Faizel P. werd integraal vrijgesproken voor verduistering door kantonrechter Marie Mettendaf. Deze achtte het bewijs in deze zaak zeer marginaal. Volgens haar is er een één-tegen- één-verklaring. Bovendien is de getuige op de zitting teruggekomen op zijn eerder afgelegde verklaring. Aan de verdachte werd het verwijt gemaakt dat hij een boot c.q. een buitenboordmotor had verduisterd op 9 maart. Het feit werd op die dag gepleegd, echter werd Faizel op basis van de verklaring van die ene getuige op 23 april aangehouden. Gedurende de strafzaak werd de voorlopige hechtenis van de verdachte opgeschort.
De openbare aanklager, Ilse Krenten, achtte het feit wettig en overtuigend bewezen. Als bewijs hanteerde zij de verklaring van de getuige. Zij vorderde tegen de voorlopig in vrijheid gestelde een straf van 8 maanden, waarvan 2 voorwaardelijk met aftrek, en een proeftijd van 3 jaar.
Advocaat Valery Piqué betoogde dat zijn cliënt het feit vanaf het prille begin heeft ontkend. Uit de verklaring van de getuige blijkt dat hij bij de politie de verdachte nooit bij zijn naam had genoemd. Hij verklaarde dat hij de verdachte zou hebben gezien in de boot. Volgens de raadsman is het bewijs in deze zaak niet geleverd. Hij verzocht op basis hiervan de verdachte vrij te spreken.
Kantonrechter Marie Mettendaf gaf aan dat op de bewuste dag de benadeelde om hulp riep, omdat de dader met zijn boot wegvoeren. Ook de rechter merkte op dat er tegenover de verklaring van de getuige, de ontkenning van de verdachte staat. Zij achtte het bewijs in deze zaak niet geleverd en sprak Faizel P. vrij.
Saskia Bandhan