Ontevreden leerkrachten van Scholengemeenschap Tamanredjo (SGT) zijn in actie en het Minov is daar niet zo happy mee. Het is niet de eerste keer in Suriname dat leraren in actie zijn. Dat gebeurde een van de laatste keren zelfs maanden en toch heeft men het kunnen presteren om achterstanden in te halen. Onderwijsstakingen kennen naarmate het langer duurt en dichtbij de toetsperiodes liggen weinig sympathie. De leraren zijn wel eens door de rechter teruggefloten. Toen de lerarenstakingen teveel werden, ontstond kritiek op hun ongestoorde doorbetaling van lonen. In 2003 werd toen voor de duidelijkheid de resolutie geslagen dat de in de private sector geldende werkwijze van het inhouden van loon over stakingsdagen/-uren, ook toegepast kan worden in de publieke sector. In de communicatie rond de staking te Tamanredjo is de uitdrukking wilde acties gevallen. De indruk bestaat dat het hier niet gaat om een actie die niet gedragen wordt door een vakbond, want dat is een wilde actie. In het verleden zijn er meerdere wilde acties in Suriname geweest en er zijn geen gevallen bekend waar een staking in Suriname door de rechter onrechtmatig is verklaard, omdat het een wilde actie was. Wat men kennelijk bedoelt, is dat men een chaotische weg volgt om de ontevredenheid te uiten. Er zouden ‘wilde acties’ gaande zijn, terwijl het ministerie de aangewezen plaats zou zijn om problemen te bespreken langs hiërarchische weg. De hiërarchie zou niet zijn gevolgd, maar inmiddels weten wij dat structuren op Minov onder druk staan van de ooit eens op gang gebrachte politisering van de leiding en de structuren van dit ministerie. Dit ministerie was eens van de NPS, dan van de PL en nu van de NDP. De restanten en de nieuwe bazen zetten het personeel in een moeilijk parket. En men zal als leidinggevende niet gemakkelijk risico nemen om lastige conflicten naar een hoger niveau te tillen, uit broodvrees. Het komt vaak voor dat apolitieke of politiek aangestelde leidinggevenden die niet meer in tel zijn, varen op het kompas van leidinggevenden met politieke backing en aanvaringen voorkomen. Zij doen dan niets met klachten in de hiërarchie als deze hen niet goed uitkomen. Het is wel gebruik in de Surinaamse administratie dat zaken hiërarchisch worden gerapporteerd, maar als de zaken niet tijdige worden doorgespeeld (en dat neigt wel eens te gebeuren) zal men uit de maat lopen. Minov is van oordeel dat wilde acties op scholen uit de tijd zijn en dialoog en communicatie moeten leiden tot oplossingen. De stakers zeggen dat ze meerdere brieven hebben geschreven naar Minov, waarin al de problemen zijn opgenomen. Deze brieven zouden niets hebben opgeleverd. Minov van zijn kant beweert dat de brieven zijn geschreven en dat er sprake is van een misverstand. Als we uitgaan van de verklaring van de leerkrachten dan hebben ze Minov proberen te betrekken bij de situatie. Onduidelijk is of ze de schooldirecteur eerst op de hoogte hebben gebracht. Volgens Minov had dat als eerste moeten gebeuren. De leerkrachten laten dus blijken dat ze bereid waren om te praten, maar dat niemand dat wilde met hun. Of wilde acties uit de tijd zijn is een opvatting, zij lijken niet uit de tijd. Het is waar dat dialoog moet leiden tot oplossingen, maar soms schudt een staking een onwillige werkgever wakker, waarna de dialoog op gang komt. Ambtenaren van Minov zouden op school zijn geweest voor een oriëntatie en tot de conclusie zijn gekomen dat er geen valide gronden zijn om te staken. De vraag rijst of het Minov het recht heeft om vast te stellen en publiekelijk kenbaar te maken dat de gronden niet valide zijn. Men mag voor ‘intern gebruik’ tot de slotsom komen dat er geen valide gronden zijn, maar voor de buitenwacht heeft dat geen waarde. Het kan alleen maar de situatie op de spits drijven. Met de constatering dat er geen valide gronden zijn om te staken, kan het Minov niets doen. Wanneer het betreft een staking zijn er garanties die voorkomen dat maatregelen kunnen worden getroffen, omdat de stakingsgronden niet valide zouden zijn gebleken bij de werkgever. Waar het om gaat, is de rechtmatigheid of de onrechtmatigheid van de staking. Dat wordt vastgesteld door de rechter in een civiel proces, zoals dat eerder is gebeurd. In geval van een onrechtmatig gebleken staking, kan de rechter op verzoek bevelen dat de werkzaamheden worden hervat. Gebeurt dat toch niet, dan mag de werkgever maatregelen treffen. Het kan dan best zijn dat de redenen die ten grondslag liggen aan de constatering dat de redenen niet valide zijn, (mede) aanleiding geven aan de rechter om de onrechtmatigheid van de acties vast te stellen. Maar het blijft een aangelegenheid van de rechter. Het ministerie heeft aangekondigd hard te zullen optreden tegen alles wat in het nadeel van de student valt. Nu al kan gezegd worden dat de vroege sluiting van de school in het nadeel van de student valt. Immers is dat het geval bij elke staking; ergens zal een groep burgers en de werkgever dus ook worden benadeeld. Dat is de bedoeling van het voeren van actie. Op zich is dat nog geen grond om harde maatregelen te treffen, simpelweg omdat het om een staking gaat dat wettelijk een erkend instituut is. Het ministerie zou ook hebben gezegd dat eenzijdige informatie over het ministerie en de president funest zouden zijn. Wij vragen ons af hoe informatie vanuit de belangengroep van de leerkrachten niet eenzijdig maar meerzijdig had kunnen zijn. Het Minov zou ook hebben laten blijken dat vanwege de nieuwe ordening op het ministerie sinds de komst van het nieuwe ministerie er sprake is van verzet. Dat kunnen wij ons in enige mate wel voorstellen. Als de PL-voorzitter bij het onderhavige steeds namens de PL heeft gesproken, dan mag best wel gesteld worden dat deze partij op oorlogspad is met de nieuwe minister. Commewijne en Minov is voor een deel PL-gebied. De acties op SGT kunnen best wel politiek gemotiveerd zijn, in die zin dat men te snel naar het uiterste middel heeft gegrepen of het aangestuurd heeft op een situatie waarbij herrie kon worden gemaakt, om uiteindelijk de minister een hak te zetten. Helemaal mislukt is deze poging niet, want we zien dat nu BvL in beeld zou zijn. Het is van belang dat bij deze de Minov-minister en zijn adviseurs het hoofd koel houden en niet op oorlogspad gaan met het onderwijsveld. Dat zou het begin van het einde kunnen betekenen.