze periode werd ook de gasfabriek voltooid.
Terug in Suriname vond Frans Killinger zijn weerklank bij zes andere avonturiers en gezamenlijk bedachten ze een samenzwering. Het plan was eenvoudig. Men zou de wapenvoorraden op het hoofdbureau van de politie innemen. Daarnaast zou het telegraafkantoor en de kazerne van Fort Zeelandia bezet worden. De gouverneur van Suriname zou gevangen genomen worden en dan zou het Killinger-komplot geklaard zijn.
Ze beseften dat er meer manschappen nodig waren, dan het groepje van zes en daarom werden medestanders gezocht die wilden samenzweren. Hier ging het plan mis. Op 14 mei 1910 werd de samenzwering door een voormalige politiebeambte verraden. Deze oud-politiebeambte genaamd Schoonhoven was betrokken bij de voorbereiding van de samenzwering, maar hij wist niet waar het om ging. Daarom vroeg hij advies bij pater Walle, een redemptorist (een katholieke orde), die erop aandrong om naar de procureur-generaal te gaan.
In 1911 vond de rechtszitting plaats. Alle zeven verdachte kregen het doodsvonnis te horen. Echter werd hen gratie verleend, waarbij de straf werd omgezet in gevangenisstraf, variërend van twee tot vijf jaar.
Frans Killinger werd naar Nederland overgebracht waar hij de volle vijf jaar in detentie bleef.
Wegens goed gedrag kwam Killinger al in 1914 vrij en vertrok hij naar Turkije. Daar nam hij dienst in het Turkse leger alwaar hij overleed in 1936.