Op 11 februari 2014 publiceerde Reporters without Borders de World Press Freedom Index 2014. Hierin is een rangorde opgenomen van landen die correct omgaan met onder andere de vrijheid van meningsuiting en informatie. Van de 180 onderzochte landen staat Suriname op de 31ste plaats. De Verenigde Staten op een opmerkelijke 46ste plaats en de grootste democratie ter wereld India op de 140ste. Voorts staat Nederland op de tweede plaats, en Finland op de 1ste. Eritrea sluit de index op de 180ste plaats af. Graag verwijs ik u naar deze index voor meer informatie en onderzoek.
Zo te zien staat de journalistieke vrijheid en scholing van journalisten in ons land nog in de kinderschoenen. Het komt vaak voor dat er artikelen geschreven worden zonder nader onderzoek, vaak geïnstigeerd vanuit een westerse bril. Enige tijd geleden, las ik bijvoorbeeld een recensie op de film “Wan Pipel” (een volk) in een plaatselijk dagblad. In een recent gepubliceerde wetenschappelijk onderzoek (R. Gowricharn, 2008) wordt gesproken over de Creoolse overheersing in Suriname waardoor onder andere de taal en cultuur van de Hindostaanse groep worden bedreigd. Van deze bedreiging i.c. overheersing van de Hindostaanse taal en cultuur kan er natuurlijk ook sprake zijn geweest bij het regisseren en maken van de film “Wan Pipel”. De regisseur Pim de la Para (1940) – Jood en afstammeling van een van oudste beschavingen van de wereld – had wel kunnen voorspellen hoeveel afstand, pijn en of verdriet deze film tevens bij velen zou creëren. Behalve natuurlijk bij een klein aantal opportunisten, racisten en of anderen die leven met vooroordelen, en zich kennelijk daarvan (nog) niet bewust zijn. Het was – in het verlengde van het vorenstaande – wellicht een beter idee geweest de slachtofferrol in de film van Rubia door een Creoolse vrouw te laten vertolken, en de overheersende mannelijke heldenrol van Roy door een Hindostaan. In deze zeer omstreden – zogenaamde Surinaamse film – had zelfs Karina (Willeke van Ammelrooy, 1944) een belangrijke rol. Het moet dan niet als verwonderlijk worden ervaren dat de verwachte bezoekersaantallen – zoals uit de bestudeerde literatuur blijkt – niet zijn gehaald. Alle etnische groepen in Suriname dienen in goede harmonie en met respect voor elkaar te integreren zulks met behoud van de eigen identiteit. Daarbij mag uiteraard ook naar een bepaalde eenheid gestreefd worden. Echter dienen bevolkingsgroepen die sterk georiënteerd zijn op de westerse cultuur en identiteit deze niet zondermeer op te leggen aan de overige bevolkingsgroepen. Het kan de integratie langs een vreedzame weg vertragen en wellicht geweld oproepen.
Wie schrijft die blijft
Onlangs las ik een verhandeling van een persoon betreffende de pre-electorale combinaties. De auteur – die ik ten zeerste respecteer – werd gemeen en hard aangevallen door iemand die dacht het beter te weten. Sommige mensen missen het fatsoen om op de juiste wijze gebruik te maken van de vrijheid van meningsuiting wat in een democratie een groot goed is. De eruditie van de aanvallende scribent in deze kwestie toont alleen maar aan dat hij/ zij bepaalde ingredienten op dit gebied mist. Het is aan de ene kant belangrijk dat iedereen die dat kan zoveel mogelijk wordt aangespoord om te schrijven, en dat wij aan de andere kant zoveel mogelijk respect tonen voor de gepresenteerde meningen zonder teveel te letten op de interpunctie, syntaxis en of andere bijkomstigheden. Sommige nieuwsmedia gaan ook wel eens hun boekje te buiten. De eindredacties zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de plaatsing van een stuk, maar kunnen zich ook beroepen op een disclaimer. Wat mij ook opvalt, is dat veel schrijvers nog en zekere angst tonen om duidelijk te maken wat hen precies intrigeert. Waarschijnlijk komt dit omdat wij in een “kleine” gemeenschap leven waar “iedereen” elkaar kent, en de politiek een dominante rol speelt in ieders bestaan. Desondanks is het opvallend dat Suriname op de 31ste plaats is geëindigd en Amerika op de 46ste. Waarschijnlijk komt dit ook door de vele afluisterschandalen in de Verenigde Staten van de laatste tijd.
De invloed van partijpolitiek op de vrijheid van meningsuiting
Wij mogen ons gelukkig prijzen dat in de laatste jaren de invloed van de politiek op de vrijheid van meningsuiting behoorlijk is afgenomen ondanks dat nu een president regeert die verdacht wordt van ernstige misdaden. Op 25 februari 2014 gedenken we dat het 34 jaar geleden is dat er een staatsgreep werd gepleegd in Suriname. Velen legaliseerden deze staatsgreep aanvankelijk vanwege de malaise in ons land. Bepaalde politieke partijen die toen in de oppositie zaten, hebben deze staatsgreep zelfs gestimuleerd. Ook Nederland schijnt een rol gehad te hebben in deze coup. De documenten die hierop betrekking hebben, zijn vooralsnog voor langere tijd weggestopt. Hoe het ook zij, het kan nooit goedgepraat worden van zeer ernstig geweld gebruik te maken – waarbij zelfs doden vallen – om de beoogde doelen te bereiken. Ook deze zaken hebben te maken met de zo gewilde vrijheid van meningsuiting en informatie in een democratische samenleving. Het gezond verstand dient het in dergelijke gevallen altijd te winnen van de felle emotie. Toch weerhoudt het mij niet om op te merken dat er zo af en toe de racistische sentimenten wel degelijk gevoed worden door de vele zeer corrupte politici en vakbondslieden in Suriname met hun vette zelf gecreëerde dubbele salarissen zonder daarvoor te werken. Het wordt dan ook hoog tijd dat politici en vakbondslieden – als elitaire groep – zich ook in het eigen vlees durven te snijden, en niet telkens wijzen op de tegenstanders. Dit zal maken dat wij op de corruptie-index van Tranparency International stijgen, en zeer zeker ook op de World Press Freedom Index.