Met zijn oproep tot maatregelen tegen een bedrijf dat heel duidelijk de eigen benadeling naar voren heeft willen brengen, heeft de fractieleider van de coalitie, wellicht in een niet goed afgewogen interventie, het bonafide bedrijfsleven bedreigd. Dat was duidelijk de houding die in zijn hele interventie in DNA gisteren te zien was. Hij begon aan te geven dat hij de wijze waarop de zaak in de media is besproken en gebracht door het bedrijf afkeurt. Hij zei ook dat men al die tijd opdrachten heeft gehad en nu geen moord en brand moet schreeuwen nu iemand anders aan de beurt is, dus de beurt krijgt om geld te maken. De houding van de fractieleider was agressief en intimiderend en kwam over als een waarschuwing naar andere bedrijven, die ook zaken die aanleunen tegen corruptie kenbaar willen maken. Een interview in de media, een persconferentie of een ingezonden stuk behoort tot de rechten van alle burgers, ook het aan het maatschappelijk verkeer deelnemende bedrijfsleven, als men het gevoel heeft dat men moedwillig is benadeeld en dat anderen onrechtmatig worden bevoordeeld. De verspilling die al een hele tijd gaande is en onlosmakelijk verbonden is met onbestrafte corruptie raakt op den duur ook het bonafide bedrijfsleven. Corruptie zal de koopkracht van de burgerij aantasten en leiden tot meer armoede, met als gevolg dat bedrijven minder gaan verkopen, moeite zullen hebben om goede lonen, sociale voorzieningen en cao’s in stand te houden en banen te blijven garanderen. Het multiplier effect is weer op een aantal burgers en dat heeft weer een link met bijvoorbeeld criminaliteit. De houding van de coalitieleider is af te wijzen en doet ons denken aan de periode toen de militairen aan de macht waren. Niet verassend overigens, omdat het milieu de inborst aantast. Maar het een en ander komt erop neer dat de coalitie niet wil dat bedrijven, als ze op de hoogte zijn dat zij worden benadeeld en anderen bevoordeeld en dat ‘tendering’-beginselen worden geschonden, daarover iets zeggen in het openbaar. Men moet de regering de ruimte geven dat zij naar willekeur bedrijven de ruimte geeft dat voor bijna het dubbele dan mogelijk diensten of goederen worden geleverd. Dus de boodschap is aan de burgerij: als je wordt benadeeld door de regering, houd dan je mond, anders gaan we maatregelen tegen je treffen. Als we zo een situatie moeten accepteren, hoeveel bezwaar zouden we dan hebben als er weer een periode aanbreekt waar met decreten wordt geregeerd? Overigens moet ook opgemerkt worden dat het een zwak optreden van de president was dat hij een zaak, die zo belastend en prominent in de media verschijnt, verwijst naar de vp. De president moet in zo een zaak functionarissen ontbieden en zich terstond laten inlichten. Het verhaal van de vp sloeg kant noch wal en hij probeert zijn handen in onschuld te wassen. Ook hij zegt dat hij blindelings meewerkt aan zaken als die al voorbereid zijn. De ministerraad die over gunningen en leveringen gaat, zou de toestemming al hebben gegeven, dus hij werkt daar rustig aan mee. Als het verhaal van het bedrijf, dat emplooi biedt aan een aantal Surinamers, ergens niet klopt, zal repressief worden opgetreden als men het devies van de woeste fractieleider opvolgt. Waarmee deze politicus bezig is, is om in het openbaar een sfeer van angst te creëren, waardoor klokkenluiders 10 keer zullen nadenken voordat ze iets dat niet in de haak is, zullen melden of een punt ervan zullen maken. De fractieleider wil een sfeer van repressie en een lijdzame burgerij hebben, een situatie die wij hebben gekend. Terwijl een kleine groep politici steeds roept naar corruptiemaatregelen en alle financiële instituten het inmiddels hebben over verspilling, hebben wij een fractieleider van de coalitie die juist oproept tot acties die corruptie zullen bevorderen. Dus het lijkt te kloppen als beweerd wordt dat een corruptiebevorderend beleid wordt gevoerd. Waar Suriname het Inter-Amerikaans verdrag tegen corruptie heeft geratificeerd en oproept tot expliciete maatregelen om klokkenluiders te beschermen, zien wij dat exponenten uit onze coalitie uitgerekend in het parlement juist ons drijven naar de tegenovergestelde richting. Met deze houding wil deze parlementariër de burgerij overleveren aan de willekeur van corrupte regeringsmensen: men mag bij een gevoel van benadeling niets zeggen. Wanneer de zaak die aan de orde is gebracht nader wordt beschouwd dan is het een zeer bedenkelijke zaak hoe de hoogste bieder boven degene die de helft goedkoper is en zonder problemen diensten/goederen heeft geleverd de opdracht krijgt. Als goed geluisterd wordt naar de woorden van de coalitie, dan valt een zekere denktrant te constateren bij de fractieleider. Hij had het over het aan de beurt zijn en dan komen we bij een deel van de ambtenaren en burgers die corruptie en graaien in de staatskas als een normaal verschijnsel zien in de zin van ‘wan dey fu tjongtjong wan dey fu sabaku’, dus in de trend van ‘klaag niet gun de ander ook wat, laat hij ook rijk worden’. De opmerking dat velen bang zijn om de kat de bel aan te binden, is helemaal waar. De roep naar maatregelen, als hetgeen gesteld is wordt ‘gelogenstraft’, geeft duidelijk aan waarom men bang is, vooral in de kringen waar men aangepakt kan worden en waar men als enige weg heeft de rechter. Corruptiebestrijding is geen prioriteit van deze regering, integendeel. Er zijn geen instituten in het land waar de burgerij terecht kan, als het parlement zelf verspilling met hand en tand verdedigt. In elk geval is de agressieve houding door de burgerij ervaren als een duidelijke boodschap aan klokkenluiders.