Het tuchtcollege van de Surinaamse Voetbalbond (SVB) heeft een tegen het systeem vechtende persoon, een lichte straf opgelegd die hem uitsluit van participatie aan SVB-activiteiten voor 6 maanden. Desondanks maakte hij bij het aanhoren van het besluit amok alsof hij een spontane op de loer liggende winti over zich heen kreeg. In een orakel als een waterval rolde de ‘liederlijke taal’ uit de mond. Erger nog, er zijn tegen het strafrecht aanleunende uitspraken gedaan refererend aan de ondergrond oftewel de ondrogrong. Deze soort uitspraken zijn het handelsmerk van een aantal teams dat onder een aantal mannen uit een bepaalde regio komt. De veroordeelde staat er bekend om zijn gebrek aan vorming te compenseren met primitieve intimidatie. Zelfs de Surinaamse Basketbalbond zou niet worden gespaard. Waarom de man boos is op Suriname en de manier waarop volgens de grondwet de samenleving wordt ingedeeld, is maar een vraag. Het kan zijn dat hij zich door Suriname verwaarloosd voelt/voelde. Uitvaren tegen het tuchtcollege is het bewijs dat men wel participeert in het systeem, maar het tegelijkertijd veracht. Het incident na de behandeling van het incident is het bewijs dat de straf wel eens hoger had moeten zijn. Tegen de misdragingen moet er alsnog een straf worden opgelegd door het tuchtcollege. Het is zaak dat dit ook gebeurt, omdat men anders niet zal kunnen optreden als ook de mannen van Wanica of Saramacca of Paramaribo of Commewijne zich schuldig maken aan vergrijpen van deze aard.
Als gekeken wordt naar de bekend geworden uitspraken van de ‘veroordeelde’ dan merken wij dat de beschuldiging dat het tuchtcollege met twee maten meet geen hout snijdt. De voorzitter van het tuchtcollege komt uit de gelederen van een Topsectie-team, waarvan de spelers enige weken terug na het einde van een wedstrijd ook in de fout gingen. Desondanks waren de straffen tegen de spelers niet mals en liep op tot zelfs schorsing voor de algehele competitie dit seizoen. Bovendien ging het om basisspelers die een belangrijke rol hadden kunnen spelen in het behoeden van de club van een dreigende degradatie uit de Topsectie. Het vergelijken van het laatste vergrijp van de veroordeelde manager van een club met andere overtredingen van andere spelers is niet redelijk. Opvallend en onderscheidend in het geval van deze manager die gestraft is, is wel het feit dat het hier gaat om zogenaamde recidivisten, dus een persoon die vrij regelmatig en met een zekere patroon zich niet kan beheersen en in de fout gaat, het systeem tart (zelfs op alv’s) en af en toe een strafje krijgt opgelegd. Het gaat om habituele overtreders die naar zeggen van sommige voetballiefhebbers, die voortaan maar wegblijven van de stadions, om vervuilers van ons voetbal. Een kampioenschap geeft immers geen vrijbrief om zich onbeschaafd te gedragen althans tegen de regels. Het doet zelf afbreuk aan het kampioenschap, omdat de glans van een prijs komt door de waardigheid waarmee de kampioen ermee omgaat.
Opmerkelijk is ook de uitspraak dat men de betreffende club uit het oosten van het land wil breken. Welk belang zouden SVB-structuren hebben om deze club te breken? Wat zijn de internationale wapenfeiten van deze club? Men waant zich kennelijk groter en belangrijker dan men in werkelijkheid kan zijn. Men zet zich altijd in een slachtofferrol.
Wat het ergst is, is de uitspraak die veel wegheeft van een bedreiging tegen het leven gericht aan een wedstrijdcommissaris. Vertegenwoordigers van clubs komen soms met bevende benen naar het bondsgebouw in protestzaken en geschillen waarin bepaalde clubs – waartoe ook die van veroordeelde behoort – betrokken zijn. Er wordt door bepaalde personen op SVB-locaties waar wordt vergaderd, flink bedreigingen geuit en dat is al ettelijke jaren zo. Er worden bedreigingen geuit tegen het leven op locaties waar de politie soms bijstaat. ‘Kom buiten, dan laat ik je zien hoe de ondergrond eruit ziet’ (letterlijk vertaald) lijkt veel op een bedreiging tegen het leven, omdat men pas de ondrogron kan zien, wanneer men er begraven ligt. Het tuchtcollege en de betreffende persoon waartegen de uitspraak is gedaan, moeten een aangifte doen. Opvallend is dat de bedreiging geuit is tegen een wedstrijdcommissaris. Wedstrijdcommissarissen zoals deze, die hun werk naar eer en geweten doen en incidenten rapporteren ongeacht wie erbij betrokken is, moeten beschermd worden. Het komt vaak voor dat match commissioners uit vrees voor rancune nalaten om bepaalde incidenten op te nemen in hun rapport, ondanks het voor hun neus afspeelt. Wedstrijdcommissarissen moeten het voorbeeld van deze commissioner volgen en incidenten blijven rapporteren en niet weglaten uit vrees. De SVB moet heel nadrukkelijk een sein sturen dat met de wedstrijdcommissaris, die soms tussen het publiek moet zitten, niet gesold moet worden. Deze soort bedreigingen aan het adres van respect afdwingende instituten van het land zullen aanhouden totdat strengere straffen worden opgelegd. Functionarissen die ingezet worden en gewoon reizen met een kleine auto of een bromfiets zijn bang voor toevallige incidenten op straat. Men staat er vaak intimiderend bij met een hand in een tas. Dat moet dus de indruk wekken dat men anytime een pistool of iets dergelijks kan trekken. Die houding maakt bij rechtgeaarde burgers wel indruk en het is een praktijk dat jaren gaande is. Intellectualiteit wil men bestrijden met primitief geweld en de Staat moet voorkomen dat de laatste de overhand neemt.