De kracht van de werking van wet en recht is onder druk door integriteits- en competentieproblemen in onze ‘judiciary’ (zittende en staande magistratuur). Dat zeiden we in min of meer dezelfde bewoordingen in de laatste week van september toen de zaak van de snel dubieus verkochte in beslag genomen boot, die illegaal in onze wateren voer, aan het licht kwam. De ambtenaren en personen dachten er slim van af te komen, omdat het hier gaat om over het algemeen kwetsbare vreemdelingen in gevangenschap, maar ze keken lelijk op hun neus. De Venezolanen zijn meer gewend dan om zo gemakkelijk en goedkoop gestript te worden van hun boot door een aantal amateurs. Men persisteerde en uiteindelijk moest de rechter enige dagen terug een uitspraak doen over de zaak die door de buitenlanders aanhangig was gemaakt om rechtsbevrediging te krijgen met betrekking tot hun in beslag genomen boot. Deze uitspraak kwam erop neer dat het OM een bedrag van meer dan een half miljoen SRD terug moet betalen aan de eigenaar van de Venezolaanse boot. Het is toch raadzaam om de verwikkelingen ven enige maanden terug kort weer te geven. Een Venezolaanse boot werd enkele weken voor eind september illegaal in onze wateren onderschept met een kostbare lading diesel. De boot wordt geconfisqueerd evenals de lading. De bemanning wordt vastgezet voor kennelijk smokkel (Wet Economische Delicten) en overtreding van de vreemdelingenwetgeving. Na een paar dagen komen de vreemdelinge op vrije voeten, maar wellicht als onderdeel van een vooraf opgezet plan. De boete die aan hen opgelegd was (USD 15.000 oftewel SRD 50.250), is keurig door een onbekende ‘reddende engel in nood’ betaald en natuurlijk ook de tickets, zodat de mannen als de bliksem kunnen verdwijnen. De boot was intussen al verkocht. Daarvoor hebben autoriteiten een uitsluitend Spaans sprekende man een stuk laten tekenen in het Nederlands, waarin hij afstand doet van zijn boot. De boot wordt niet in het openbaar geveild. Dat er een vaartuig te koop is, wordt slechts ‘gelekt’ aan enkele personen die houden van dit soort ‘slimme’ koopjes met een lucht. Een upside down versie van een openbare veiling wordt gehouden: niet de hoogste maar de laagste bieder mag de boot met duizenden liters diesel meenemen. Voor de leidinggevenden op het OM is voorts van belang dat de financiële afhandeling plaatsvindt op een of ander politiekantoor. Wat ook bleek, is dat een vrouwelijke medewerker/officier op het parket van de pg optrad als bemiddelaar en waarschijnlijk haar aandeel als commissie heeft opgestreken. Opmerkelijk is ook dat men geen advertentie heeft geplaatst om de zaak openbaar te veilen. Niet iedereen mocht het dus weten. Het moment dat men de achterlijk geachte buitenlanders wil afschepen met gereed liggende tickets (met de complimenten van de koper?), ontdekt men dat het hier gaat om assertieve doorzetters, dus niet die Surinamers en vreemdelingen die men gemakkelijk kan afzetten. Men zou verhaal halen totdat er meer duidelijkheid rechtens was bereikt ten aanzien van de boot. De boot met lading werd verkocht aan naar het schijnt een connectie voor een luttele SRD 150.000. Voor de olie zou ook zijn betaald. De boot is al verkocht, dus nu moet het OM belastingcenten gebruiken om de zwaar benadeelde eigenaar te compenseren. Het is van belang dat de pg, die zich opvallend stil houdt in Suriname, een verklaring geeft en eens herbevestigt wat voor een beleid hij op het parket voorstaat. Of is er helemaal geen beleid en mag iedereen doen wat hij/zij wil. De pg moet duidelijk aangeven in hoeverre zijn ambtenaren zich schuldig hebben gemaakt aan fraude, afpersing of andere strafbare feiten. Hij moet ook aangeven in hoeverre bijzondere en algemene ambtelijke regels zijn overtreden door de ambtenaren. De burgerij heeft recht op deze informatie, omdat door de handelingen van deze functionarissen de Staat moet dokken. Wat de pg ook moet doen, is duidelijk paal en perk stellen en de burgerij mededelen wat de vastgelegde procedures wat betreft het omgaan met in beslag genomen objecten naar aanleiding van strafbare feiten en in het bijzonder naar aanleiding van de Wet Economische Delicten zijn. De pg moet zoals het een goede manager betaamt ook onderzoeken in hoeverre zulke handelingen in het verleden hebben plaatsgevonden. Wat de pg zeker moet doen, is duidelijk maken wat de consequenties zijn van het overtreden van regels door officieren, politiemannen en andere betrokken ambtenaren wanneer zulke handelingen plaatsvinden. De pg in Suriname houdt zich opvallend stil. In de afgelopen 10 jaar zijn er nauwelijks bekende gevallen van wetsovertredingen, die liggen op het vlak van corruptie, die hij uit eigen beweging heeft onderzocht. Kennelijk gaat het om lijfsbehoud, maar in tussentijd wordt een organisatie en een samenleving in stand gehouden, waarvan de rechtstatelijke kwaliteit steeds afneemt. Het parket heeft in de samenleving geen geweldige naam. Er wordt veel gesproken over regelarij en over betalingen. Bewijzen zijn niet veel voorhanden, omdat men niet naar kwitanties vraagt. De rechter heeft met de recente uitspraak duidelijk gemaakt dat de betrokken ambtenaren, naar onze indruk willens en wetens en met voorbedachten rade, te kwader trouw bezig zijn geweest. De redenen die men aangaf voor het toegegeven afwijkend gedrag zouden niets eens in een glo-klas gestand houden. Handelen van de pg is nu gewenst. Zijn stilzwijgen zal betekenen dat hij in het systeem geen positie kan innemen om orde op zaken te stellen op zijn parket. De samenleving is onder deze omstandigheden vrij in zijn speculaties omtrent het stilzwijgen en het gedoogbeleid. Eén van die speculaties kan beginnen met de algemene opvatting dat het voor overtreders moeilijk is om op te treden tegen andere overtreders.