De taken die verbonden zijn aan de traditionele functies van de Inheemse en Marrongemeenschappen zijn niet simpel en eenvoudig. De gemeenschappen gaan gebukt onder de uitdagingen en bedreigingen die uitgaan van het stedelijk gebied, met name Paramaribo. Er gaat een enorme aantrekkingskracht uit vanuit de stad vanwege de onderwijs- en arbeidsmogelijkheden en het vertier in de stad. Aan de andere kant zitten in het Inheems en Marrongebied economische potenties en mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding voor individuen die een inbreuk maken op de stand van zaken in de gebieden. Bovendien is de economische planning van de Staat ook gericht op de natuurlijke hulpbronnen die in deze gebieden voorkomen. Vanuit de stad is er aandacht voor deze gebieden, men wil er wat gaan halen. Maar ook vanuit deze gebieden is er aandacht voor de stad, waar men er kan wonen en werken. Wat echter wenselijk is, is dat de aparte levensstijl (cultuur, tradities, religie) in de betreffende gebieden niet onder druk komt te staan. Voorts is wenselijk dat de gemeenschappen zelf het niveau van ontwikkeling zoals in Westerse concepten bekend, bepalen en überhaupt nagaan of ze dat willen. De regering zit met de uitdaging om vooral gezondheidszorg en educatie op gelijk niveau aan te bieden over het hele grondgebied, waarbij rekening wordt gehouden met de meertaligheid zoals door de Unesco gepropageerd en de lokale economie. Voorts moeten ook programma’s beschikbaar zijn om de innovatie in de plaatselijke economie te garanderen via onder andere speciale vakscholing. De betreffende gebieden hebben economische potentie, maar wenselijk is dat de lokale bevolking beschermd wordt tegen inbreuken op het woongenot en het voortbestaan vanwege vervuiling van het milieu. Ook moet er bescherming zijn tegen de slinkse manieren die stedelingen en hun organisaties kunnen aanwenden om de lokale bevolking middelen afhandig te maken of voor hen te luren in nadelige deals via ingewikkelde contracten. Met het contact met de stad komen er zaken overwaaien zoals alcohol- en drugsmisbruik. Voorts sluipt het alomtegenwoordig gevaar van uitbuiting van goedkope krachten. Wat het moeilijker maakt voor de traditionele functies is de zwakke aanwezigheid van wethandhavingsinstituten in de betreffende gebieden en de relatief beperkte middelen die bijvoorbeeld kapiteins zelf ter beschikking hebben. Wat de situatie in ons geval nijpender maakt, is de aanwezigheid van illegalen en de dreiging van moderne uitspattingen als mensenhandel. Logischerwijs gooien corruptie en regelarij vanuit de overheid er een schepje bovenop. Voorts weten wij dat de Surinaamse regering nog stappen moet ondernemen op het stuk van de landrechten.
Bovenstaande zetten we op een rij vanwege de beweging die gerapporteerd is te Galibi, een dorpsgemeenschap die wel als een Inheemse gemeenschap wordt aangeduid. De bewoners van het dorp Powakka hebben zich verenigd in het Actiecomité Powakka. In het dorp is een kapitein aangesteld en de bewoners hebben moeite met het functioneren van deze kapitein. Met die ontevredenheid treedt men naar buiten en dat impliceert dus dat binnenshuis er pogingen tot correctie zijn ondernomen, maar dat die zijn mislukt. De bewoners verwachten van een kapitein dat hij zijn mededorpelingen en de jeugd positief beïnvloedt door voorbeeldig gedrag. De kapitein zou daartoe niet in staat zijn. Het verweer dat allicht aan de orde kan komen, is dat of een andere persoon hierachter zit die kapitein wil worden en/of dat het gaat om een politiek scenario. De kapitein zou zich niet houden aan zijn afspraken. Zo moet hij minimaal 4 keer per jaar een vergadering houden, waarbij hij de stand van zaken (problemen, oplossingen, vorderingen bedreigingen, vraagstukken) aan de orde brengt. Begrepen wordt dat het de kapitein bekend is dat er sprake is van toenemend drugsmisbruik in het dorp en wellicht zou dit ook formeel dan wel informeel zijn doorgespeeld aan de kapitein. Daarop zou hij niet (snel genoeg) hebben ingespeeld. De kapitein zou voorts publieke middelen waaronder geld beheren, waarvoor hij verantwoording moet afleggen aan de bewoners op de betreffende vergadering.
Wat de bewoners nu wensen is dat de kapitein uit eigen beweging zijn mandaat aan de bewoners teruggeeft. De vraag reist of de regering niet op basis van een wettelijke regeling de kapitein kan afzetten, zonder zich ongewenst in te mengen in interne zaken van het dorp. Of dat de bewoners middels de aanname van een motie op een bepaalde vergadering de kapitein zelf kunnen afzetten. Deze vergadering zou dan kunnen voorzien in de verkiezing die hierna moet volgen. Men vraagt nu aan de kapitein zelf dat hij de verkiezingen organiseert.
Opmerkelijk is de vergadering die door de dorpsbewoners zelf is belegd, waarin men waarschijnlijk rechtsgeldige besluiten kan nemen. Op deze vergadering was ook de dc uitgenodigd, kennelijk als toehoorder. De vraag is hier wel of het mogelijk is dat een dc als toehoorder de vergadering van het dorp mag bijwonen. De kapitein was daar in elk geval niet van gediend. In de communicatie naar buiten wordt aangegeven dat de kapitein ook districtssecretaris is. Nagegaan moet worden of dit geen conflict of interest betekent. Nu wordt (additioneel voor het geval de kapitein niet zelf opstapt) aan de districtscommissaris en de Vids gevraagd het daarheen te leiden dat er binnen 3 maanden verkiezingen worden gehouden ter aanstelling van een nieuwe kapitein c.q. dorpsbestuur. Het zou kunnen dat invloed van deze instituten mogelijk is. In elk geval is het ontoelaatbaar dat er laksheid is in de leiding van de verschillende gemeenschappen. De bedreigingen, gevaren en problemen zijn daarvoor te groot.