Onze instituten zoals de Meteorologische Dienst lijken niet doordrongen te zijn van het gevaar dat het klimaat en dus het weer met zich mee kunnen brengen. De weer- en klimaatdiensten moeten thans beseffen dat er meer van hun wordt verwacht. Informatie over het klimaat is geen luxe, het kan een zaak worden van leven en dood. Het punt van klimaatverandering is al enige tijd aan de orde. De gevaren die daarmee gepaard gaan, zijn ook duidelijk. Met het hogerop komen van klimaatsverandering op de veiligheidsagenda worden weer- en klimaatdiensten veel belangrijker. Deze afdelingen moeten kwalitatief geüpgraded worden. De leiding van deze afdelingen moeten bewust zijn van het feit dat een passieve houding vanuit hun kant niet meer past in deze tijd. Een niet functionerende klimaatorganisatie zal voelbaar zijn door de samenleving. De samenleving mist nu de interactie, die er moet zijn vanuit klimaatinstanties naar de burgerij toe. Wat wij in de afgelopen dag hebben meegemaakt, zijn harde winden in de avonduren en regen gedurende de hele dag. De reactie die wij van de klimaatdiensten kregen, was dat alles bij elkaar genomen het toch geen bijzondere situatie was. Immers, de regenval was bij elkaar opgeteld 99 mm, dus dat was niet uitzonderlijk. Wat men echter verwaarloost, is dat de regens het dagelijkse ritme behoorlijk heeft aangetast. Veel gebieden waren ondanks dat er niets aan de hand was toch wel onder water. Is het normaal dat buurten onder water lopen? En, is het normaal omdat het gaat om bepaalde buurten? Het onder lopen van buurten is een ongewenste situatie. Als de diensten in staat zijn ons te waarschuwen – en dat moet in 2013 wel kunnen – dan moet men dat doen. Men hoeft niet ervan uit te gaan dat alleen bij een ramp men gehouden is de burgerij te waarschuwen. De klimaatdiensten moeten ons ook via hun website en op uurbasis over enkele dagen kunnen aangeven waar het weer op een bepaalde manier zal uitzien. Werkzaamheden die bijvoorbeeld afhangen van het weer, maar ook activiteiten die in de open lucht plaatsvinden, kunnen afgestemd worden op het weer. Waaraan de klimaatdiensten ook aandacht moeten leren geven, is de windsnelheid. Al geruime tijd stellen wij dat er bijvoorbeeld ook onduidelijkheid bestaat ten aanzien van de houding die de burgerij moet aannemen bij sterke windsnelheden. Van een regeringsinstantie was er een mededeling dat de huizen dicht moeten. Daags erna was er een bericht van een wetenschapper die juist het tegenovergestelde adviseerde, in dezelfde krant. Daarna is het stil geworden en zit de burgerij te twijfelen wat er moet gebeuren. De burgerij is wat de bescherming van zichzelf via preventie betreft overgeleverd aan zichzelf. Onder andere moet men gaan kijken hoe men het huis anders moet gaan inrichten en bouwen en moet men elke dag internationale websites gaan raadplegen om het weer in de gaten te houden. Wat de regering moet doen, is het introduceren van een vroeg waarschuwingssysteem voor extreem weer, maar ook voor weer dat overlast zal bezorgen. Extreem wordt mondiaal anders uitgelegd, omdat we dan gaan denken aan rampen en grote impact op de veiligheid en het leven van de burger. Suriname moet de attitude verlaten dat extreem weer ons niet zal kunnen schaden. Het weer, de manier waarop het regent en de sterkte waarmee de wind waait tegenwoordig is toch wel anders dan enkele jaren terug. Burgers zijn verontrust over vooral de windstoten. Daarom is het zaak dat naast extreem weer, de weerdiensten ook aandacht gaan schenken aan regenval dat niet extreem maar toch wel meer is dan normaal of aan periodes van droogte die niet extreem zijn, maar die toch wel een impact gaan hebben. Het een en ander komt erop neer dat meer informatie op dagbasis ter beschikking moet zijn en dat deze duidelijk vertaald kan worden door de burgerij. In het strategisch veiligheidsplan wordt ook aandacht besteed aan de gevolgen van klimaatverandering. Perioden van zware regenval worden afgewisseld met perioden van grote droogte. Voor woon-, werk-, voedsel- en toeristische gebieden kan dat problemen met zich meebrengen die tijdig moeten worden erkend en aangepakt, geeft het plan aan. In een van onze Caricom-lidlanden zijn er doden gevallen als gevolg van hevige regens. Volgens de berichten zou er op de eilanden wel een ‘alert’ zijn verzonden om de burgerij te waarschuwen voor onweer. Door de VN is aandacht besteed aan mechanismen om de burgerij te waarschuwen voor moeilijk weer. Zo heeft de VN Internationale Vroege Waarschuwingsconferenties georganiseerd en werd in 2003 het voorstel gedaan om een International Vroeg Waarschuwingsprogramma (International Early Warning Program: IEWP) onder de VN in het leven te roepen. Intussen is het besef internationaal gegroeid om deze waarschuwingssystemen in werking te hebben. Suriname moet ook ernaar toe werken om binnenkort aan te sluiten op een regionaal systeem. Zo is in 2014 verwacht dat de Caribbean een tsunami waarschuwingssysteem in place zal hebben, omdat een tsunami de Caribbean zou kunnen treffen. In elk geval is het aan te bevelen dat de weersdiensten meer zelfvertrouwen opbouwen en beginnen om meer met de burgerij te communiceren. Dat is nu een noodzaak.