Over enkele dagen vieren wij als land onze 38ste verjaardag. We vieren het feit dat we al 38 jaar een zelfstandige staat zijn. Maar is dat wel echt zo? Waren we niet begonnen als een zelfstandig land en hebben we verschillende fases doorlopen?
Assimilatie of integratie
Nu bijna 38 jaar later zijn we in de fase dat we een land en een cultuur willen vormen. En dat terwijl we ook wel heel trots zijn op onze culturele diversiteit. In menige officiële toespraak wordt onze culturele mozaïek naar voren gehaald. Dat al die culturen zo vreedzaam naast elkaar leven. Waarom willen we dan per se één worden. Waarom zijn we niet tevreden met integratie en streven we naar assimilatie?
Integratie, aan elkaar aanpassen
Integratie is het proces waarbij verschillende componenten samensmelten tot een geheel. In de politiek en de sociologie wordt deze term gebruikt om de samensmelting van verschillende culturen binnen een maatschappij aan te geven. Het kenmerk is hierbij dat beide of alle groepen een beetje water bij de wijn doen, ze passen zich aan elkaar aan. Eigenlijk hebben we dat wel goed gedaan. We spreken allemaal, naast de taal die we hebben meegenomen uit onze verschillende landen van herkomst, een gemeenschappelijke taal: het Sranang Tongo. Dat is de taal die ons bindt. Dat is de taal die men spreekt in de samenleving. Eigenlijk hebben we twee talen, die ons binden want als het goed is, is iedereen ook het Nederlands machtig. Het willen van afstappen van die taal, zoals er om de zoveel tijd wordt geopperd als men weer eens de kolder in de kop heeft, is geen goede zet aangezien dat hetgeen is wat ons uniek maakt. Het enige land op het Zuid-Amerikaanse continent dat Nederlands spreekt waarbij de mensen er voor het grootste gedeelte niet Nederlands uitzien!
Laten we Chinees spreken
Soms zeggen mensen dat ze willen dat we het Sranang Tongo de officiële taal maken. De vraag is wat schieten we daarmee op? Ja, we zijn dan nog steeds uniek, maar zou dat niet een strategisch domme zet zijn? Onze kinderen zouden een taal spreken die hen nergens zou brengen in de wereld. Als we zouden overstappen op het Chinees of Engels, dat zou pas een strategischere zet zijn. Zeker gezien het feit dat het Engels nou eenmaal de taal is die meeste mensen wereldwijd kennen door de invloed van de muziek en filmindustrie. Het Chinees zouden we kunnen leren gezien de invloed die dat volk op ons land heeft gehad en nog steeds heeft. We zijn grotendeels, zonder dat we het doorhebben, al heel erg Chinees. Onze eetcultuur is grotendeels Chinees bepaald, en onze economie wordt dat ook steeds meer. De Chinese invloed op de wereldeconomie is ook een feit dus als we verder willen komen, ja, dan moeten we Chinees gaan spreken!
Etnische voor- en achternaam
Als we kijken naar de manier waarop wij afgelopen jaar de jubileumvieringen hebben gedaan, getuigt dat wel weer van een goede stap richting echte integratie. Bij elke viering stond er een groep in de spotlight, maar waren de andere groepen ook aanwezig om mee te feesten. We hebben laten merken dat we allemaal dezelfde achternaam hebben: Surinamer! Toch is het streven van sommigen om naast de eigen achternaam nog een extra etnische voornaam te verkiezen. Dus we zeggen: ik ben een Hindoestaanse Surinamer, of een Chinese Surinamer, of een Marron of een Indiaan. Het is mooi trots te zijn op hetgeen men van afstamt.
Trots op iets waar men niets voor heeft hoeven doen?
Is trots echter niet een gevoel dat men dient te hebben over iets waar men hard voor heeft moeten werken om het te bereiken. Het is dus zo dat we allemaal zijn geboren met onze etniciteit. Maar het Surinamer zijn, dat was een keuze. Dat was iets waar wij nog steeds elke dag voor strijden. Kunnen we niet onze etniciteit als vanzelfsprekend beschouwen? Net zoals het feit dat we man of vrouw zijn, ook daar hebben we geen keus in gehad. Als we dat doen kunnen we er volop voor gaan om als een volk te zeggen dat we Surinamers zijn, dat we alleen die achternaam kiezen en onze voornaam die we hebben gekregen van onze ouders.
