Roy Smits, Ambassaderaad van Suriname in Frankrijk tevens lid van de permanente vertegenwoordiging van Suriname bij de Unesco, heeft gisteren een bezoek gebracht aan minister Ashwin Adhin van Onderwijs en Volksontwikkeling om hem te informeren over de negatieve effecten voor ons land, wanneer Paramaribo wordt geschrapt van de Werelderfgoedlijst. Een van deze risico’s heeft direct te maken met een wereldwijde slechte naam op toeristisch gebied. De Unesco verlangt voor 1 februari van dit jaar een noodplan van Suriname te ontvangen, voor behoud en bescherming van de historische binnenstad van Paramaribo op de Werelderfgoedlijst. Unesco heeft vorig jaar in een rapport kenbaar gemaakt niet tevreden te zijn over de situatie waarin de onze binnenstad zich bevindt.
De historische binnenstad van Paramaribo staat vanaf 2002 op de Werelderfgoedlijst van deze gezaghebbende organisatie van de Verenigde Naties. Eind juli vorig jaar bracht een missie op verzoek van het Unesco Werelderfgoed Centrum een inspectiebezoek aan de historische binnenstad van Paramaribo. Het doel van de missie was de conserveringstoestand van de werelderfgoedsite te evalueren, alsook de stand van zaken rond het unieke karakter van onze oude binnenstad te identificeren.
Er is toen geconstateerd dat de oude binnenstad, indien er op korte termijn geen maatregelen worden getroffen, te maken zal krijgen met een onomkeerbaar proces van verval en veranderingen. Een belangrijke conclusie uit het rapport is dat de oude binnenstad haar karakteristieken, die geleid hebben tot het plaatsen op de werelderfgoedlijst, heeft behouden. Maar er wordt hieraan toegevoegd dat er wel gevaar bestaat dat de karakteristieken aan de hand van het veranderingsproces wel aangetast zullen worden. Er is tevens een gebrek aan adequate aandacht geconstateerd.
De missie heeft op basis van haar bevindingen een rapport uitgebracht, dat op 23 oktober 2013 officieel aan de Surinaamse autoriteiten is aangeboden. In het rapport worden een aantal belangrijke aanbevelingen gedaan op het vlak van onder meer beheer en management van de site, wet- en regelgeving, stadsplanning, capacity building, public awareness en cultuureducatie, de betrokkenheid van de toerismesector, alsook verkeers- en parkeerproblematiek. Verder zijn tal van andere zaken geconstateerd die de nodige aandacht verdienen.
Suriname moet in het Noodplan maatregelen aankondigen om de uitdagingen met betrekking tot onze oude binnenstad het hoofd te kunnen bieden. Minister Adhin van Onderwijs en Volksontwikkeling is al geruime tijd bezig het plan te formuleren in overleg met verantwoordelijke instanties die met de uitvoering belast zullen zijn. Ook de financiële kanten van het noodplan en de institutionele versterking worden in kaart gebracht.