Wij moeten niet slechts een legende blijven, maar ook overdragen aan de jongeren, is de mening van de Baithak Gana King, Kries Ramkhelawan. Volgens hem moet er een Sarnami Instituut komen in ons land, waar deze jongeren terecht kunnen om meer te weten en te leren over onze cultuur. Ramkhelawan die heel veel ervaring heeft op baithak gana-gebied is van plan om nu met jongeren samen te werken en zijn kennis over te dragen aan hen. Deze samenwerking heeft geresulteerd in een cd, getiteld The Baithak Gana Chutney Super Stars of Suriname vol.1. Op deze schijf heeft Ramkhelawan zowel oude als nieuwe nummers. Hij heeft samen gezongen met Ramnarain Kalloe, Manoj Ramcharan en pandit Rakesh Dwarka.
De cd is tot stand gebracht door leden, artiesten en fans van Saathi Music Groep. Ramkhelawan heeft enkele nummers zelf geschreven, zoals ‘Baigan bagi me karaila’ en het nummer ‘Chalie adjebe nieralie chaal’. Elk lied heeft een thema met een boodschap. We hebben gezongen over onder andere tienerzwangerschap en dat men nu gauw geneigd is buiten te eten in plaats van thuis. Kortom de zanger is heel blij met de prestaties van de nieuwe generatie en zegt dat hij ernaar uitkijkt om door te gaan met jongeren en steeds over te dragen. Hij zegt verder dat de baithak gana ook gepromoot moet worden op de Surinaamse radiostations. ‘We draaien te veel van één soort muziek op de radio. We moeten nu ook de baithak gana muziek laten horen, want er is genoeg talent. Ze hoeven niet speciaal mijn nummers af te draaien, maar er zijn heel veel andere baithak gana-artiesten.’
Ramkhelawan benadrukt ook dat de radiostations de nummers ook moeten screenen alvorens ze het afdraaien. Het moet natuurlijk bevorderlijk zijn. Men gaat mij kwalijk nemen nu ik dit zeg, maar wij moeten onze eigen baithak gana-artiesten waarderen. Verder hoopt de veelzijdige Surinaamse artiest dat de jongeren zich gaan scholen op het gebied van muziek en steeds blijven leren. ‘Ik sta open en men kan altijd bij mij terecht. Ik zal ze helpen zolang ik kan’, aldus Ramkhelawan.