Big’ai, drei ai, sma ai
Het is ons weer gelukt, we zijn weer internationaal in het nieuws. En wederom door een lid van een ‘vooraanstaande’ Surinaamse familie. Het nieuws van de zwemmer Diguan Pigot is als een schok overgekomen op de familie, zo staat te lezen in de kranten. Logisch, als men een kind opvoedt doet men dat naar beste kunnen en men hoopt dat het dan goed terecht komt.
Pigot is een zot
Wat is het toch met het materialistische van mensen die in principe al genoeg hebben? Pigot heeft een scholarship. Waarschijnlijk net genoeg om van rond te komen, maar wat is er gebeurd met een bijbaantje zoeken? Wat is er gebeurd met eerlijkheid? Het kan zo zijn dat iemand gaat studeren in het buitenland, mensen leert kennen, leuke dingen wil doen, maar is die behoefte dan zo groot dat frauderen gerechtvaardigd wordt? Is het zodanig belangrijk dat iemand zijn of haar toekomst op het spel zet, zijn of haar eigen goede naam schaadt en zijn of haar ouders, familie, gemeenschap en land voor schut zet? En dat allemaal voor geld…
Peer pressure of big’ai?
Wilde Pigot mee kunnen met zijn Amerikaanse schoolgenoten? Was het peer pressure? Op zijn Facebook-pagina is te zien dat hij in oktober vorig jaar, volgens het onderzoek was de fraude toen al gaande, heel veel leuke dingen heeft gedaan. Cupcakes werden er gegeten op speciale locaties, tripjes werden er gemaakt, zelfs één naar Puerto Rico. Hebben we niet allemaal als Surinamers geleerd dat we geen ‘big’ai’ moeten hebben? Hebben we niet allemaal geleerd dat we met een beetje geduld ook ons eigen deel zouden krijgen, dat we daar niet voor op het boevenpad hoeven te gaan?
Drei’ai foe sma’ai
Als het nog zo was geweest dat hij fraude had gepleegd bij een groot bedrijf, dan hadden wij er nog een Robin Hood verhaal van kunnen maken. Als hij de gestolen gelden had gedoneerd, zouden we zelfs nog enigszins trots kunnen zijn. Maar dit verhaal krijgt een smeriger randje, omdat een van onze zonen deze schandelijke daad heeft gepleegd bij een schoolgenoot. Iemand die hij elke dag zag, waarschijnlijk mee sprak of gedag tegen zei. Naast ‘big’ai’ had onze Diguan dus ook nog ‘drei’ai’. Hoe dan ook hebben we als land wederom gezichtsverlies. Het zou geen slecht idee zijn om voortaan iedereen die naar het buitenland gaat, een training te geven. Zodat men zich er van bewust wordt dat alle acties die zo een persoon onderneemt, direct gelinkt zullen worden aan de rest van het land. Elke Surinamer die nu naar Amerika zal willen gaan, zal vanaf nu moeten opboksen tegen de vooroordelen, ontstaan door het wangedrag van een enkeling die niet tevreden kon zijn met delaila’s maar speciaal voor ‘sma ai’ Nikes moest kopen….