“Onderwijs moet bijdragen tot het ontwikkelen van een maatschappij waarin mensen hun leven zelf kunnen vormgeven en in staat zijn samen te leven met anderen, een maatschappij waarin burgers verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen voor zichzelf en hun omgeving.” Deze aanhaling uit het Ontwikkelingsplan van de regering Bouterse-Ameerali is noodzakelijk om de regering erop te wijzen, dat ze zelf geen uitvoering geeft aan het bovenstaande. Het onderwijsveld is ontevreden over de manier waarop men met leerkrachten en leerlingen omgaat. De klachten zijn duidelijk en via onze DOE-fractie bij herhaling onder de aandacht gebracht van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Helaas is het beantwoorden van brieven door dit ministerie, evenals de meeste ministeries, niet de sterkste kant. Daardoor wordt alleen maar bevestigd dat communicatie vanuit het ministerie slecht is.’
De perikelen te Albina zijn de gehele gemeenschap bekend. Leerlingen moesten zelfs de straat op vanwege de povere kwaliteit van onderwijs sinds het begin van dit schooljaar. Het lijkt alsof het ministerie de andere kant uitkijkt. Leerkrachten zijn ten einde raad. Op 26 november begonnen 6 leerkrachten van OS en VOJ Albina te staken. Op 1 oktober was hen door de overheid voorgehouden dat de nieuwe onderwijzerswoningen waarin zij moesten gaan wonen, binnen de kortste keren water en licht zouden krijgen. Nu blijkt dat dit nog heel lang kan gaan duren. Het ministerie houdt de mensen aan het lijntje. Op 29 november zijn de leerlingen van VOJ Albina de straat op gegaan. Er zijn te weinig leerkrachten en vooral vakleerkrachten ontbreken. Niet iedere klas kan zelfs van een leerkracht worden voorzien.’
De districtscommissaris is op grond van de eis van de stakende leerlingen naar de school geweest, maar heeft helaas niets gedaan om de situatie te verbeteren. Opmerkelijk is wel dat hij dit bezoek aflegde onder begeleiding van politie en militairen. Is de dc soms bang voor zijn eigen mensen? Op de Openbare School Albina zitten wel 45 kinderen in een klas opgepakt, omdat de 2de OS Albina niet kan opstarten door gebrek aan meubilair, water, stroom en boeken zijn. LBGO bovenbouwleerlingen van Albina kunnen niet naar school in Moengo, omdat de schoolbussen al sinds 22 november niet meer rijden. Het Marowijne-gebied dat veel te lijden heeft gehad van de Binnenlandse Oorlog, mist tot nu toe een structureel plan voor wederopbouw van het district.
Gistermorgen was op de radio een reactie van een leerkracht te beluisteren waarbij werd aangegeven dat door het ontbreken van schoolbusvervoer het onderwijsproces in enkele districten zwaar bemoeilijkt wordt. Zelfs een bekende radioman liet zijn misnoegen blijken, dat de overheid niet in staat is zo iets basaal als bustransport voor scholieren en leerkrachten te garanderen. Er zijn problemen zoals uitbetaling van interieurverzorgers, tuinmannen, conciërges op verschillende scholen in het binnenland, o.a. in het Boven Suriname-gebied. Tekort aan leerkrachten op vele scholen o.a. te Kwamalasamutu, Sipaliwini, Allapadoe, Palumeu zijn op vele manieren onder de aandacht gebracht van de autoriteiten.
In een standaardschrijven geeft het ministerie aan schoolleiders te kennen dat zij geen contact met de pers mogen onderhouden, omdat er anders gepaste maatregelen tegen hen genomen zullen worden. Het ministerie is natuurlijk vrij om op deze wijze aan zijn beleid invulling te geven. Anderzijds, zou het Ministerie dan veel beter moeten communiceren met het veld en adequaat inspelen op de uitdagingen waarvoor leerkrachten en leerlingen zich geplaatst zien. Wanneer het ministerie exact deed wat er in het veld moet gebeuren en goede communicatie met de actoren onderhield, dan was en is er geen reden om naar de pers te stappen. Een van de taken van parlementariërs is om de regering te controleren. We zullen de scholen blijven bezoeken en pijnpunten onder de aandacht blijven brengen van het ministerie. Daartoe zijn wij verplicht aan de samenleving. Het kan niet zo zijn dat men in het ontwikkelingsplan aangeeft dat onderwijs moet bijdragen tot het ontwikkelen van een maatschappij waarin mensen hun leven zelf kunnen vormgeven en in staat zijn samen te leven met anderen, een maatschappij waarin burgers verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen voor zichzelf en hun omgeving, terwijl op deze genoemde punten de regering zelf tekortschiet. Genoemde zaken zijn slechts een deel van de uitdagingen waarvoor de regering staat als het gaat om ons onderwijs. Verschillende brieven die door de DOE-fractie naar het ministerie geschreven zijn, bleven niet alleen onbeantwoord, maar met de inhoud is er hoegenaamd ook niets gedaan.
Carl Breeveld
(Voorzitter DOE)