‘We worden straks een kolonie van China. We moeten zoveel mogelijk proberen te voorkomen dat dit gebeurt’, zegt het NPS-assembleelid Patrick Kensenhuis in gesprek met Dagblad Suriname. Aan de vooravond van 38 jaar staatkundige onafhankelijkheid van de Republiek Suriname laat de politicus duidelijk doorschemeren dat Suriname de potentie heeft om de ontwikkeling van het land zelf te leiden en niet afhankelijk te zijn van bevriende naties. ‘Zo werd eerder geteerd op de donorhulp uit Nederland. Maar de afgelopen jaren is zich een andere trend aan het ontwikkelen, waarbij Suriname vooral sterk aanleunt tegen China.’
‘Wij maken ons ondergeschikt aan China. Suriname moet zich niet blindelings scharen achter China’, zegt Kensenhuis. De aanzet hiertoe is gegeven gedurende het bewind van de regering Venetiaan-Sardjoe waar de NPS een wezenlijk deel van uitmaakte. Kensenhuis onderkent dat Suriname bevriende naties moet hebben in de wereld die steeds kleiner aan het worden is. ‘Maar dan moet er sprake zijn van wederzijdse belangen.’
Voor de politicus is Suriname een vrij jonge natie die tal van fasen heeft gekend. Zo volgde eerst het militair regime, daarna kwamen er verkiezingen in het land. ‘We hebben ook een binnenlandse oorlog gekend en tal van verkiezingen. We zouden verder kunnen zijn qua ontwikkeling van de natie’, is de NPS-topper van oordeel. Hij neemt hierbij in ogenschouw dat er tal van mogelijkheden zijn om er profijt uit te halen behalve de mijnbouw. Op agrarisch gebied zijn er tal van uitdagingen die nooit benut zijn. ‘Ook de rijstcultuur kan verder uitgebouwd worden.’ De politicus blijft optimistisch gestemd: ‘Die ontwikkelingen komen nog. Men zegt life begins at 40’.
Asha Gajadien-Bhagwat