Onlangs heeft het Hof van Justitie het beroep van Edgar Ritfeld, één van de verdachten in het 8 decemberstrafproces, toegewezen. Het Hof vernietigde de beslissing van de Krijgsraad tot schorsing van de zaak. In mei 2012 schorste de Krijgsraad de zaak tegen alle verdachten. Sunil Oemrawsingh, één van de nabestaanden, geeft in gesprek met Dagblad Suriname aan dat deze uitspraak nieuwe perspectieven biedt, zowel juridisch als maatschappelijk. “De zware teleurstelling na de uitspraak van de Krijsgraad in 2012 maakt weer voorzichtig plaats voor hoop. Hoop dat aan de strafzaak na zoveel jaren van kreunen en steunen eindelijk een eind komt door middel van een materiële einduitspraak. Hoop dat het recht eindelijk zal zegevieren en dat de verantwoordelijken van de laffe en gruwelijke moord op 15 Surinaamse helden eindelijk ter verantwoording zullen worden geroepen.” Volgens Oemrawsingh is Suriname verplicht om alle moorden die gepleegd zijn te onderzoeken, te vervolgen en de schuldigen te berechten. ‘Anders kan niet gesproken worden van een rechtsstaat maar van een machtsstaat.’
De uitspraak van het Hof van Justitie is overigens niet alleen van betekenis voor de nabestaanden, maar voor de gehele Surinaamse samenleving. “Het heropent de mogelijkheid om te demonstreren dat niemand boven wet en recht verheven is. We kunnen toch aan niemand verkopen dat in Suriname de beul van de straat wel wordt gestraft voor het vermoorden van medeburgers, maar dat de beul met politieke macht vrijuit gaat”, zegt de nabestaande verder. Een dergelijke situatie is volgens hem onacceptabel in de rechtsstaat Suriname. Op de vraag welke stappen verder ondernomen zullen worden, geeft Oemrawsingh aan dat de nabestaanden al stappen hadden ondernomen nadat de Krijgsraad het omstreden vonnis had gewezen. De advocaten van de nabestaanden hebben namelijk in een meer dan 20 pagina’s tellend verzoekschrift uiteengezet waarom de amnestiewet wel degelijk in strijd was met diverse bepalingen uit het Inter-Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarom de Krijgsraad de vraag of er sprake is van inmenging in een lopende strafzaak door de aanname van de amnestiewet , als bedoeld in artikel 131 lid 3 van de Grondwet, zelf kan en moet beantwoorden en dat de amnestiewet in het proces dus buiten toepassing moest worden verklaard. “In subjectieve zin was er een gevoel van verschuiven, van het willen nemen van een beslissing door de Krijgsraad.”
Krijgsraad aan zet
Nu het Hof van Justitie heeft geoordeeld en het vonnis van de Krijgsraad is vernietigd, zal de Krijgsraad zich ook moeten uitspreken over het verzoekschrift van de nabestaanden vindt Oemrawsingh. ‘Het is niet uitgesloten dat de nabestaanden nog andere stappen ondernemen, maar het is nu te vroeg om daar een uitspraak over te doen. Onze zorgvuldigheid heeft te maken met het feit dat de verdachten in deze multipele moordzaak ook bekleed zijn met staatsmacht en delen uit de wetgevende macht vanwege hun patronagepolitiek in hun macht hebben. Vandaar dat de amnestiewet aangenomen kon worden. Wij verwijzen voor referentie naar de uitspraak van één der initiatiefnemers, de heer Misikaba, waar hij gezegd zou hebben dat het niet goed zou zijn voor ons land als de president gevonnist wordt.’
Genaro Alpin