‘Brandjes blussen en experimenteren’ zijn doorslaggevend voor deze regering meent het BEP-assembleelid Ronny Asabina. Volgens hem moet er een eind komen aan deze wijze van beleidsvoering. ‘Niets is zo verwerpelijk dan wanneer de Staat een aanvang heeft gemaakt met een sociaal contract en niet eens in staat is dit te contineren vanwege gebrek aan financiële middelen. Als voorbeeld kan aangemerkt worden de naschoolse opvang waaraan nog steeds tal van onhebbelijkheden vastkleven. Dit project heeft nog steeds te kampen met vele kinderziektes.’
‘Het sociaal akkoord is typisch een zaak die het karakter heeft van brandjes blussen. De omslag hiervan is niet terug te vinden in het dagelijks leven. Het volk moet niet afhankelijk gemaakt worden van de Staat. Het volk moet juist zelfredzaamheid aangeleerd worden middels het aanbieden van werkgelegenheid.’ Integendeel is het Asabina opgevallen dat de werkloosheid toeneemt, terwijl de kloof tussen arm en rijk juist aan het verbreden is. ‘Het sociaal akkoord waar de president zijn mond vol van heeft, heeft juist het karakter van oneindig afhankelijk maken van het volk. De vraag die we straks gaan stellen is: ‘hoe verder nu’. De bevolking is niet aangeleerd om zijn eigen boontjes te gaan doppen. De regering motiveert de mensen niet om de eigen ontwikkeling zelf ter hand te nemen.
Vandaag, maandag, is het precies drie jaar dat de verhoging van de government take plaatsvond door de regering. De middelen hiervan zijn volgens de BEP-topper terug te vinden in de verhoging van de kinderbijslag, AOV, het openbaar vervoer en niet te vergeten het sociaal project. Voor de Staat is het juist gemakkelijk geweest om niet te hoeven zoeken naar een inkomstenbron om deze bovengenoemde zaken te ontplooien. ‘Ik weet dat de financiën die binnenstromen door de government take niet weinig zijn.’ Toch rijst bij hem de vraag waarom bepaalde projecten waaronder die van de naschoolse opvang nog steeds gekenmerkt worden door gebrek aan financiële middelen. Het vermoeden bestaat sterk dat een deel van de gelden verkregen uit de government take niet verantwoord kan worden. ‘Dit wordt op de één of andere wijze weggemoffeld.’
Juist in de periode van de verhoging van de government take heeft ook de devaluatie van de munteenheid plaatsgevonden. De politicus vindt het zeer ernstig dat de economie van Suriname slechts afhankelijk is van de mijnbouw, namelijk bauxiet, goud en aardolie. Dit is op zich heel gevaarlijk. ‘Dat maakt ons tot een heel kwetsbare economie.’ Asabina wijst er op dat de Staat er totaal niets aan heeft gedaan om de basis van haar economie veilig te stellen middels het ‘aanboren van andere bronnen van inkomsten’. ‘We hebben onze economische groei niet verbreed.’
Toen de goudprijs internationaal met 20 tot 25 % was gedropt, was deze ook sterk voelbaar in Suriname. ‘Er was paniek hier bij ons. De regering heeft Staatsolie halsoverkop de opdracht gegeven om haar productie te verhogen. Want het gat dat is ontstaan binnen de economische opbrengsten, moest op de één of andere manier gedicht worden.’
Volgens Asabina moet beslist niet over het hoofd gezien worden dat de staatsinkomsten meer bedragen dat de staatsuitgaven. In feite zou het volk hier beter van moeten worden, gelet op het feit dat er relatief minder uitgaven zijn dan inkomsten. ‘De vraag die hierbij rijst is: ‘op welke manier gaat de regering om met staatsmiddelen?’. Er is geen sprake van efficiëntie. De regering heeft juist een mentaliteit waar staatsmiddelen verkwist en verbrast worden.’
Asabina meent dat het ‘Stabilisatie- en Spaarfonds’ enige verandering zou kunnen brengen in de situatie. ‘Maar de wet is maar een dag in het parlement behandeld. Ik weet niet wat daarna is gebeurd. Na de eerste behandeling is deze niet meer op de agenda geplaatst.’
Asha Gajadien-Bhagwat