‘Politici komen slechts met mooie praatjes’, zegt een 18-jarige student van het Havo gebelgd aan Dagblad Suriname. Zij is woonachtig in het district Saramacca. Al weken rijdt de schoolbus niet. Voor haar rest geen andere keus dan om 4.00 uur in de ochtend wakker te worden en met de staatsbus naar school te gaan. Over het vroeg wakker worden, daar maakt zij geen punt van. ‘Oh dat is geen probleem. Ik ben mij ervan bewust dat ik in het verre district woon. Als ik in de stad woonde, zou het anders zijn.’ Maar zij maakt zich bijzonder ongerust om het feit dat de schoolbus niet rijdt. Dit heeft tot gevolg dat zij pas om 18.00 uur in de middag weer thuiskomt met de staatsbus. Met de schoolbus is zij onder normale omstandigheden tegen 15.00 uur al thuis.
Na 13.00 uur zijn er geen staatsbussen en of particuliere lijnbussen die naar het district vertrekken vanuit Paramaribo. Na 13.00 uur, wanneer de school uit is, moet zij momenteel noodgedwongen nog 3 uurtjes in de stad blijven ‘hangen.’ Omstreeks 16.00 uur vertrekt de staatsbus vanuit de Heiligenweg. Op de vraag of zij die 3 uurtjes van het wachten op de bus nuttig kan besteden door te studeren, schudt zij ontkennend haar hoofd. ‘Dat is heel moeilijk, je hoofd is letterlijk vol van de drukte van de stad. Ik heb vaak hoofdpijn na school door de inspanning.’ Pas wanneer ze heeft plaatsgenomen in de staatsbus, kan zij enigszins tot rust komen. Pas wanneer de bus uit de drukte van de stad is, kan zij haar leerstof doornemen.
De VWO-student bevestigt dat zij tegenwoordig meer schoolgeld van haar ouders moet meekrijgen dan voorheen toen de schoolbussen normaal reden. ‘Want na school kan je niet op de schoolbus wachten om naar huis te gaan. Ik moet naar de stad, ik koop drank en een broodje of wat snacks om te eten. Dat kost allemaal extra geld.’ Van een warme maaltijd na school is er helemaal geen sprake. Ze eet pas warm wanneer ze weer thuis arriveert. ‘Ik wil ook geen rijst of noem maar op buiten eten. Je weet niet op welke manier die mensen het eten hebben bereid.’
Ze schudt weemoedig haar hoofd wanneer ze de problematiek van de schoolbussen die niet rijden vanwege het niet kunnen beschikken over hun geld onder de loep neemt. ‘Ik weet niet wat ik ervan moet zeggen. Ik weet wel een ding en dat is dat ik moet doorzetten, anders bereik ik ook niets.’ Dat politici vaak aangeven de problemen van het volk te kunnen oplossen, betitelt zij als te zijn slechts mooie praatjes. ‘Ik ken die mensen heel goed. Pas wanneer de verkiezingen naderen voelen zij opeens ervoor om huis aan huis te komen.’ Van deze personen wil zij helemaal niets horen. Bij de komende verkiezingen gaat zij voor de eerste keer naar de stembus. Zij betwijfelt of ze naar de stembus gaat om haar stem uit te brengen. ‘Al die politieke mensen zijn een pot nat. Al die mensen beloven zo veel maar wanneer ze eenmaal gekozen zijn, kijken ze niet meer naar je om. Ze behartigen slechts de belangen van zichzelf en van hun naaste familie.’
Asha Gajadien-Bhagwat