Glaides Afonsoewa en Godfried Adjako werden respectievelijk veroordeeld tot 9 en 8 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Kantonrechter Dinesh Sewratan achtte diefstal middels geweldpleging wettig en overtuigend bewezen. Het tweetal had het slachtoffer Pardiepkoemar C. overvallen. Daarbij hadden ze er niet voor geschroomd om geweld aan te wenden. Het geweld werd gebruikt om de buit te kunnen bemachtigen.
Uit het politioneel onderzoek is gebleken dat de criminelen geld, vingerringen en telefoontoestel hadden buitgemaakt. De rechter betitelde deze handelingen als te zijn een laffe daad. Ondanks alle bewijs bleef Afonsoewa steevast ontkennen. De rechter nam hem kwalijk en ging boven de eis van de officier van justitie. Tegen elk was er een straf van 8 jaar geëist. Omdat Afonsoewa een standpunt had dat hij onschuldig is en niets te maken heeft met het feit, legde de rechter hem een straf op van 9 jaar met aftrek.
De rechter was niet te spreken over het gedrag van de rovers en de wijze waarop zij de beroving hadden uitgevoerd. Het staat algemeen bekend dat slachtoffer van dit soort delicten langdurige psychische trauma’s ervan overhouden. Ook wordt er een onveiligheidsgevoel in de samenleving gecreëerd. Na de uitspraak schreeuwde Afonsoewa naar de rechter ‘mi no go kot a strafu. Mi ook tu na wan libi sma. A rechter no kan giem so wan strafu fu sang mi no doe’. De twee veroordeelden werden afgevoerd.
Saskia Bandhan