In een schrijven ‘Reactie op artikel Hugo den Boer’ geeft het ministerie van Onderwijs (Minov) haar versie van het verhaal. Jammer dat ik nu pas de eerste reactie krijg, nota bene via de pers, om een strijd voor de juiste waardering die ik al drie jaar voer. Ik heb echter met dit interview niet om een reactie gevraagd, maar slechts een aangeboden kans aangegrepen om de samenleving te informeren over de tegenwerking die ik kreeg al die jaren dat ik het onderwijs met hart en ziel ondersteunde in een achterstandsgebied.
Met het interview heeft ‘Mozes’ de berg naar zich toe laten komen. Minov zegt altijd niet te communiceren via de media, maar daar heeft ze zich deze keer wel toe laten verleiden. En het is sowieso de eerste keer dat ik wederzijdse communicatie ervaar. Ik vraag al maanden opnieuw audiëntie bij Minov-minister Adhin om de ware situatie te mogen uitleggen, want ik merk dat de topambtenaren continu mijn zaak verdraaien. Minov’s lezing is dat ik direct en juist ben behandeld nadat ik reclameerde over mijn salaris. Echter drie jaar hiervoor strijden en na enkele bezoeken aan de minister (mw. Sitaldin) en aan de directeur (mw. Malm) werd mijn salaris nog verder ontkracht. Vanwege mijn verkregen inzicht in de Fiso wist ik dit zelf te ontdekken. Tot de dag van vandaag heb ik geen uitleg gekregen of mijn salaris is aangepast en weet ik dat ze mij maar ach van de elf dienstjaren willen toekennen. Ook staat er nog 8.000 Surinaamse dollar aan openstaande rekeningen die Minov niet wil betalen.
Jammer dat ik via de media moet vernemen dat Minov mij alsnog wil bedanken. Liever ontvang ik die huichelachtige brief niet, want het is niet gemeend. Daarvoor heb ik teveel negatieve energie moeten pareren. Ik heb elf jaar gewerkt en nooit enkele vorm van dank of interesse in zaken die een enorme impuls waren voor het onderwijs op mijn school, district en zelfs landelijk. Zo heb ik al in 2002 bewezen hoe je tienerzwangerschappen op school met 90 procent kunt terugdringen, maak ik al 10 jaar herexamenbundels en GLO toetsboekjes zonder er zelf iets aan te verdienen, maar ten gunste van het bedrijf van de vicepresident. En bij de samenstelling van de bundels ondervind ik grote tegenwerking van het Examenbureau. Ik heb met een methode aangetoond het examenresultaat van een school binnen een jaar te kunnen liften van landelijk slechtste school, naar boven landelijk gemiddelde. Op de school waar ik werkzaam was, was ik dagelijks tot half twee aanwezig om zaken te regelen, waar anderen geen verstand van hadden. Bracht ik jaarlijks duizenden dollars aan donaties binnen voor scholen en wist ik veel te besparen op de uitgaven van de school.
Minov laat steeds weer zien niet te weten hoe zij dient om te gaan met haar personeel en de leerlingen. Je stuurt brieven en mails, maar er is zelfs geen reactie als ‘ontvangen’. Nu krijg ik via de media mijn antwoord, terwijl ik daar niet om heb gevraagd. Een antwoord doorspekt met hele en halve onwaarheden.
Op een schriftelijke waardering van Minov zit ik niet te wachten, daar kan ik mijn maag niet van vullen. Het is mosterd na de maaltijd. Ik krijg die waardering via de schoolleiders, leerkrachten en leerlingen van de honderden scholen per jaar waar ik contact mee heb. Oprechte uitingen in open gesprekken, een bedank-smsje; zoals vandaag tijdens de opening van nieuwe lokalen en woningen bij de Da Ketischool in Peto Ondro.
Bureau Onderwijs Binnenland (BOB) is een afdeling die al lang opgeheven diende te worden. Het hoofd daar, Bert Eersteling, doet constant mondelinge toezeggingen om personeel naar het binnenland te trekken of daar te houden. Als je later ter verzilvering komt, heb je als ambtenaar geen poot om op te staan. Dit ervaart het gros van de leerkrachten in het binnenland. Zo hebben twee leerkrachten in 2007 een woning moeten huren in Albina en daar totaal 17.000 Surinaamse dollar aan uitgegeven die volgens Eersteling op basis van kwitanties uitbetaald zouden worden. We wachten nog steeds op het geld. Ik ben geronseld om op de hoofdakte les te geven. Het kostte mij twee dagen in de week. Voor tien maanden werk heb ik netto SRD 100 verdiend, omdat toegezegde vervoerstoelage opeens niet meer werd uitbetaald.
Tip aan Minov om BOB zo spoedig mogelijk op te heffen. BOB zou de situatie van het binnenland afzonderlijk moeten aanpakken en verbeteren. In praktijk blijkt het middel om het binnenland niet dezelfde normen toe te passen als in stad en district, zoals het toestaan van te laag en onbevoegden voor de klas. Een andere tip is dat er een Human Resource Management afdeling wordt opgericht. Dan geeft het Minov invulling aan de wens van de regering om de belangrijkste productiefactor van het land, de mens, op waardige wijze te begeleiden bij problemen. En het woord ‘empathie’ mogen ze daarbij adopteren in hun handelen, om te kunnen inleven hoe hun handelen, overkomt op leerkrachten en leerlingen.
Den Boer zou al twee maanden weigeren om op VOJ Albina te verschijnen. Dit is een misvatting. Ik heb geen contract, dus ook geen verplichtingen. Ik pleit al jaren voor gelijke waardering als Nederlander, gelijk aan die van een Surinamer in mijn positie. Als dat niet via een vaste aanstelling kan, dan zullen er manieren zijn om mij wel dezelfde waardering te geven. Ik deed met mijn capaciteiten en opleiding het werk gelijk aan twee leerkrachten, maar werd en wordt voor een halve gewaardeerd. Minov moet niet hoog van de toren blazen. Zolang je geen alternatief hebt voor de gaten die ik opvul in het onderwijs en er geen enkele Surinamer te vinden is om zelfs voor dat betere salaris te willen werken in mijn plaats.
Ondanks mijn wrange nasmaak van het Minov complimenteer ik mensen in die organisatie. Ten eerste Remy Clenem, inspecteur van onderwijs te Moengo, die zelf de 180 graden omslag heeft weten te maken tot een nu zeer positieve proactieve ambtenaar. Hij bewijst mij dat het kan. Rinelia Simson, schooldirectrice van VOJ Albina, die volhardend in de vreze van de Heer een zwaar onderbezette school probeert draaiende te houden. En ten laatste Bert Eersteling, hoofd Onderwijs Binnenland, die ondanks alle problemen waar het onderwijs in het binnenland en zonder geld toch weet stand te houden.
Ik verwacht dat ik nog steeds een keer bij Minov uitgenodigd wordt om de juiste versie van mijn situatie te kunnen uitleggen. Zodat we toch alsnog met een hand uit elkaar kunnen gaan.
Ir. Hugo den Boer