Een Surinaamse regering die nu de klimaatsverandering niet in haar top 5 van de regeerprioriteiten heeft, is niet echt bezig met regeren, dus het inrichten van de toekomst en het behoud van wat geërfd is. Dit klemt te meer, daar uit metingen en wetenschappelijke prognoses vanuit o.a. de Wereldbank het duidelijk is dat Suriname onder de ontwikkelingslanden wereldwijd die aan zee grenzen behoort tot de top 5 van de meest vernietigde gebieden als het gaat om aantasting door een voorspelde zeespiegelstijging als gevolg van opwarming van de aarde. Daags terug is een workshop over de impact van climate change op Suriname gehouden speciaal voor parlementariërs. De vraag rijst terecht wat voor effect deze ‘sensibilisering’ zal hebben op DNA-leden. In het ene geval kunnen we wat trammelant verwachten bij een gebleken nalatigheid van de regering en daarop volgend opdrachten vanuit het hoogste college. In het andere geval zijn al plannen gemaakt om op termijn te verhuizen. Surinaamse regeerders zijn inderdaad niet bewust van de dreigingen van klimaatsverandering, omdat men niet de gewoonte en de wil heeft om tientallen jaren vooruit te denken. In de technische rapporten van onze eigen deskundigen lees je inderdaad prognoses die gaan naar zelfs 2080 en de discipline moet hoog zijn om daarop nu al te anticiperen. Daarmee is niet gezegd dat er in het geheel niets wordt gedaan en dat andere landen ook niets doen. De vraag is wel of wij als land onder de gegeven omstandigheden wel genoeg doen. Een land waarvan het voortbestaan door klimaatsverandering wordt bedreigd, behoort het fenomeen als topregeerprioriteit te hebben. Echter merken wij dat in het regeerakkoord waaraan de huidige coalitie gebonden is, klimaatsverandering dan wel de zeespiegelstijging niet is genoemd als een bedreiging. In de 21 punten die de ‘hoofdlijnen van het regeerakkoord’ vormen, merken wij dat de klimaatsverandering niet als zodanig wordt genoemd. Wel staat vermeld dat de ‘verzekering van duurzaam beheer van het natuurlijk milieu, door beschermende maatregelen, het mitigeren van milieuschade, rehabilitatie van beschadigd milieu, alsook adequate overdracht van uitgemijnde gebieden, in het bijzonder in de districten Para, Brokopondo, Sipaliwini en Marowijne’ een hoofdlijn van het akkoord is. In deze formulering ligt niet ingesloten het nieuwe besef dat aanwezig had moeten zijn, nadat in de voorgaande regeerperiode de nieuwe concrete bedreigingen wetenschappelijk waren vastgesteld. In de laatste begrotingen wordt geld vrijgemaakt voor waterkeringswerken aan de kust en oevers dichtbij de zee. Er zijn echter landbouwgebieden die onder water lopen en de ‘policyc paper’ van Sushmita Dasgupta e.a. van 2007 voor de Wereldbank richt zich bij het vaststellen van de ernst van de schade in de landen zich ook op dit aspect van de landbouwgebieden (lees: voedselzekerheid). Online is in het kader van de COP15 (Kopenhagen Klimaatsveranderingsconferentie van 2009) een artikel verschenen dat aangeeft dat de voedselvoorziening in Suriname in gevaar kan komen door de klimaatsverandering. Het artikel uit januari 2010 kopt ‘Voedselschaarste bedreigt Surinaamse bevolking door klimaatsverandering’. Daarin wordt herhaald het gevaar dat landbouw-, woon- en businessgebied aan de laag liggende kust door klimaatsverandering onder water of beschadigd kan raken. De invloed van klimaatsverandering kan catastrofaal zijn voor Suriname. In het eerste rapport in verband met het VN Raamwerkverdrag Klimaatsverandering geeft de Surinaamse regering zelf aan dat als gevolg van zeespiegelstijging er sprake zal zijn van veel erosie, grootschalige overstromingen, verlies van vruchtbaar landbouwgebied, vernietiging van zoetwaterbronnen, terugval van de biodiversiteit en verslechtering van de menselijke gezondheid. Klimaatsverandering zal de hydrologische cyclus verstoren, inclusief de intensiteit en de verspreiding van regenval en droogte. Het is een combinatie van deze effecten die het land kwetsbaar maakt. De policy paper voor de Wereldbank noemt dezelfde bedreiging. In het artikel wordt gerefereerd naar Saramaccaanse boeren die al landbouwgrond hebben verloren en merken dat de seizoenen anders verlopen. Ze hebben te maken met wateroverschotten, watertekorten en binnendringing van zoutwater. Het artikel geeft aan dat 50% van het productiepotentieel is verdwenen, wat kan leiden tot een voedselschaarste in Paramaribo. Watertekorten kan men oplossen met pompen, maar wateroverlast niet. In het artikel klagen burgers dat de overheid landbouwers niet helpt die het slachtoffer schijnen te worden van de effecten van klimaatsverandering. De Surinaamse regering kan een projectvoorstel indienen bij het adaptatiefonds horende bij het VN Raamverdrag Klimaatsverandering. De fondsfunctionarissen geven aan dat nationale ngo’s ook wat te beïnvloeden hebben, maar in Suriname zien wij op dit stuk een lacune. Het fonds is bestemd voor ontwikkelingslanden die partij zijn bij het Kyoto Protocol zoals Suriname. Voor 2012 was geschat dat ca. 500 miljoen USD beschikbaar zou zijn in het fonds. De policy paper van Dasgupta e.a. geeft aan dat percentage door de zeespiegelstijging benadeelde personen onder de Latijns Amerikaanse en Caribische (LAC)-landen. Het bbp zal ook het hoogst zijn in ons land (ca. 55%) gevolgd door Guyana. Bij aantasting stedelijk/bewoond gebied en landbouwgebied staan we 2de en landoppervlakte 7de . De paper bekijkt scenario’s van een stijging van 1, 2, 3, 4 en 5 meter. Overall over alle regio’s bekeken zijn de landen die het zwaarst te verduren gaan hebben Vietnam, Egypte, Suriname en de Bahamas. Mondiaal staan wij tussen de ontwikkelingslanden op 3 wat betreft aangetast landbouwgebied, 4 wat betreft benadeelde populatie en bbp en 9 als het gaat aangetaste woongebied. Bij de verschillende scenario’s schieten wij omhoog qua risico of komen we juist beter uit. Ook een analyse van Nurmohamed en Naipal laat zien dat we kwetsbaar zijn. Het is nu aan de regering om op een hoger tempo mitigatiemaatregelen te treffen.