“Ik voelde mij net een ‘masra’ met drie van die jonge meiden die precies deden wat ik zei”
Na lang wachten hebben we de film Hoe Duur Was de Suiker? kunnen aanschouwen. Was het dat lange wachten waard? Ja en Nee. Wat er ook over geschreven mag worden, feit is toch wel dat iedereen in Suriname deze film moet zien. Alleen al omdat het een verfilming is van een van onze mooiste boeken en de kroon op de carrière van mevrouw mcLeod. Het is niet niks als een van je boeken het waard word gevonden er een film van te maken.
De factor tijd
Meestal zijn verfilmingen vrij treffend, personages komen echt tot leven. In HDWDS is dat helaas niet het geval. Grootste probleem zal wel tijd zijn geweest. In de eerder gehouden persconferentie gaf regisseur Jean van de Velde aan dat door het beperkte budget de tijd een enorme rol speelde, dingen moesten snel worden gemaakt, zeker ook omdat er naast de film nog een vierdelige serie werd opgenomen. Als je de factor tijd in ogenschouw neemt, is het goed afgeleverd werk maar daarmee doet men het verhaal eigenlijk geen recht. Desondanks is de tweede helft van de film goed. Minpunt is wel dat er jaren verstrijken in de film maar dat geen van de personages ouder word.
Julius o Julius
Mini Mini en haar geliefde Julius, evenals Sarith komen wel goed tot uiting. Vooral Gaithe Jansen zet voortreffelijk werk neer als de wanhopige Sarith die menig vrouw in het publiek deed sneren “mi b’o kwer’eng!!!”. Het lukte Mini Mini en Julius, gespeeld door Yootha Wong Loi Sing en Kees Boot, ook om het publiek mee te slepen in hun liefdesverhaal. Vooral de sympathieke Julius deed eveneens menig vrouw zuchtend weg zwijmelen, vooral in de scene waarin hij de schoenen van zijn voeten haalt om zijn geliefde Mini Mini te bevrijden van het juk van de slavernij. De scene waarin Mini Mini word gevraagd of ze gelukkig is en waarop ze JA wilt zeggen is ijzersterk! Evenals de scene waarin er vergiffenis gevraagd word.
Controversieel
Sarith doet veel bij het publiek. In de zaal hoor je vaak het woord ‘slet’ fluisteren. Maar toch kon men haar waarderen om de uitspraak dat mannen vrij spel hadden als het kwam op het gebruiken van hun vrouwelijke slavinnen, en waarom zij dan niet met haar mannen? Dit was naar aanleiding van de scene waarin zij een mannelijk slaaf laat roepen om te voorzien in haar seksuele behoeftes. Mooie scene, dat wel, onbedoeld grappig als de slaaf vernedert, bezweet en uitgeput de kamer uit komt lopen. Mooie scene is ook waarin de ‘nene’ Hendrik aanspreekt op zijn gedrag, dat hij de witte manieren overneemt nu hij macht heeft en zomaar elke vrouw denkt te nemen zoals zij dat doen. Deze nene mag gerust tot leven komen en dezelfde woorden spreken tot een deel van onze hedendaagse mannen met macht.
“Goo na insaai.”
De rol van Redi Moesoe Hendrik had beter vertolkt kunnen worden door de acteur die Alex speelde, de slaaf die gemanumitteerd wordt en schoenen krijgt. Deze speelde goed en overtuigde. Grootste minpunt bij Hendrik was zijn overduidelijke Hollandse accent. Hij was niet de enige die er problemen mee had. De eerste tien minuten van de film doen pijn aan de oren door de barslechte uitspraak. ‘Go na insey’ wordt ‘Go na insai’ en werd met een bepaalde voorzichtigheid en onwennigheid uitgesproken terwijl de taal bedacht was om in de gebiedende wijs te spreken met de slaven. Ook de verschillende uitspraken van de naam Fernandes (FerNANdes of FernanDES) laten zien dat er weinig aandacht is besteed aan continuïteit. De Surinaamse kijker word er op deze manier eigenlijk keihard mee geconfronteerd dat de film niet van Surinaamse makelij is maar door Nederlanders is gemaakt die te weinig tijd hadden om goed research te doen naar de Surinaamse taal en uitspraak van toen.
Zuid-Afrikanen lijken niet op Surinamers
Dat de film in Zuid-Afrika is gemaakt, is duidelijk te merken. Ook de figuranten zijn duidelijk Zuid-Afrikanen. In Nederland zal men waarschijnlijk het verschil niet zien omdat ze daar ook niet het verschil ziet tussen creolen uit Kaap-Verdië, de Antillen of Suriname. Maar wij zien meteen het verschil tussen Guyanezen, Haitianen of Surinamers. Daarnaast was het ook jammer dat veel van de scènes in huizen plaatsvond waar het koperwerk ontbrak. Kenmerkend voor Suriname is koper! Ook kenmerkend is hout en veel scènes vonden plaats in stenen gebouwen. Het echte Surinaamse kwam dus niet helemaal tot uiting. Zelfs het ritme van de trommels in de dans scene is Zuid-Afrikaans maar ook daar zal weer voor gelden dat men in Nederland het toch niet zou merken.
‘Ik voelde mij net een masra’
Ondanks alle bovengenoemde punten, die ook onder reacties van het publiek naar boven kwamen, was men laaiend enthousiast.”Daar moeten we maar even doorheen prikken” Het is natuurlijk mooi om voor het eerst Suriname in dat tijdperk uitgebeeld te zien worden. Men heeft, wel met het boek in het achterhoofd, mee kunnen leven met sommige personages. Men leefde zodanig mee dat de opmerking van regisseur van de Velde tijdens zijn speech na de film in het verkeerde keelgat schoot, en terecht! Deze gaf aan dat de drie dames die speciaal uit Nederland waren overgevlogen echt hard hadden gewerkt. En dat hij zich daarom net een masra voelde met drie van die meiden die alles deden wat hij zei. Ouch! Die misser ging niet ongemerkt voorbij. Het automatisch ontstane applaus stierf langzaam af en werd met een wrange smaak in de mond weggelachen.
Suriname moet deze film toch zien!
Al met al moet iedereen deze film zien. Sommige personages zijn vlak en missen diepgang(Hendrik, Ashana), ze worden niet ouder naarmate de jaren verstrijken(Mini Mini en Sarith zien er prachtig uit van begin tot eind)maar alle elementen van een slavenverhaal zitten er wel in. De wreedheden, de belachelijke denkwijze, de onvoorstelbare loyaliteit. De humor houdt de film op de been en uiteindelijk is dat het misschien ook wel weer wat het minder heftig maakt. Het is al eerder in de pers geschreven: zo een eerste film over de slavernij in Suriname had pijn moeten doen, we hadden niet alleen de zuuroranjes uitgeperst moeten zien worden tijdens het uitdelen van de zweepslagen, we hadden het zout en het zure sap in de wonden willen zien trekken. We hadden de ingehouden schreeuw willen horen en niet een paar spieren in een gezicht zien vertrekken terwijl iemands rug bloedde van de zweepslagen. We hadden niet nog even snel de scene erin gepropt willen zien van de afgehakte arm terwijl dat juist de prijs van suiker was…
‘Het sap van zuuroranjes had, met zout, in de wonden gewreven moeten worden’