J.M. mishandeld door agenten: ‘Van alle kanten kreeg ik klappen op mijn hoofd’

‘Ik moest met natte kleren onder de airco liggen. De agenten hadden de airco op heel hoog gezet, het was verschrikkelijk koud. Ik moest daar op de vloer slapen met mijn handen in de boeien geslagen.’ Deze ervaring staat nog vers in het geheugen gegrift van de 21-jarige J.M. Hij is in Paramaribo woonachtig. Een uitje in Wageningen het afgelopen jaar eindigde in een ware nachtmerrie. Toevalligerwijs bevond hij zich samen met een vriendin ter plekke op de bewuste avond voor Kerst in de discotheek, alwaar een politieagent afgetakeld werd door een menigte. ‘Maar ik was er totaal niet bij betrokken. Ik was toevallig daar.’
De volgende avond sliep hij bij een neef in Wageningen, toen hij tegen half twaalf wakker werd gebeld door zijn moeder. Die beweerde dat de politie en de recherche hem thuis bij zijn tante waar hij logeerde in Wageningen, waren komen opzoeken. ‘Het moment dat ik de telefoon neerlegde, stonden de politiemannen al voor de deur. Het waren er zeker 15.’ De handelingen die daarna volgden, zullen zeer moeilijk te wissen zijn uit zijn geheugen.
‘Ik werd meteen in de boeien geslagen met mijn handen naar achteren. Mijn trui werd over mijn hoofd gezet, zodat ik niets kon zien. Daarna volgden er van alle kanten klappen op mijn hoofd. Ik had de gelegenheid niet om iets te zeggen. Tap’ yu ma pangpang mofo’, zeiden ze wanneer ik iets wilde zeggen. ‘Ik kon niets zeggen, alleen maar huilen.’ Hierna werd J.M. in de autobak gesmeten, waar hij met boeien en al plat moest liggen. Vervolgens werd hij gebracht naar het politiebureau van Wageningen, waar een confrontatie volgde met de mishandelde agent. ‘Daar werd ik geschopt door de agenten en moest ik plat op de vloer liggen.’ Op het politiebureau zag hij drie andere jongens die verdacht werden ter zake mishandeling van de bedoelde agent. Hierna werd de groep verspreid over drie politieposten namelijk Henar, Waldeck en Corantijnpolder in Nickerie. Diezelfde avond werden de jongens afgevoerd naar de verschillende politieposten.
‘Weer werd ik in de autobak gesmeten toen ik vervoerd werd naar het politiebureau Henar.’ Het regende pijpenstelen, maar J.M. kon zich helemaal niet roeren in de autobak. ‘Op het bureau aangekomen moest ik plat liggen onder de airco met de handen op mijn rug geboeid. Mijn kleren waren helemaal nat, ik bibberde van de kou.’ Pas de volgende ochtend zag hij een agent werkzaam op het bureau die hij kende. ‘Hij heeft toen de boeien losgemaakt en mijn handen voorin geboeid, zodat ik mij gemakkelijker kon bewegen.’ Hierna werd hij naar de cel gebracht.
Zes dagen heeft J.M. in de cel doorgebracht, waarna hij op het parket werd voorgeleid. Na de voorgeleiding werd hij op vrije voeten gesteld. Een klacht indienen bij de Onderzoek Politiezaken wil J.M. niet. Zijn streven is erop gericht om elk contact met de politie te vermijden.
Dagblad Suriname maakte contact met een politiefunctionaris in Nickerie. Er is geen klacht binnengekomen van een mishandeling werd hem voorgehouden. Hij adviseert J.M. om aangifte te doen bij de afdeling OPZ. ‘Dan pas kunnen we er werk van maken om de zaak verder te onderzoeken.’ OPZ staat gevestigd op het hoofdbureau van politie aan de Duisburglaan.
Asha Gajadien-Bhagwat

error: Kopiëren mag niet!