Indien een verdachte geen advocaat heeft, en niet in staat is die te betalen, dan kan de rechter op verzoek van de verdachte bepalen dat hij/zij een advocaat toegevoegd krijgt. Bureau Rechtszorg biedt minder draagkrachtigen de mogelijkheid om middels een toegevoegde raadsman hun zaken te behartigen. Het bureau is belast met de toevoeging van advocaten in zowel civiele- als strafzaken. Dat betekent dat zo een advocaat kosteloos procedeert voor de verdachte. Tijdens de gerechtszittingen, vooral de strafzaken, valt op dat vooral de toegevoegde advocaten niet of nauwelijks voorbereid zijn om te pleiten voor hun cliënten. Bij verdachten die zelf een advocaat in de arm hebben genomen, is juist het tegendeel te merken.
Tijdens de gerechtszittingen van de afgelopen maanden is dan ook een tendens te bespeuren in de strafzaken, waarbij de verdachten bewust niet kiezen voor een toegevoegde advocaat. Ze bepleiten hun zaak liever zelf. Bureau Rechtszorg geeft op de vraag of er cijfers ter beschikking zijn, waaruit terug te halen is in hoeveel zaken er thans een advocaat toegevoegd is en hoeveel zaken al dan niet in het voordeel van de verdachten zijn uitgesproken, aan dat die niet zonder toestemming prijsgegeven mogen worden. Volgens Rupert Hupsel, onderhoofd Bureau Rechtszorg, moet er eerst een brief met het verzoek gericht worden naar het onderdirectoraat van Justitie, waaronder Bureau Rechtszorg ressorteert. Pas als er toestemming is, kunnen de cijfers worden prijsgegeven.
Een toegevoegde advocaat krijgt voor een toegevoegde zaak een bedrag van SRD 150 uitgekeerd. Dit kan oplopen tot maximaal SRD 450. Een medewerkster van het Bureau Rechtszorg geeft aan dat het voorheen zo was dat de advocaten merendeels bij strafzaken werden toegevoegd. Tegenwoordig worden ze ook ingezet als piketadvocaten alsook voor civiele zaken. Het is dus niet meer zo dat de meeste advocaten bij strafzaken worden ingezet.