Kunnen we nog meer een worden?
Dat we van verschillende etniciteiten zijn is namelijk duidelijk en zal dat altijd wel zijn. Het is een mooi kenmerk van ons land. We zijn toch al een volk? Dat er nog puntjes zijn die op de i gezet moeten worden, wil nog niet zeggen dat we niet goed zijn geïntegreerd. Dat we nog steeds vooroordelen ten opzichte van elkaar hebben, zal altijd wel zo blijven. Wat ons zou kunnen sieren, is hoe we met die vooroordelen omgaan. Dat we nog meer een willen worden, is misschien wel helemaal niet haalbaar. Dat zou misschien wel betekenen dat we moeten gaan assimileren in plaats van integreren.
Assimileren, wie delft het onderspit?
Assimilatie is een begrip uit de sociologie voor een proces van consistente integratie, waardoor leden van een ethno-culturele groep opgaan in of geabsorbeerd worden door een gevestigde, vaak grotere gemeenschap of cultuur. Bij de geabsorbeerde groep leidt dit over het algemeen tot het verlies van bepaalde kenmerken waarmee zij zich onderscheidden, denk aan kleding, spraak of manieren. De vraag hierbij is hoe wij gaan bepalen welke de grotere groep is. Kijken we dan naar absolute aantallen of kijken naar de groep die het meeste invloed heeft?
Inheemse assimilatie
Als we kijken naar het verleden, zien we dat we deze assimilatie al hebben meegemaakt. Onze Inheemse gemeenschap is de groep die er als eerste was en die de andere groepen heeft verwelkomd in haar huis. Te erg misschien, aangezien het de groep is die zich het meeste heeft vermengd en dus praktisch is opgegaan in diverse andere etnische groeperingen. Het resterende deel zweeft een beetje tussen wal en schip en voert een terechte strijd om die oude culturele kenmerken terug te krijgen en te behouden. Het is een proces dat redelijk pijnlijk is, omdat men wordt geconfronteerd met gebrekkige zelfkennis, omdat men de kennis omtrent de eigen cultuur kwijt is geraakt. Dat moeten we niet willen voor welke andere groep dan ook.
De Surinen…
Als wij een volk willen zijn, moeten we dan niet gewoon tevreden zijn met wat we nu hebben? En als we dat echt zouden willen, zouden we dan niet moeten focussen op hetgeen we gemeenschappelijk hebben en dat meer waarderen en er respect voor hebben? Zoals onze taal, onze liefde voor eten, maar ook onze geschiedenis. En die geschiedenis gaat verder dan we nu kijken. Het lijkt alsof onze geschiedenis begint met slavernij en contractarbeiders. Maar als we een echt volk willen vormen, dan moeten we beginnen bij het begin en daar de focus op leggen: ooit was er hier een Inheemse stam genaamd de Surinen.
Het was maar een fase
Die periode van slavernij, die periode van de contractarbeiders, dat waren allemaal fases. Het is verkeerd alleen maar stil te staan bij een facet van een geschiedenis en die alleen bepalend of kenmerkend te maken voor een heel land. Als men jarig is, viert men niet alleen de periode dat men uit huis is gegaan. Men staat erbij stil, maar herdenkt ook andere punten uit het verleden. Men herdenkt de geboortedag en we weten dat we zijn geboren uit die Inheemse gemeenschap die er toen zat. Het is bekend dat ze ongeveer 500 jaar na Christus zijn verdreven door de Arowakken. Het is dus niet allemaal begonnen met de geschreven geschiedenis van de Westerlingen.
Hard gevallen, maar opgestaan
In ons streven naar landvorming moeten we dus groter gaan denken, het grote geheel zien. Dan vieren we in de toekomst misschien wel het feit dat we weer onafhankelijk zijn, en vieren we apart daarvan ook dat we al een flink aantal eeuwen een land zijn dat is misbruikt, gebruikt, verbruikt maar door schade en schande wijs is geworden, hard is gevallen maar weer is opgestaan en nu langzaam weer gaat lopen en de eerste stappen heeft gezet richting een toekomst van eenheid, saamhorigheid maar vooral eerlijkheid!