Langzaamaan begint het erop te lijken dat de president van Suriname, Desi Bouterse, Nederland nog een warm hart toedraagt als het gaat om het koloniale verleden. Het Tris Comité in Nederland wil graag een monument onthullen ter ere van de omgekomen soldaten in Suriname tijdens de periode 1947 en 1975. Onder de groene bekisting wat nu nog om het monument staat, ligt de sokkel waar het bronzen beeld van een Nederlandse soldaat komt te staan, in Fort Zeelandia. De sokkel staat op een grondplaat van 380 x 240 cm. Het deel aan de linkerzijde is een 2,5 meter hoge zuil waar een beeltenis op staat van een soldaat in de jungle. Deze beeltenis heeft een sterke overeenkomst met het Tris-monument dat in Nederland staat: een bronzen beeld van een soldaat met een kapmes en een kaaiman aan zijn voeten. Ook dat beeld is voor de soldaten die in Suriname zijn omgekomen.
In Suriname komt er naast de linkerzuil ook een rechter met daarop de 45 namen van de omgekomen soldaten. Half gebeiteld uit deze granieten zuil komt een 2 meter hoge soldaat die op wacht staat. Het monument is in opdracht gerealiseerd door het beeldhouwersduo Lia Krol en Jaap Paasman. Het beeld werd in het buitenland vervaardigd en is enige tijd geleden ingevoerd in Suriname. Het monument zal uiteindelijk in Fort Zeelandia op zijn sokkel worden gezet. Al vanaf het begin is vanuit het Tris Comité in Nederland besloten dat het in Fort Zeelandia moet komen te staan. Ook al was Henk Herrenberg, voorzitter van de commissie voor het instellen van een monument voor de slachtoffers van de binnenlandse oorlog, erop tegen om een monument te plaatsen die de koloniale tijd verheerlijkt. Uiteindelijk heeft president Desi Bouterse bepaald dat het monument er toch wel komt.
Eugene van der San, directeur van het kabinet van de president, zegt: “het is mij onbekend waarom er voor Fort Zeelandia gekozen is als plaats van het monument”. Duidelijkheid is moeilijk om boven water te krijgen. Er bestaat immers geen verband met het fort en de koloniale strijdmacht. De koloniale strijdmacht was gelegerd in de Memre Bukukazerne aan de Verlengde Gemenelandsweg. Een logische plaats voor het Tris-monument zou dus bij deze kazerne zijn. Echter verleent het ministerie van Defensie medewerking aan het monument, aangezien minister Lamuré Latour het beeld zal onthullen. Dit doet vermoeden dat vanuit hogerhand besloten is waar de plaatsing zou zijn en Herrenberg, adviseur van de president, gepasseerd is.
Stephen Fokké, directeur binnen de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES) en belast met (monumentale) zaken omtrent Fort Zeelandia, heeft het gevoel dat het Tris-monument in zijn maag gesplitst is. Hij heeft uit Dagblad Suriname moeten lezen dat er een monument geplaatst wordt bij het fort. Hij heeft er geen moeite mee dat er een monument komt, “maar mijn persoonlijke mening is, dat de binnenstad al helemaal vol staat met monumenten”.
Het monument blijft een pijnlijke kwestie voor Suriname, wanneer een koloniale strijdmacht wordt gehuldigd op initiatief uit Nederland, op een lokatie wat zo gebonden is aan slavernij en menselijk lijden, met goedkeuring van een president en zijn ministers die prediken een anti-Nederlandse instelling te hebben.