‘De gaarkeukens die het voedsel voor de naschoolse opvang bereiden, gebruiken nog altijd de buitenlandse kip. De overheid discrimineert op deze wijze de Surinaamse kip en ondermijnt de lokale productie.’ De pluimveesector kan beter boeren in 2014. Het project naschoolse opvang is voor de begroting 2014 opgebracht voor SRD 91 miljoen. Dat is helemaal afhankelijk van de wetgeving. Bestuurslid Peter van Dijk van de Associatie van Pluimveesector Suriname (APSS) kan slechts vooruitblikken op een gunstig jaar als de wetgeving wordt aangepakt. Zo pleit de sector al jaren voor het verhogen van de invoerrechten voor importkip. Die zijn belachelijke laag in vergelijking met landen in de regio, die met invoerrechten van tussen de 100% – 200% op geïmporteerde kip en kipdelen, hun lokale kipproductie proberen te beschermen. Dit heeft in buurland Guyana geresulteerd tot een bloeiende pluimveesector met een aanwas aan banen. Van Dijk zegt dat de lokale kipproducenten de totale marktbehoefte kunnen dekken. Vanwege de oneerlijke concurrentie met de buitenlandse kip, is het marktaandeel van de lokale producent nog gering. De lokale kip heeft nog niet eens de helft van de Surinaamse markt.
Per week wordt 400 ton kip geconsumeerd
Op weekbasis wordt circa 400 ton aan kip geconsumeerd. Regelgeving ter stimulering van de eigen productie, zoals het verhogen van de heffing op importkip en het afschaffen van invoerrechten op grondstoffen, zoals kuikenvoer voor de lokale kiptelers, kan ervoor zorgen dat de lokale kip de totale markt beheerst. Van Dijk breekt een lans voor de huismoeders die nog altijd letten op de kwaliteit en daarom de Surinaamse kip verkiezen boven de buitenlandse. Het is de horeca (restaurants) die zich afhankelijk maakt van de importkip.