In Suriname is een aantal oude en nieuwe opvanginstellingen voor kinderen, jongeren, ouderen en behoeftigen ‘in bedrijf’. De personen die noodzakelijkerwijs in deze opvanginstellingen zitten, zijn extra kwetsbaar. Het is daarom zeer prijzenswaardig van de regering dat er een Wet Opvanginstellingen is aangenomen. Deze wet, die nog afgekondigd moet worden, moet dienen als een goed voor ordening in een sector waar omgegaan wordt met mensen met specifieke behoeften. We hebben in de afgelopen periode geluiden en hardnekkige geruchten gehad van instellingen waar kinderen bloot waren gesteld aan structureel of incidenteel door onzorgvuldigheid ontstane misbruik. Misbruik van kinderen is de ergste vorm van verraad van een mens tegenover een ander mens. De wet is vrijdag aangenomen en het moet door de regering duidelijk worden gemaakt dat alle kinderen, in bekende en minder bekende kindertehuizen, even veel recht hebben op bescherming. De regering moet niet ervan uitgaan dat in tehuizen die al decennialang bestaan en bijvoorbeeld gedraaid worden door een religieuze organisatie, het logischerwijs goed moet gaan. De schandalen in de katholieke kerk van misbruik die in de afgelopen recente jaren naar buiten kwamen, moeten onze ogen geopend hebben. Ook in opvanginstellingen die door religieuze organisaties of zogenaamde religieuze mannen en vrouwen worden gedraaid, kan het goed fout gaan. Het betreft dan de wijze waarop de orde en tucht wordt gehandhaafd (o.a. middels straffen) als om grove inbreuk op de fysieke en morele integriteit van het kind. Hetzelfde geldt ook voor instellingen die behoeftigen (mensen met een beperking, ouderen) opvangen. De regering heeft, evenals het geval was met de Tabakswet, nu een taak om de instellingen zodanig te begeleiden dat deze kunnen voldoen aan de procedurele en materiële vereisten van de wet. Vernomen is dat de opvanginstellingen kunnen rekenen op een financiële ondersteuning vanuit de regering/Sozavo, zodat ze zich kunnen versterken om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. De wet is een zegen voor alle opvanginstellingen, omdat door te kunnen voldoen aan de vereisten van de wet men de overtuiging voor zichzelf kan krijgen dat men op verantwoorde wijze een instituut draait. Voldoen aan de wet is dus certificering door de door de wet ingestelde instituten. Het zal na afkondiging van de wet verboden zijn om een opvanginstelling te exploiteren zonder ingeschreven te zijn in het Landelijk Register Opvanginstellingen (LRO). Degene, die een opvanginstelling wenst te exploiteren, dient zich aan te melden bij de Controledienst (speciale controle-eenheid ten behoeve van de specifieke doelgroepen) voor de specifieke doelgroep. De Sozavo-minister publiceert de aanmelding binnen 1 maand in het Advertentieblad en in minimaal 2 kranten. Het publiek mag schriftelijk bezwaar aantekenen. Dat betekent dus dat er van het publiek verlangd wordt dat die zich niet distantieert van de instellingen die in de buurt zijn of waaraan jonge of oudere familieleden verbonden zijn. Het orgaan dat het bezwaar ontvangt en afhandelt moet vertrouwen winnen van de samenleving, mar ook niet lichtelijk gaan over de bezwaren. De Controledienst controleert binnen 4 maanden of de opvanginstelling voldoet aan de kwaliteitsstandaarden. Voldoet de opvanginstelling en zijn er geen bezwaren, dan wordt de opvanginstelling ingeschreven in het LRO. De inschrijving in het LRO is te vergelijken met een certificering. Uiteraard weten wij dat in een land als Suriname wij voorzichtig moeten zijn als teveel discretionaire bevoegdheid in de handen van een orgaan wordt gelegd. Corruptie is in ons land een groot probleem en opvangen is een booming business. Die combinatie maakt de controlerende en inschrijvende instantie corruptiegevoelig. Er moeten daarom in het systeem mogelijkheden zijn, waarbij men een klacht kan indienen tegen benadeling of corruptie, zonder dat men roept naar maatregelen wanneer mensen hun stem laten horen. Wijst de minister inschrijving af, dan wordt dit schriftelijk met de redenen medegedeeld aan de aanvrager. Bij een afwijzing mag men bij de president in beroep gaan binnen een maand. De president beslist binnen 3 maanden. Van belang is hier dat de president beseft dat er in principe geen mogelijkheden zijn om naar believen te beslissen, maar dat er een bindende termijn is. Daaraan moet hij zich houden.
Heeft de hoofd- of medeverantwoordelijke een strafblad, dan moet volgens de conceptwet de inschrijving in het LRO worden afgewezen. Dit laatste betekent dat de controledienst extra goed moet controleren wie precies achter de instellingen zit. We hebben hier in Suriname enkele politici die prominent achter opvanginstellingen (hebben ge)staan, maar tegelijkertijd een stafvonnis hebben inzake een zedenmisdrijf. Deze politici mogen dus dit stuk sociaal werk niet doen, omdat zij bij de rechter als asociaal door de mand zijn gevallen. Zij zijn daartoe niet geschikt. De controledienst kan op straffe van tenietdoen van de inschrijving aanwijzingen geven om (geheel) te voldoen aan de wettelijke vereisten. De wet geeft aan dat geregistreerde opvanginstellingen naderhand ook verwijderd kunnen worden uit het LRO. Dit kan het geval zijn als de exploitant niet langer de opvanginstelling exploiteert of indien de opvanginstelling niet of niet meer voldoet aan de bij staatsbesluit vastgestelde kwaliteitsstandaarden. De verwijdering vindt ook plaats indien 3 maanden na inschrijving in het LRO geen aanvang is gemaakt met de exploitatie van de opvanginstelling. Verder kan de verwijdering uit het register plaatsvinden indien de exploitant de aangewezen maatregelen uit een schriftelijke aanwijzing (bij het niet voldoen aan de kwaliteitsstandaarden) niet binnen de gestelde termijn nakomt. Ook hier is de uitdaging de competentie en integriteit van belaste functionarissen en een functionerend corruptievrij inspectiesysteem. Aangezien de wet gerelateerd is aan mensenrechten moet de Sozavo-minister samen met de Juspol-collega zich ervoor beijveren dat de regels worden nageleefd. Begeleiding van de instellingen is de eerste correcte stap.