Een partijvoorzitter gaf een heel beruchte twist van een lang gebezigde uitdrukking tijdens een interview in de voorzittersstoel in DNA. ‘Al is de leugen zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel’ en de politicus ging wijs verder ‘oftewel al is de waarheid zo traag de leugen achterhaalt hem niet’. Deze ‘twist lijkt onschuldig, maar daaraan ligt een heleboel negatieve benaderingen ten grondslag. De voorzitter van de partij, die voorheen de scepter zwaaide op het departement van Minov, wilde van de huidige minister weten wat hij onder depolitiseren begrijpt. Dit deed hij op de eerste dag van de algemene politieke beschouwingen. In zijn betoog over de politiek en de verwerpelijk geachte politieke realiteit volgens zijn omschrijving, lag ook verborgen de vraag of het mogelijk is een gedepolitiseerde leiding te hebben op een ministerie. Officieel is door de regering c.q. door de minister niet gereageerd in DNA, omdat de president ziek werd ongeveer een week geleden. In de media heeft de Minov-minister wel oppervlakkig antwoord gegeven waarin de burgerij zich wel kan vinden. Maar het antwoord was toch wel oppervlakkig en kan evenzo opgaan voor alle ministeries. Het antwoord van de Minov-minister komt erop neer dat Minov wel te maken heeft met politiek en regeerbeleid, maar niet met enge belangenbehartiging van de partijpolitiek. De minister zou hebben opgemerkt dat de stand van zaken in het onderwijs op alle niveaus dusdanig is dat het departement – in het kader van het uit te voeren beleid – zich niet leent voor partijpolitieke inmenging in de dagelijkse operationele zaken. Nu weten wij dat een aantal partijen in Suriname de toetsing aan de wetenschappelijke definitie dan wel omschrijving van ‘politieke partij’ (als deelnemer aan politieke verkiezingen) niet doorstaat. Al een aantal keren is door deskundigen beweerd dat een aantal politieke partijen in Suriname in wezen kiesverenigingen zijn die niet de intentie hebben zich in te mengen in op de grondwet gebaseerde formulering, uitvoering, aanpassing en evaluatie van regeerbeleid. Politicologen in Suriname doen hierover geen uitspraken, maar we zien bijvoorbeeld dat de politieke partij die zich geagiteerd uitlaat over het onderwijsministerie zich niet inlaat met het regeerbeleid. Zo zijn er geen beleidsgebieden waarvoor men zich extra inspant vanuit de partijideologie, in tegenstelling tot sommige andere partijen die het bijvoorbeeld hebben over rechtsstatelijkheid of over economische ontwikkeling of sociaal beleid. Men is dus bereid op alle ministeries partijmensen in te zetten, omdat daarmee een bepaald salaris en toegang tot de begrotingsgelden meekomen. Er zijn politieke partijen in Suriname die met de zogenaamde politiekvoering een doel nastreven: regeermacht verwerven. Op het waarom zal een algemeen antwoord volgen in de zin van ‘zodat wij mee kunnen helpen aan de ontwikkeling van het land’. Wat wij in de praktijk (volgens een bepaalde politieke leider de politieke realiteit) zien is dat men tegen een ministerie aankijkt als een mogelijkheid om in de eerste plaats een aantal politici voor hun activiteit terug te betalen met salarissen en in de tweede plaats als een mogelijkheid om het imago van de doelgroep op te vijzelen en tegelijkertijd om tot de beschikking te komen van de middelen die krachtens de goedgekeurde begroting vrijkomen. De hele benadering naar het Minov is ook hetzelfde. Waarom zijn mijn mannetjes weggehaald? Waarom is mijn mogelijkheid om de achterban te wijzen dat we hoog kunnen accommoderen gefrustreerd? Waarom zijn mijn lijnen naar de onderwijsbegroting doorgeknipt? Waarom ben ik beledigd door de vervangingen? Dit zijn de vragen die bij een nadere bestudering van het betoog van de betreffende partij in andere naar voren komen. De Minov-minister heeft gesteld dat de twee od’s die zijn vervangen duidelijk niet voldeden aan de kwalificatievereisten. Maar als we kijken hoe de partijvoorzitter hemel en aarde heeft bewogen om een mevrouw onderminister te laten spelen, ongeacht of het nou gaat om oorlogszaken of vredeszaken, dan weten wij dat deze politicus geen rol toebedeelt aan kennis, wel van titels om daarmee te strooien op politieke podia. Als de politicus u belooft dat u onderminister wordt, dan zult dat worden en het ministerie maakt niet uit. En er zijn burgers in ons land die onbeschaamd ook zich lenen voor deze functies, waarbij het gaat puur om prestige, salaris en privileges. Daar ging het ook om bij Minov.
Het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling heeft een aantal bijzondere taken die vervat zijn in het Besluit Taakomschrijving Departementen. Elke minister die op deze stoel zit, moet daarvan terdege bewust zijn. Bovendien is er een regeerakkoord waaraan uitvoering moet worden gegeven. Het ministerie krijgt nader uitgewerkt concrete beleidsmaatregelen en acties voor een periode van 5 jaar die zijn vervat in het Ontwikkelingsprogramma, de regeringsverklaring en 1 of meerdere beleidsnota’s en jaar- of tweejarenplannen van het departement. Wat niet vergeten moet worden bij het uitschrijven van de regeermaatregelen is het gepresenteerde verkiezingsprogramma. Verder zijn er projecten die afkomstig zijn uit de vorige regeerperiode, die moeten worden voortgezet tenzij sprake is van een fundamenteel gewijzigd beleidsinzicht. Een minister moet niet alleen een in het algemeen goede manager zijn, maar zich minimaal in de partij op beleidsniveau hebben bezig gehouden met het betreffende beleidsgebied. Hetzelfde geldt voor directeuren, maar zeker od’s kunnen niet van her en der worden geplukt om even een rol te spelen. Bij directeuren en od’s is een vlotte babbel geen vereiste, wel kennis en affiniteit met het beleidsgebied. Zulke personen worden gekweekt op ministeries of in staatsorganen waaronder het parlement, maar zijn in goed gestructureerde politieke partijen ook aanwezig. Het van her en der plukken van directeuren en od’s die een hele regeertermijn nemen om zogenaamd het ministerie te verkennen, zijn in wezen de ongeschikte personen die onterecht op een stoel zitten en het kader aanwezig op ministeries frustreren en demotiveren. Een geschikte functionaris (van od tot minister) heeft binnen enkele weken het ministerie al onder controle, omdat hij al voor het betreden daarvan behoorlijk op de hoogte moet zijn van de wettelijke taken, de programma’s en de infrastructuur op het ministerie. De herrie die in DNA is gemaakt, is overigens een teken dat het over en uit is wat betreft bepaalde leiders. Men zit niet in een gelijkwaardig partnerschap, maar hebzucht maakt dat een aantal mensen alles slikt voor een paar baantjes en privileges. Er wordt vaak beweerd dat onbeschaamdheid in de politiek onbegrensd is bij bepaalde politici.