‘Eigenlijk had de president dit project drie jaar geleden moeten stopzetten’, zegt politiek analist Richard Kalloe. Hij uit zijn kritiek op het uitbreiding raffinaderijproject van Staatsolie. ‘Dit project zal Staatsolie naar de afgrond drijven en de concurrentiepositie van het land ondermijnen.’ Voor de raffinaderij heeft het bedrijf in totaal US$ 500 miljoen geleend op de internationale markt, waarvan SRD 55 miljoen op de lokale markt. Er wordt ook geïnvesteerd in ethanolproductie en energieopwekking met stookolie. De analist neemt stelling tegen dit forse kapitaal. Kalloe die chemical enigneering heeft gestudeerd, weet vanuit zijn vakkennis over de petroleum chemie dat dit project minimaal tweemaal te duur is en dat de kostprijs van de te produceren gasoline vele malen duurder zal zijn dan wat de consument nu aan de pomp betaalt. Het bedrijf zal volgens de analist absoluut geen goedkope brandstof aan de man brengen, omdat men opgescheept zit met torenhoge schulden, die afgelost moeten worden.
Kalloe: “Ik heb nog gesuggereerd dat er een doorlichting komt bij Staatsolie en dat is niet gebeurd. We gaan de zure vruchten plukken van dit alles.” Het project blijkt alleen door de directie van Staatsolie te zijn goedgekeurd. Zelfs de Raad van Commissarissen (RvC) heeft steken laten vallen en heeft verzuimd een externe audit te plegen van dit megaproject. Kalloe vindt het absurd dat de regering meegegaan is met dit project dat zij niet afdoende heeft geëvalueerd. Nota bene gaat het om een investering die bijna zo groot is als de ontwikkelingshulp die Suriname van Nederland heeft gehad. “Over de besteding daarvan hebben wij ruim 30 jaar gekibbeld, terwijl men voor het raffinaderijproject van Staatsolie wel een vliegensvlug besluit neemt.” Volgens Kalloe had de president dit project resoluut moeten stoppen, zoals hij dat in 1980 gedaan had met het West Suriname-project. Van dit project was duidelijk dat negentig procent van het te investeren miljardenbedrag terug zou vloeien naar Nederland. Met de raffinaderij wil het bedrijf de dagproductie verhogen van ruim zestienduizend vaten per dag naar zeventienduizend en de locale behoefte aan gasoline volledig dekken.
Negatieve deviezencomponent
Het product zal niet geëxporteerd worden. Het project heeft volgens Kalloe een negatieve deviezencomponent. Dat houdt in dat het wel deviezen bespaart, maar geen deviezen gaat verdienen. Doordat Staatsolie ook niet meer gaat exporteren, zal er een druk ontstaan op de betalingsbalans. Het bedrijf zal kostbare bedrijfsmiddelen moeten importeren voor het project, waarvoor ze middelen zal zoeken op de valutamarkt. Er zal hierdoor een druk ontstaan op de Amerikaanse dollar, die duurder zal worden. Kalloe is ervan overtuig dat Staatsolie door al deze redenen genoodzaakt zal zijn haar benzine duurder te verkopen. Het staat voor de politiek analist ook vast dat Staatsolie de regering ervan zal overtuigen de brandstoffenmarkt voor haar af te schermen en een verbod te heffen op de invoer van goedkopere benzine uit de Caricom. In het ander geval kan het staatsbedrijf vragen om een prijssubsidie zodat ze toch nog in staat is als monopolist winst te maken. Dit alles ten koste van de consument. Ook voor de Staat Suriname is er voorlopig geen winst aan dit project. De aflossing met rente moet vanaf dit jaar geschieden, wat betekent dat de Staat zwaar aan inkomsten zal derven vanaf dit jaar en de komende periode. Staatsolie boekte in 2012 nog vierhonderd miljoen dollar winst. Aan dividend en belasting werd ruim tweehonderd en tachtig miljoen dollar uitgekeerd. De Staat boerde goed. Dit zal voorlopig verleden tijd zijn vanwege de hoge afschrijvingen door de fors uitstaande schulden.
Kalloe vindt het jammer dat Suriname vanwege dit alles koerst richting ondergang en dat de regering dit had kunnen voorkomen. Het wordt de burger steeds moeilijker gemaakt en de koopkracht blijft afnemen. “ Elke verstandige beleidsmaker zorgt ervoor dat de prijs van energie niet te hoog oploopt. Dit zal de concurrentiepositie van het land ondergraven.” Deze negatieve trend heeft zich volgens Kalloe ingezet sinds de Nieuw Front-periode. Een steeds toenemende import heeft het land vrijwel volledig afhankelijk gemaakt van het buitenland.