De 24-jarige Caroline Flink en de 26-jarige Emid Christacia, eerder werkzaam als kassierster, werden inzake verduistering in persoonlijke dienstbetrekking aangehouden. Zij werden na drie weken in detentie te hebben doorgebracht voorlopig op vrije voeten gesteld door het Openbaar Ministerie. Op de rechtszitting van dinsdag 14 januari eiste de officier van justitie, Manro Danning, een straf van een jaar tegen elk. Hij eiste daarbij ook de gevangenneming van de verdachten. De twee dames hebben een geldbedrag groot SRD 120.000 van Harry Chin verduisterd. De verdachten legden ten aanzien van de beschuldiging een volmondige bekentenis af. Echter waren zij het niet eens met het bedrag. In deze zaak werd de aangeefster gehoord. Zij verklaarde dat er een bewuste samenwerking was tussen de twee. Naar schatting namen de twee kassierster dagelijks een bedrag van SRD 800 mee.
Volgens de aangeefster merkte zij dat de omzet begon te dalen. Na de ontdekking stelde zij een onderzoek in, waarbij zij via beveiligingscamera de handelingen van de verdachten kon volgen. Nadat ze door had wie de schuldige waren, werd er aangifte gedaan. De twee dames werden toen door de politie opgepakt. Daarnaast werd een voertuig en twee mobiele telefoons van Emid in beslag genomen. Volgens de aangeefster kocht Emid snoepjes in de winkel om niet gepakt te worden. Zij zette een klein bedrag in de kassa en lichtte een aardig bedrag daaruit. De een zorgde voor de aanslag van de bonnen, terwijl de andere het geld uit de kassa griste. Uit verklaring van Emid blijkt dat zij drie jaar gediend heeft voor het bedrijf. Flink werkte twee jaar, maar zij kwam met het plan. De dames gingen ruim een half jaar door met deze handelingen en uiteindelijk vielen zij door de mand. De raadslieden, Raoul Lobo en Frank Truideman, waren het niet eens met de vervolging. Zij pleitten elk voor vrijspraak. Volgens Lobo kon verduistering niet bewezen worden. Lobo betoogde dat er geen sprake is van goed beleid. Het Openbaar Ministerie eiste een straf van een jaar.
De magistraat was het eens met de advocaten op dat gebied en stelde dat het OM een ruime opvatting heeft gehad. Bovendien benadrukte de rechter dat de verdachten niet onwetend waren dat zij vervolgd zouden worden. De magistraat achtte het feit zeer ernstig. Hij legde de verdachten een straf op van acht maanden geheel voorwaardelijk. De twee verdachten hoeven niet meer in de bak te gaan.
Saskia Bandhan