Op zondag 12 januari heeft de minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, Ashwin Adhin, een inspectieloop gehad in onze historische binnenstad. Deze inspectieloop is georganiseerd door de Commissie Monumentenzorg en de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES). Het was de bedoeling dat de minister zich oriënteerde op en geïnformeerd werd over het zorgniveau en de staat van onderhoud van de monumentale panden. De opening van de loop werd onder andere gedaan door de directeur van het Directoraat Cultuur, Stanley Sidoel, de voorzitter van de Commissie Monumentenzorg, Freddy Harrison, en de directeur van SGES, Stephen Fokke.
Volgens de minister zijn er twee belangrijke zaken waarvan de start van de renovatie van onze historische binnenstad afhankelijk is, het managementplan, dat nog niet is goedgekeurd, en een degelijk fonds voor het realiseren van de renovatie. Verder geeft de minister aan dat er inderdaad zorgwekkende panden zijn en dat het noodplan dat is ingediend terecht is en zo snel mogelijk in behandeling genomen moet worden. Naast de vele bouwvallige panden zijn er ook redelijk goed onderhouden gebouwen, die in deze staat gehouden moeten worden. Van de Unesco heeft Suriname een gele kaart ontvangen over de staat waarin ons erfgoed zich bevindt, vandaar de behoefte om in te grijpen vanuit de commissie. Los van het noodplan is er ook een managementplan, dat het totaal aan management aangeeft dat nodig is hiervoor. Dit plan is reeds aangeboden aan de Raad van Ministers en moet binnenkort op de agenda geplaatst worden ter goedkeuring. De bedoeling is dat Suriname dit erfgoed blijft behouden.
Van de Unesco hebben wij tot 1 februari de tijd om tenminste het noodplan in te laten gaan. De bedoeling is dat de Raad van Ministers daarop geattendeerd wordt, zodat dit plan voor die tijd goedgekeurd wordt en dat de commissie een aanvang kan maken met het werk. In het plan zijn twee ministeries nauw betrokken bij het hele proces, het ministerie van Openbare Werken en het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Suriname moet op de lijst van het Werelderfgoed blijven en deze situatie die vandaag is aangetroffen, mag zich niet weer voordoen volgens de minister.
Philip Dikland, lid van de Commissie Monumentenzorg, leidde de inspectieloop en hij is van mening dat onze binnenstad naar een hoger niveau gebracht moet worden. Suriname telt op dit moment 300 monumenten, waarvan 60% in goede staat verkeert en 40% om renovatie vraagt. Een gebouw moet 50 jaar oud zijn om tot monument verklaard te worden. Het hoofd kantoor van De Surinaamsche Bank, zegt Dikland, zou een goede kandidaat zijn om tot nieuw monumentaal gebouw verklaard te worden. Als goede voorbeelden van panden die om dringende restauratie vragen, noemde hij het ministerie van Justitie en Politie en het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting.
Naar zeggen van Dikland is vanaf 2002 aandacht gevraagd voor het ministerie van Sozavo. Behalve de panden moeten ook de schuttingen van de panden gerestaureerd worden. De schuttingen vormen net als de gebouwen het aangezicht van de binnenstad. Een grote verandering die moet plaatsvinden in onze binnenstad is het autovrij maken van het Kerkplein. De parkeerruimte rondom het Kerkplein is chaotisch en daar moet verandering in komen. De autobestuurders die nu nog hun voertuigen rondom het Kerkplein parkeren, zullen na de verandering een andere parkeerplek moeten uitkiezen. Zo gauw het managementplan is goedgekeurd en een goed fonds gerealiseerd is, kan de commissie het werk starten. Volgens Dikland is De Surinaamsche Bank geïnteresseerd in het helpen financieren van dit project.