William K. mag van kantonrechter Robert Praag veertien maanden brommen. De magistraat vond dat het duidelijk was dat de twintigjarige verdachte medeplichtig was bij een beroving, waarbij de tas van Claudio R. door twee tot nog nu toe onbekende verdachten werd weggerukt. William heeft hierbij als chauffeur gefungeerd. Ook heeft de benadeelde een armfractuur als gevolg van de beroving opgelopen. De benadeelde vertelde aan de magistraat dat hij die avond in de buurt van de Franchepanestraat liep toen hij op een gegeven moment een witgelakte Subaru met drie inzittenden voorbij zag rijden. Twee van de manspersonen stapten enkele meters verder uit het voertuig en begonnen achter de benadeelde aan te lopen. De rovers rukten de tas van Claudio van achteren weg. Hierbij werd hij ook nog met een langwerpig voorwerp bewerkt.
De verdachten waren vervolgens in het voertuig van William gestapt en weggereden. Volgens de benadeelde was het die avond donker, waardoor hij de gezichten van de twee rovers niet kon zien. Een omstander had het kentekennummer kunnen noteren. De verdachte William was zo in beeld gebracht. William K., die van beroep tuinman is, vertelde dat hij niets afwist van de beroving. Hij had de twee vrienden in de buurt van Tammenga opgehaald en moest hun naar Balona brengen. Ter hoogte van de Franchepanestraat moest hij gewoon stoppen en enkele minuten op ze wachten. Vervolgens moest hij de verdachten afzetten in het district Para. Hiervoor had hij geen vergoeding gevraagd. Het voertuig had hij zonder toestemming van zijn broer genomen. Ook heeft hij geen rijbewijs.
Raadsman Hedley Derby gaf in zijn pleidooi aan dat het bewijs voor medeplichtigheid niet geleverd was. Derby haalde aan dat de benadeelde bij de politie had verklaard dat hij de twee voorletters van het kentekennummer had kunnen waarnemen, terwijl hij op de terechtzitting duidelijk aangaf het van een omstander te hebben gehad. Bovendien was het donker, waardoor het ook nog moeilijk was om de verdachten te herkennen. William gaf aan dat hij alleen de roepnamen van de twee kende. Hij kende hun adres niet. Hij vroeg de kantonrechter om hem een kans te geven. De magistraat vond dat de verdachte hem niet had kunnen overtuigen dat hij inderdaad de kans verdiende. Hij vonniste conform de eis van het Openbaar Ministerie.